Anorganische stofklassen Flashcards

1
Q

2 soorten oxiden + formule

A

Niet metaaloxide: (nM)nOm
Metaaloxide: MnOm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Eigenschappen metaaloxiden

A

Ionverbindingen, basevormende oxiden, oplosbaarheid: Li2O,Na2O,K2O = goed
CaO,Al2O3 = slecht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Eigenschappen niet-metaaloxiden

A

Covalente verbindingen +Polair/apolaire atoomverbindingen
Zuurvormende oxiden
Oplosbaarheid:
CO2, NO2,SO3 = goed
CO,NO,SO,N2O5 = slecht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Oxiden rondom ons:
verantwoordelijk voor zure regen

A

SO2,CO2,NxOy

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Oxiden rondom ons:
Prikhoudende dranken

A

CO2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Oxiden rondom ons:
Verbranding van organische stoffen

A

O2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Oxiden rondom ons:
Conserveermiddel in wijn en vruchtensap

A

SO2-gas

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Oxiden rondom ons:
Roest

A

Fe2O3

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Oxiden rondom ons:
Bestanddeel van glas

A

SiO2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Oxiden rondom ons:
Ongebluste kalk

A

CaO

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Oxiden rondom ons:
Loodmenie

A

Pb3O4

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Zuren: HCl

A

Waterstofchloride/ zoutzuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Zuren: H2S

A

Waterstofsulfide/zwavelwaterstof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Zuren: HF

A

Waterstoffluoride

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Zuren: HI

A

Waterstofjodide

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Zuren: H2SO4

A

Waterstofsulfaat/ zwavelzuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Zuren: H3PO4

A

Waterstoffosfaat/ fosforzuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Zuren: H3AsO4

A

Waterstofarsenaat/ Arseenzuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Zuren: H2CO3

A

Waterstofcarbonaat/ koolzuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Zuren: HNO3

A

Waterstofnitraat/ salpeterzuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Zuren: HClO3

A

Waterstofchloraat/ chloorzuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Zuren: HBrO3

A

Waterstofbromaat/ broomzuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Zuren: HIO3

A

Waterstofjodaat/ Joodzuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Zuren: H2SO3

A

Waterstofsulfiet/ zwaveligzuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Zuren: H3PO3

A

Waterstoffosfiet/ fosforigzuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Zuren: H3AsO3

A

Waterstofarseniet/ arsenigzuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Zuren: HNO2

A

Waterstofnitriet/ salpeterigzuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Zuren: HClO2

A

Waterstofchloriet/ chlorigzuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Zuren: HBrO2

A

Waterstofbromiet/ bromigzuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Zuren: HIO2

A

Waterstofjodiet/ jodigzuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

Zuren: HClO

A

waterstofhypochloriet/ hypochlorigzuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

Zuren: HBrO

A

waterstofhypobromiet/ hypobromigzuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

Zuren: HIO

A

waterstofhypojodiet/ hypojodigzuur

34
Q

Zuren: HClO4

A

Waterstofperchloraat/ perchloorzuur

35
Q

Zuren: HBrO4

A

Waterstofperbromaat/perbroomzuur

36
Q

Zuren: HIO4

A

Waterstofperjodaat/perjoodzuur

37
Q

Zuren: HCN

A

Waterstofcyanide/ blauwzuur

38
Q

Zuren: H4SiO4

A

Waterstofsilicaat/kiezelzuur

39
Q

Zuren: H3BO3

A

Waterstofboraat/ boorzuur

40
Q

Zuren rondoms ons: maagsap

A

HCl

41
Q

Zuren rondoms ons: verwijderen van kalkaanslag/ cement

A

HCl

42
Q

Zuren rondoms ons: Darmgas (geur van rotte eieren)

A

H2S

43
Q

Zuren rondoms ons: Ontsmettingsmiddel voor ogen

A

H3BO3

44
Q

Zuren rondoms ons: Grondstoffen voor meststoffen

A

HNO3 en H3PO4

45
Q

Zuren rondoms ons: Loodaccumulator

A

H2SO4

46
Q

Zuren rondoms ons: Blauwzuur

A

HCN

47
Q

Zuren rondoms ons: In coladranken

A

H3PO4

48
Q

Zuren rondoms ons: In prikhoudende dranken

A

H2CO3

49
Q

Basen rondom ons: Ontstoppingsmiddel (bijtende soda)

A

NaOH

50
Q

Basen rondom ons: bereiding van zepen

A

NaOH en KOH

51
Q

Basen rondom ons: gebluste kalk

A

Ca(OH)2

52
Q

Basen rondom ons:
Schoonmaak en ontvettingsmiddelen

A

NH3

53
Q

Zouten rondom ons: hoofdbestanddeel van klei

A
54
Q

Zouten rondom ons: basisbestanddelen van kunstmeststoffen

A
55
Q

Zouten rondom ons: geneeskunde

A
56
Q

Zouten rondom ons: gips

A
57
Q

Zouten rondom ons: keukenzout

A
58
Q

Zouten rondom ons: soda

A
59
Q

Zouten rondom ons: bakpoeder

A
60
Q

Triviaalnaam:
koolwaterstoffen: etheen

A

ethyleen

61
Q

Triviaalnaam:
Koolwaterstoffen: ethyn

A

acethyleen (carbuurgas)

62
Q

Triviaalnaam:
Alcoholen: methanol

A

brandalcohol

63
Q

Triviaalnaam:
Alcoholen: ethanol

A

alcohol

64
Q

Triviaalnaam:
Alcoholen: Pentaan-1-ol

A

amylalcohol

65
Q

Triviaalnaam:
Ethers: ethoxyethaan

A

ether

66
Q

Triviaalnaam:
ketonen: propanon

A

aceton

67
Q

Triviaalnaam:
Carbonzuur: HCOOH

A

mierenzuur

68
Q

Triviaalnaam:
Carbonzuur: CH3COOH

A

Azijnzuur

69
Q

Triviaalnaam:
Carbonzuur: C2H5COOH

A

propionzuur

70
Q

Triviaalnaam:
Carbonzuur: C3H7COOH

A

Boterzuur

71
Q

Triviaalnaam:
Zuurrest: CH3COO1-

A

acetaat

72
Q

Typische geuren:
KWS (zeker alkAnen):

A

geuren naar benzine

73
Q

Typische geuren:
Ethers

A

specifieke geur (diethylether= hospitaalgeur)

74
Q

Typische geuren:
Ketonen:

A

Typisch zoete geur (vb. aceton)

75
Q

Typische geuren:
lagere aldehyden (tot 6 C-atomen):

A

stekende geur (vb. methanal)

76
Q

Typische geuren:
Hogere aldehyden:

A

bloemen en fruit

77
Q

Typische geuren:
Octanal:
Heptanal:

A

geur sinaasappelen,
Wijn

78
Q

Typische geuren:
Lagere alcoholen: (tot 3C-atomen):

A

aangenaam

79
Q

Typische geuren:
Hogere alcoholen

A

foezelolie

80
Q

Typische geuren:
Aminen:

A

Walgelijke geur (rotte vis)

81
Q

Typische geuren:
lagere carbonzuren (tot 3C-atomen):

A

onaangenaam en prikkelende geur. Overige = zweetgeur, bedorven boter