Anesthesie Flashcards

1
Q

Wat is de pulsoxymeter ?

A

Een klipje wat op de oor of op de tong wordt aangebracht. Dit houd de hartslag en hoeveelheid zuurstof in het bloed in de gaten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Anesthesie betekent … ?

A

Is een proces om de waarneming van pijn en andere negatieve gevoelens te blokkeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Analgesie :

A

geen pijngevoel / pijnloosheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Sedatie :

A

Versuffing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Voor lokale verdoving gebruik je .. ?

A

Lidocaïne

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Via gas gebruiken we .. ?

A

Isofluraan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Uit welke stappen bestaat een breed algeheel anesthesieprotocol ?

A
  1. Premedicatie
  2. Inductie
  3. Onderhoud
  4. Uitleiden en recovery
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

In de lucht om ons heen zit .. ?

A

Zuurstof (O2) 21%
Koolstofdioxide (CO2) 0.03%
Stikstof (N) 78%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Lokale anesthesie is de blokkering van het zenuwgeleiding uit te schakelen maar welke ?

A

Pijn, temperatuurgevoel, druk en tast, motoriek / spierbeweging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Het anesthesietoestel bestaat uit :

A
  1. Gasflessen / zuurstofgenerator
  2. Reduceerventiel
  3. Flowmeter
  4. Verdamper
  5. Bypass-knop
  6. Ademballon
  7. Harmonikaslang
  8. Overdrukventiel
  9. Soda-lime canister
  10. Tube of masker
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoeveel % zuurstof zit er in de gasfles ?

A

100 %

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waar kun je het reduceerventiel vinden ?

A

bij de gasfles met zuurstof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe word de flowmeter ook wel genoemd ?

A

Rotameter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe stel je de flowmeter in ?

A

Hoeveelheid gas in ML/min of L/min

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat kun je doen met de bypass-knop ?

A

Met dit knopje kun je buiten de flowmeter en verdamper om een grote hoeveelheid extra zuurstof toevoegen aan het systeem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Waarvoor dient het overdrukventiel ?

A

Het teveel aan gas kan hier naar buiten worden afgevoerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

De sodalime canister word alleen gebruikt bij ?

A

Voor dieren die dikker zijn als 5 kg en is dus ook een half open systeem

18
Q

Voor het inbrengen van een tube gebruik je ?

A

Laryngoscoop en lidocaïne spray om de keel te verdoven

19
Q

Wanneer heb je de juiste dikte tube ?

A

Als je het meet tussen het tussenstukje tussen en de neusvleugels in

20
Q

Welke 3 vormen van lokaal anesthesie zijn er ?

A
  1. Oppervlakte
  2. Infiltratie
  3. Geleidings
21
Q

Wat word er gedaan met oppervlakte anesthesie ?

A

Hierbij het het anesthesiemiddel DIRECT OP het te verdoven oppervlakte aangebracht. Dit kan :
zalven, sprayen of druppelen

22
Q

Wat word er gedaan bij infiltratieanesthesie ?

A

Hierbij wordt het anesthesiemiddel IN HET WEEFSEL gespoten en dus worden alle zenuwuitlopertjes ter plekke verdoofd (bv; huidtumor, keizersnede, testikel)

23
Q

Wat word er gedaan bij geleidingsanesthesie ?

A

Wanneer een zenuw ergens in zijn VERLOOP met een relatief kleine hoeveelheid lidocaïne verdoofd wordt, zal het gehele verzorgingsgebied van deze zenuw verdoofd worden. (bv; onthoornen, ruggenprik, kreupelheid)

24
Q

Een goede anesthesie heeft 4 kenmerken :

A
  1. Geen bewustzijn
  2. Geen pijn
  3. Geen bewegingen
  4. Stabilisatie autonoom zenuwstelsel
25
Q

Hoe / waar word de premedicatie gespoten ?

A

In de huid (IM) of onder huid (SC)

26
Q

Hoe / waar word de inductie gespoten ?

A

In de ader (IV), onder huid (IM), in de buik (IP) of per inhalatie

27
Q

Hoe / waar word de onderhoud gespoten ?

A

In de ader (IV), in de huid (IM), in de buik (IP) of per inhalatie. Word vaak spuitpomp voor gebruikt

28
Q

Hoe leiden we uit en doen de recovery ?

A

Actieve bezigheid : Isofluraan op de verdamper uitzetten of antidoten (wakker spuiten)
Passieve bezigheid : bewaking temperatuur en reflexen, SPAR, rustige en warme omgeving, ademwegen vrij, postoperatieve pijnstilling

29
Q

Waar letten we op bij PATIËNT monitoring ?

A

Anesthesie diepte, Adem - hartfrequentie, ECG, Capnograaf, Pulsoxymeter, Thermometer

30
Q

Als we de patiënt monitoren en er is een ONVOLDOENDE diepte, wat gebeurt er dan ?

A

Reactie op pijnprikkel, ooglidreflex, ademhaling versneld en onregelmatig, hartslag meestal versneld

31
Q

Als we de patiënt monitoren en er is een OVERDOSERING, wat gebeurt er dan ?

A

Langzame oppervlakkige ademhaling, zwakke hartslag, pupillen worden wijder, bleke slijmvliezen, daarna adem- en hartstilstand

32
Q

Waar letten we op bij ANESTHESIE APPARAAT monitoring ?

A

Voorraad O2 gehalte fles, ademballon halfvol ?, flowmeters op juiste waarde ingesteld, vloeistofniveau verdamper

33
Q

Wat doet de ECG ?

A

Maakt een hartfilmpje en geeft de frequentie weer

34
Q

Wat doet de bloeddrukmeter ?

A

Geeft de polsfrequentie en bloeddruk weer

35
Q

Wat doet de pulsoxymeter ?

A

Meet het perifere O2 gehalte en hartslag en zuurstof in het bloed

36
Q

Wat meet de capnograaf ?

A

De hoeveelheid koolstofdioxide (CO2) in de in- en uitademingslucht

37
Q

Het halfOPEN systeem gebruik je … ?

A

Alleen voor kleine dieren, het dier ademt steeds weer VERS gasmengsel in, is DUUR in anesthesiemiddel, geeft lage ademweerstand,

38
Q

Het half GESLOTEN systeem gebruik … ?

A

Uitgeademde lucht wordt DEELS HERGEBRUIKT, CO2 absorber gebruiken, verbruik van anesthesie is lager, geeft grotere ademweerstand, voor grotere dieren

39
Q

Voorbereidingen inhalatiesystemen let je op .. ?

A

Controleren cuff, zuurstoffles, / vullen verdamper, flowmeter, bypass-knop, sodalime, evt. lekkage van ademballon en slangen, bewakingsapparatuur aanzetten

40
Q

Wat moeten we vooraf aan de eigenaar vertellen wat hij moet ondernemen vooraf aan de operatie ?

A

Wel / niet vasten
Verslikpneumonie / braken
Wel vocht !!

Konijnen, vogels en knaagdieren kun je niet laten vasten vanwege het verteringsstelsel

41
Q

Het parasympatisch stelsel is .. ?

A

in RUST toestand

42
Q

Het sympathisch stelsel is .. ?

A

in BEWEGING toestand