angels & crocodiles Flashcards

1
Q

Wanneer is een kind te vroeg geboren?

A

<37 weken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de big 4 van ongezonde baby’s?

A
  • Vroeggeboorte
  • asphyxie
  • Congenitale afwijkingen
  • Infecties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is foetaal inflamatoir respons syndroom?

A

vroeggeboorte als gevolg van navelstreng ontsteking (funisitis)
cytokinenen > prostaglandine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke organen hebben op korte termijn schade bij prematuriteit?

A

darmen (necrotiserende enterocolitis)
ogen (retinopathy)
imuunsysteem
longen (BPD, RDS)
hersenen (witte stof)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke organen hebben op lange termijn schade bij prematuriteit?

A

longen (astma en copd)
hersenen (ontwikkelingsstoornissen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat gebeurde er met de premature geboortes tijdens de eerste covid lockdown?

A

20% daling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waardoor ontstaat retinopathie bij premature kinderen?

A

Minder vaatontwikkeling door hogere zuurstofconcentratie buiten de baarmoeder (bloedbariere kan zijn aangetast)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waardoor longschade bij premature kinderen?

A

minder surfactant (dit wordt dan ingespoten)
versimpelde alveoli

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de belangrijkste voedingsstof voor zuigelingen?

A

Eiwit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoelang heeft een zuigeling bij voorkeur borstvoeding nodig?

A

Tot ten minste 6 maanden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoelang heeft een zuigeling bij voorkeur borstvoeding nodig?

A

Tot ten minste 6 maanden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoelang heeft een zuigeling bij voorkeur borstvoeding nodig?

A

Tot ten minste 6 maanden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoeveel calorieën bij verbranding van macronutrienten?

A

4 cal bij koolhydraten en eiwit
9 cal bij vet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoeveelheid energie per macronutrient voor zuigelingen?

A

koolhydraten 40% (55%)
vetten 50% (35%)
eiwitten 10% (10%)
Tussen haakjes is voor volwassenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke aminozuren zijn essentieel?

A

leucine, isoleucine, valine, threonine, phenylalanine, tryptofaan, lysine, methonine en histidine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat zijn semi essentiële aminozuren?

A

dit zijn aminozuren die afhankelijk van de situatie gesynthetiseerd kunnen worden in het lichaam. Bij prematuur geboren kinderen kunnen deze aminozuren niet worden aangemaakt in het lichaam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat zijn semi essentiële aminozuren?

A

dit zijn aminozuren die afhankelijk van de situatie gesynthetiseerd kunnen worden in het lichaam. Bij prematuur geboren kinderen kunnen deze aminozuren niet worden aangemaakt in het lichaam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Waarom kan je geen gewone melk aan een zuigeling geven?

A

Teveel vet en niet genoeg ijzer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Welke voeding voor zuigelingen met een koemelk allergie?

A

Intensief hydrolysaat
Partieel hydrolysaat wordt verkocht als hypoallergeen maar is dat niet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Welke supplementen voor zuigelingen?

A

Bij borstvoeding: D, K en ijzer (in de vorm van fruit vanaf 4 maanden)
Bij flesvoeding alleen vit D (voor opname calcium en fosfaat)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Hoelang wordt vit D gegeven?

A

Tot 4 jaar bij lichte huidskleur, anders levenslang

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Hoelang wordt vit k gegeeven?

A

Tot 3 maanden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Hoe geef je een baby flesvoeding?

A

Start met wassen van handen
Maak een schone werkplek
Fles vooraf gesteriliseerd in kokend water
Afgestreken maatlepel poeder per 30 ml water
Gebruik gekookt kraanwater of bronwater uit fles
Dag 1: 7 x 10 cc is totaal 70 cc voeding/dag
Dag 7: 150 ml/kg/dg in 7 voedingen (150x3.1):7= 7x 65-70 ml
Fles verwarmen via magnetron/fleswarmer
Controleren van warmte aan binnenkant pols
Melk buiten koelkast slechts 1 uur houdbaar.
Melk in koelkast max. 24 uur houdbaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Wat is de vochtbehoefte van een kind tussen 0-3 maanden?

A

150-170 ml/kg/dg.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Hoe vaak moet een neonaat eten?

A

Max 6 uur zonder voeding
Min 6 keer eten per etmaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Wat is het gevaar van te lange voedingspauze?

A

Hypoglycemie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Bij welke zuigelingen is het risico op een hypoglycemie hoger?

A

Bij prematuren, dysmaturen, macrosomen en zieke kinderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Wat zijn redenen om de eerste dag al met enterale voeding te starten bij een premature en dysmature baby?

A

Dysmaturen hebben sneller hypoglycaemien als gevolg van intra-uteriene ondervoeding (geen reserves).

· Er zal een betere groei zijn bij enterale voeding omdat je meer calorieën kan geven enteraal dan parenteraal.

· Er is minder kans op infecties door kortere duur van infuusvoeding (parenterale voeding)

· Goede groei in de 1ee levensmaand kan een betere neurologische outcome geven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Wat zijn redenen om de eerste dag nog niet met enterale voeding te starten bij een premature en dysmature baby?

A

Er is een grote kans op ontwikkelen necrotiserende enterocolitis (NEC) wegens immaturiteit van de darm en mogelijk beperkte bloedstroom naar de darmen.

· Onrijpe darmmotiliteit zorgt vaak voor voedingsintolerantie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

Hoe geef je een premature baby enterale voeding?

A

moedermelk via een maagsonde (vanwege slikreflex)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

Wat zit er in een infuus met parentrale voeding?

A

glucose

aminozuren (3.0- 4.0 gram/kg/dg)

vetemulsie

vitamines, mineralen en sporenelementen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

Waar moet je op letten bij de voeding voor prematuren kinderen?

A

Een voeding met meer eiwit, calcium en fosfaat.
er moet ook vaker voeding worden gegeven (12-24)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
34
Q

Wat is het gevaar van slechte groei van een premature baby?

A

vertraagde psychomotore ontwikkeling en een lager IQ.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
35
Q

Wat is het gevaar van te sterke inhaalgroei?

A

metabool syndroom (obesitas, insuline overgevoeligheid, hoge broeddruk)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
36
Q

Hoe ontstaat rachitis?

A

vit D tekort door door onvoldoende intake, onvoldoende blootstelling aan zonlicht, onvoldoende leverfunctie of onvoldoende nierfunctie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
37
Q

Wat zijn symptomen van rachitis?

A

I. verbreding/verdikking van polsen en enkels

II. later gevolgd door het doorbuigen van de lange pijpbeenderen (o.m. O-benen)

III. Verdikkingen ten plaatse van de costo-sternale overgang (zogenaamde. rachitis-rozenkrans)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
38
Q

Welke labafwijkingen bij rachitis?

A

verlaagd calcium, fosfaat
verhoogd alkalische fosfatasen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
39
Q

Hoe toon je rachitis aan?

A

x-pols
x-knie bij prematuren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
40
Q

Wat is het verschil tussen de absorbtie van geneesmiddelen bij volwassenen en kinderen?

A

lagere absorbtie fractie
langere maximale concentratie (door langzame afbraak)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
41
Q

Wat zijn specifieke afwijkingen bij neonaten in geneesmiddelen absorbtie?

A
  • pH is hoog bij neonaten. Zuur-labiele stoffen hebben een betere bio-availability, Zwakke zuren daarentegen worden slechter opgenomen
    lage opname van lipofiele geneesmiddelen door bilaire functie
    vertraagde maaglediging

Ontogenie van intestinale drug-metaboliseerders en efflux tansporters is nog niet goed gekarakteriseerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
42
Q

Welke stappen in de meldcode voor kindermishandeling?

A

stap 1; vermoeden onderzoeken en aantekening in patienten dossier
stap 2; advies vragen
stap 3; zorgen bespreken met ouders
stap 4; overleggen met andere bij het gezin betrokken hulpverleners
stap 5; melding doen bij veilig thuis (en ouders op de hoogte stellen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
43
Q

Wat is het voornaamste verschil in distributie van geneesmiddelen tussen volwassenen en vooral jonge kinderen?

A

extracellulair volume bij prematuren hoger (80%) dan bij volwassenen (60%) > lagere spiegels bij dezelfde dosering per kg.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
44
Q

Wat is het belangrijkste enzymsysteem betrokken bij de omzetting van veel geneesmiddelen?

A

Cytochroom P450 familie. vooral CYP3A

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
45
Q

Wat is er aan de hand met Cytochroom P450 bij neonaten?

A

er is minder van

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
46
Q

Wat is de nierfunctie van neonaten?

A

De glomerulaire filtratie snelheid (GFR) is laag bij prematuren (tot 1 ml/min/m2) en ligt bij à terme kinderen op 10-15 ml/min/m2. In de eerste 2 weken van het leven vindt er een verdubbeling van de nierfunctie plaats.
de tubulaire filtratie loopt achter op de glomulaire filtratie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
47
Q

Waarom neemt de nierfunctie van een neonaat toe?

A

sterke verlaging van de renale vasculaire weerstand, een toename in de renale bloedflow en veranderingen in glomerulaire permeabiliteit en filter oppervlak.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
48
Q

Wat is een hygroma colli?

A

Een hygroma colli is een vochtophoping in de weke delen van de nek van de foetus.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
49
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
50
Q

Waardoor ontstaat hygroma colli?

A

hydrops foetalis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
51
Q

Wat is de definitie van SIDS?

A

het plotseling overlijden van een kind onder de leeftijd van 1 jaar dat zonder verklaring blijft, ondanks uitgebreid postmortaal onderzoek, inclusief obductie, onderzoek van de plaats van overlijden en analyse van klinische voorgeschiedenis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
52
Q

welke imunologische stoffen in moedermelk?

A

Eiwitten: immuunglobulinen (secretoir IgA), lactoferrine, lysozyme
· Cellen: macrofagen, lymfocyten
· Pre- en probiotica

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
52
Q

wat is het advies tav de frequentie van borstvoeding?

A

elke 2-3 uur bij voorkeur ‘on demand’ (dus als de baby honger heeft) ter voorkoming van stille ondervoeding aan de borst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
53
Q

wat is een metabole stoornis bij het kind dat een contraindicatie vormt voor het geven van borstvoeding?

A

Galactosemie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
54
Q

Wat is het gecombineerde risicopercentage van het doorgeven van het HIV virus tijdens de zwangerschap en via de moedermelk bij een met HIV besmette moeder aan haar kind?

A

ca 30%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
55
Q

welk middel tegen bipolaire stoornis is een ci voor borstvoeding?

A

lithium

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
56
Q

Hoeveel mag een gezonde zuigeling afvallen ten opzichte van het geboortegewicht?

A

10% bij goede conditie. Bij hoog-risico kinderen (prematuren, dysmaturen, infectie) wordt vaak bij een gewichtsverlies van 7,5% al ingegrepen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
57
Q

Welke medicatie als melkproductie niet natuurlijk op gang komt?

A

domperidon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
58
Q

Wat is colostrum?

A

Colostrum is de eerste moedermelk na de geboorte. In colostrum zit opvallend veel immunologische factoren, waaronder immuunglobulines, die het kind helpen in de afweer.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
59
Q

Bij welk geslacht zijn de effecten van borstvoeding het grootst?

A

bij jongens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
60
Q

wat gebeurt er in de long na de geboorte?

A

Het vocht in de long wordt geabsorbeerd door de pulmonale lymfevaten en capillairen. Dit gebeurt onder invloed van mechanische druk (compressie van de thorax tijdens de uitdrijvingsfase), hormonale factoren (bv. cathecholamines) en door de veranderende druk in de long na de geboorte.
Er is tijdens de eerste ademteug een vrij grote ‘openingsdruk’ nodig (> 20 cmH2O) om de long te laten expanderen. Belangrijke stimuli voor de eerste ademteug zijn kou en audiovisuele, proprioceptieve en tactiele stimuli.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
61
Q

Wat gebeurt er circulatoir na de geboorte?

A

De druk stijgt in het linkeratrium hierdoor wordt het foramen ovale dichtgedrukt.
De ductus arteriosus blijft open in utero onder invloed van prostaglandines. Aan het eind van de zwangerschap wordt de ductus steeds gevoeliger voor het constrictieve effect van zuurstof. Na de geboorte stijgt de zuurstofspanning in het bloed en sluit de ductus zich, normaal gesproken binnen enkele dagen na de geboorte.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
62
Q

Wat is de apgar score?

A

De Apgarscore bestaat uit 5 items, te weten hartfrequentie, ademhaling, kleur, spiertonus en de reactie op prikkels. Ieder item kan gescoord worden tussen 0 en 2 . De Apgarscore wordt 1 en 5 minuten postpartum bepaald, en zo nodig langer (10, 15 en 20 minuten) als deze niet groter of gelijk aan 7 is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
63
Q

Wat is een risico van een keizersnede voor het kind?

A

Voor de adaptie direct va de geboorte geldt dat de longen van het kind na een keizersnede niet zijn ‘samengeperst’ door het geboortekanaal. Hierdoor duurt het vaak langer voordat al het interstitieel vocht in de long is opgenomen door het capillair bed. Dit resulteert een TTN (transient tachypnoea of the newborn) of wet lung. Kinderen kreunen dan vaak, hebben een tachypneu en soms zuurstofbehoefte. Meestal herstelt dit binnen 24 uur/ een belangrijke en serieuze complicatie van TTN is een pneumothorax.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
64
Q

Wat is Persistent Pulmonary Hypertension of the Newborn (PPHN)?

A

Er treed een links rechts shunt op ten hoogte van de ductus arteriosus en het foramen ovale door te hoge vaatweerstand in de longen. risico op cyanose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
65
Q

Wat is het effect van een open ductus arteriolus bij een hartafwijking?

A

vaak beschermend, er worden postaglandines gegeven om de ductus open te houden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
66
Q

Wie heeft een verhoogd risico op een open ductus arteriolus?

A

prematuren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
67
Q

Wat is de behandeling voor een open ductus arteriolus?

A

prostaglandine synthese-remmer (bv. indomethacine of ibuprofen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
68
Q

Wat is het gevolg van een open ductus arteriolus?

A

longvaat overvulling en een steal van de rest van de circulatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
69
Q

Wat is de behandeling voor gynaecomastie bij neonaten?

A

expectatief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
70
Q

Wat is de prognose van een haemangioom bij neonaten?

A

de afwijking ontstaan in de loop van weken, en verdwijnt in de loop van maanden
betablocker bij ulcererende leasie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
71
Q

Wat is Syndactylie?

A

aan elkaar gegroeide tenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
72
Q

Wat is polydactylie?

A

een 6e vinger

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
73
Q

Wat is clinodactylie?

A

zijwaarts gebogen vingers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
74
Q

Wat is camptodactylie?

A

gebogen vingers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
75
Q

Wat is Colomba?

A

een grote asymetrische pupil (onschuldig)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
76
Q

Is behandeling nodig bij Neonataal cataract?

A

ja

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
77
Q

Wat is Retinoblastoom?

A

ogen van baby lijken op die van een weerwolf (behandeling noodzakelijk)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
78
Q

Is behandeling nodig voor Hernia inguinalis?

A

ja, om inklemming te voorkomen

79
Q

Is behandeling nodig voor Hernia umbilicalis?

80
Q

is een behandeling nodig voor Hydrocele testis?

81
Q

Hoeveel groeit de schedel van een baby in het eerste levensjaar?

A

de inhoud neemt een factor 3 toe in het eerste levensjaar tot het 70% van een volwassenen bereikt

82
Q

Hoe groot is het voorhoofd van een baby?

A

de helft van z’n gezicht

83
Q

Waardoor wordt de grote van de schedel bepaald?

A

door de hersengroei

84
Q

Welke fontanel is ruitvormig?

85
Q

Wat zijn de groeischijven van de schedel?

A

de schedelnaad

86
Q

De trigonocephalie wordt veroorzaakt door een synostose van:

A

Sutura metopica

87
Q

De Scaphocephalie wordt veroorzaakt door een synostose van:

A

Sutura sagittalis

88
Q

De brachycephalie wordt veroorzaakt door een synostose van

A

Dubbelzijdige sutura coronalis of lambdoidea

89
Q

De plagiocephalie wordt veroorzaakt door een synostose van:

A

Enkelzijdige sutura coronalis of lambdoidea

90
Q

Wat is de wet van Virchov?

A

Groei loodrecht op de synostotische schedelnaad is beperkt, waarop compensatoire groei plaatsvindt loodrecht op de richting met minder groei zodat uiteindelijk extra groei plaatsvindt in de richting van de synostotische naad

91
Q

De incidentie van craniosynostose bedraagt:

A

1:2500 geboortes

92
Q

Welke schedelvorm kent voornamelijk een autosomaal overervingspatroon?

A

Brachycephalie

93
Q

Wanneer is een afplatting synostotisch?

A

als deze bij de geboorte aanwezig is

94
Q

Wat voor overervingspatroon heeft Dystrophia myotonica?

A

expantion repeat

95
Q

Wat is genetische hetrogeniteit?

A

je kan hetzelfde syndroom krijgen van afwijkingen op verschillende genen

96
Q

Wat betekent allelisch?

A

afwijkingen op een gen kunnen verschillende syndromen veroorzaken

97
Q

Hoe heet het als het gen dat een syndroom veroorzaakt onbekend is?

A

een associatie

98
Q

Welke beeldvorming werkt slecht bij kinderen?

A

CT (Want minder vet)

99
Q

Wat zijn kenmerken van necrotiserende enterocolitis?

A

bolle buik met meteorisme
darmwand verdikking
pneumatosois intestinalis (belletjes lucht, begint meestal rechtsonder)
pneumoportogram
lucht
acitis
geen lucht in het rectum

100
Q

Welk onderzoek voor necrotiserende enterocolitis?

101
Q

Welke beeldvorming mag je niet gebruiken bij darm perforatie/ necrotiserende enterocolitis?

A

je mag geen contrast gebruiken

102
Q

Wat is volculus?

A

gedraaide darm

103
Q

Hoe toon je een volvulus aan?

A

paptest (contrast)
echo voor vaten

104
Q

Waar moet je aan denken bij projectielbraken?

A

pylorus stenose > lucht in de maag

105
Q

Hoe toon je een pylorus stenose aan?

A

met een echo

106
Q

Waar moet je aan denken bij een kind 0,5-4 jaar met koliekpijn?

A

invaginatie van de darm (darm schuift in elkaar > darm infarct)

107
Q

Welk onderzoek voor appendicitis bij kinderen?

108
Q

Wat is de behandeling voor invaginatie van de darm?

A

contrast onderzoek duwt de darm uit elkaar

109
Q

Welke symtomen bij fetal alcohol syndrome?

A

hartafwijkingen
groeiachterstand
nier, hersenen en skelet
korte oogspleten
lang en vlak philtrum
gedragsproblemen

110
Q

Wat zijn de principes van wilson?

A

tetrogeen effect is afhankelijk van
structuur/werking
dosis & duur
maternale modificatie
mogelijkheid de foetus te bereiken
embryonale leeftijd
embryonaal metabolisme
genetische gevoeligheid

111
Q

Wat is het effect van toxoplasma gondii?

A

hydrocephalie
micropthalmie
chorioentinitis
hersenbeschadiging
orgaanschade

112
Q

effect rubbela?

A

glaucoom
microphtalmie
cataract
hartafwijkingen
slechthorendheid
mentale retardatie

113
Q

pathologisch mechanisme rubella?

A

virale effecten (cellen stoppen met delen, hart en ogen)
schade door immuunrespons

114
Q

Welke veel voorkomende maternale aandoening geeft aangeboren afwijkingen?

A

de wisselende suikers bij DMI

115
Q

Wat is een andere naam voor softanon?

A

thalidomide

116
Q

Wat is valproaat?

A

een anti-epilepticum

117
Q

Wat zijn de tetrogene effecten van valproaat?

A

smal voorhoofd
vlakke neusbrug
korte neus
lang phi;trum
dunne lippen
hartafwijkingen
radiale straalafwijkingen

118
Q

Wanneer is een zwangere gevoelig voor vitamine A?

119
Q

Wat is het effect van vit A op een ongeboren baby?

A

craniofaciale afwijkingen
palatum schisis
neuraalbuisdefecten
cardiovasculaire afwijkingen
aplasie van de thymus
psychologische beperkingen
oorafwijkingen
kleine kaak
nierafwijkingen

120
Q

Wat is reticoic acid?

A

werkzame stof in accutane (tegen acne)

121
Q

Wat is het tetrogene effect van accutane?

A

aangeboren afwijkingen en abortus

122
Q

Waar staat torches voor?

A

toxoplasma
others
rubella
cytomeglocirus
herpes
syphylis

123
Q

Wat is de kans op een major anoomalie bij 3 minor anomalies?

124
Q

Wat is deformatie?

A

ontstaat door kracht van buitenaf er kan (gedeeltelijke) correctie optreden

125
Q

Wat is disruptie?

A

ontstaat en kan niet meer gecorrigeerd worden

126
Q

Wat is malformatie?

A

vanaf het begin niet goed aangelegd

127
Q

Wat is dysplasie?

A

afwijking bij een weefseltype in meerdere orgaan systemen

128
Q

Wat is het doel van registratie van aangeboren afwijkingen?

A

vastellen frequentie van een afwijking
evalueren effect interventies
evalueren veranderingen
plannen medische zorg
herkenning van tetrogene exposities

129
Q

hoeveel procent heeft een aangeboren afwijking?

130
Q

hoeveel van de aangeboren afwijkingen zijn syndromaal?

131
Q

Wat wijst op een syndromale afwijking?

A

meerdere aangeboren afwijkingen
groeiachterstand of achterstand in verstandelijke ontwikeling

132
Q

Wat zijn kenmerken van vater syndroom?

A

verterbral defects
anal atresia/stenosis
tracheo esophageal fistula
radial defects en renal annomalies

133
Q

Wat is de robin sequentie?

A

micro/retrognatie
verplaatsing van de tong naar achter
tong voorkomt sluiting van het zachte gehemelte
u vormige schisis

134
Q

Wat zijn de hoofdkenmerken van de trias pierre robin?

A
  • Micro retrognatie
  • Glossoptosis (uithangende tong
  • Ademhalingsproblemen
135
Q

Wat is scaphocephalie?

A

stenose van de sagitaalnaad

136
Q

Wat is trigoncephalie?

A

stenose van de metopicanaad

137
Q

Wat is plagiocephalie?

A

houdingsafhankelijke schedelafwijking

138
Q

Wat is brachycephalie?

A

stenose van de coronanaad

139
Q

Welke behandeling voor craniostenose?

A

veerdistractie (op jonge leeftijd) of open remodelatie

140
Q

Wat verhoogd de kans op verhoogde hersendruk bij craniostenose?

A

meerdere stenoses

141
Q

Welke schedelafwijking bij het syndroom van apert?

A

stenose van de coronanaad

142
Q

Wat is hypertellorysme?

A

ogen staan te ver van elkaar af

143
Q

Waaruit ontstaat het philtrum?

A

maxilair process

144
Q

Hoe worden facial cleft ingedeeld?

A

tessier en vd meulen

145
Q

Wat is ptosis?

A

hangend ooglid door verminderde functie in m levator palpebrae

146
Q

Wat is amblyopie?

A

scheelzien

147
Q

Wat is de meest voorkomende aangeboren afwijking in de mond?

A

te kort frenulum

148
Q

Wat is macrostomie?

A

joker lach

149
Q

Welke aangeboren oorafwijkingen zijn er?

A

bijoor, flapoor, microtie (minioor)

150
Q

Wat is craniofaciale microsomie?

A

major criteria; mandibula hypoplasie, microtie, orbita/ossale hypoplase, n. facialis

151
Q

Wat is de behandeling voor pierre robin?

A

mandibula distractie

152
Q

Wat is torticollis?

A

te strakke sternocleidomastoideus

153
Q

Wat zie je bij een webbed neck?

A

strengen langs de hals

154
Q

Wat is aangedaan bij polandsyndroom?

A

sternale kop van de musculus pectoralis major (vaker rechts, vaker man)

155
Q

Wat is gynaecomastie?

A

borstvorming bij mannen

156
Q

Wat is de behandeling van gynaecomastie?

A

liposuctie

157
Q

Wat is pseudogynaecomastie?

A

borstvorming bij mannen met overgewicht

158
Q

Wat zijn tubulaire borsten?

A

te hoge borstplooi

159
Q

Waardoor kan een spinabifida worden veroorzaakt?

A

foliumzuur

160
Q

Wat gaat er mis bij een cheilognatopalatoschisis?

A

fusie tussen frotonasale en maxillaire prominentie in week 6-9

161
Q

Wat is het probleem bij een geisoleerde palatoschisis?

A

fusie probleem tussen palatum gewelven in week 13-14

162
Q

Hoe vaak is schisis familiair?

163
Q

Wie heeft een verhoogd risico op schisis?

A

aziaten en mannen

164
Q

Wat wordt gedaan voor een correctie van schisis?

165
Q

Wanneer wordt een lipsluiting gedaan bij schisis?

A

op 3 maanden

166
Q

Welke spier is belangrijk bij een lipsluiting?

A

m obiculairis

167
Q

Wanneer wordt een palatoschisis geopereerd?

A

9-12 maanden

168
Q

Welke structuren zijn belangrijk bij praten?

A

m levator veli palatini
A palatina major

169
Q

Welke spraakafwijking bij een aandoening van de m levator veli palatini?

A

nasale stem

170
Q

Welk onderzoek bij slechte spraak na schisiscorrectie?

A

nasendoscopie

171
Q

Wat is pharyngoplastiek?

A

als de m levator veli palatin niet werkt wordt het gedeeltelijk dicht gemaakt

172
Q

Wat is le fort 1?

A

correctie osteotomie van de bovenkaak

173
Q

Welke ziekten worden vaak overgedragen van moeder op kind?

A

toxoplasmose
hiv en parvoB19
rubella
cytomegalovirus
herpes
syphilis

174
Q

Welke ziekten worden van moeder op kind overgedragen via de vagina (dus niet verticaal)?

A

GBS
E coli
herpes

175
Q

Waar komt listeria van?

176
Q

Welk antilichaam voor torches?

177
Q

Hoe doe je serologie bij een foetus?

A

chordocentese

178
Q

Wat zijn symptomen van CMV?

A

puntbloedingen en ictus

179
Q

Wanneer is een pos PCR bewijzend voor een congenitale infectie?

A

voor 21 dagen

180
Q

Wat is de behandeling voor CMV?

A

ganciclovir

181
Q

Waarop PCR bij CMV?

A

hielprik of urine

182
Q

Hoeveel procent restverschijnselen bij CMV?

A

90% bij symptomatisch, 10% bij asymtomatisch

183
Q

Wanneer is er een hoge kans op trasmissie van HSV?

A

bij een primaire infectie

184
Q

Welke behandeling voor HSV?

185
Q

Wat zijn complicaties bij TORCHES?

A

dysmaturiteit
microcephalie
hepatosplenomegalie
icterus
anemie / thrombocytopenie

186
Q

Waar vind lengtegroei plaats?

A

aan het uiteinde van botten

187
Q

Wanner is er sprake van een groeistoornis?

A

meer dan 2 sd verschil

188
Q

Wat is de target range voor lengte groei?

A

9 cm rondom target height

189
Q

Welke genafwijking kan een groeistoornis veroorzaken?

190
Q

Waar heeft groeihormoon effect?

A

op de lever, die maakt IGF-1 aan

191
Q

Waar test je op bij een groeistoornis?

A

GH en IGF-1
snp array

192
Q

Wanneer is de lengtegroei vaak hoger?

A

bij obesitas

193
Q

Wat is een constituoneel snelle rijping?

A

hoge lengte zoals verwacht

194
Q

Welke lengte krijg je bij een obesitas geinducceerde rijpijng?

A

normale lengte