Anesthesie Flashcards
Anesthesie
gevoelloosheid (Tempratuur, pijn, aanraking)
Sedatie
Verminderd bewustzijn (“roesje”)
Lokale anesthesie
Lokale verdoving, bij deel van het lichaam
Spierrelaxatie
Spierverslapping
Amnesie
Geheugenverlies/verlies van (korttermijn) geheugen
Analgesie
Gevoelloosheid van pijn
Narcose/hypnose
Totaal verlies van bewustzijn
Waarbij horen Narcose/hypnose, Analgesie, Amnesie en Spierrelaxatie?
Algehele anesthesie
Welke soorten algehele anesthesie zijn er?
Gasanesthesie
Injectieanesthesie
Combinatie
Is het goed om anesthesie met meerdere middelen te geven?
Ja
Als je het met meerdere middelen geeft kan beter en veiliger.
Onderhoud
Onder anesthesie houden.
Uitleiding en recovery
Wakker laten worden.
Inleiding of inductie
Daadwerkelijk in slaap brengen,
pijnstilling, geheugenverlies, spierrelaxatie (iv of im).
Premedicatie
Dier rustiger (sedatie), pijnstilling,
onderdeel van algehele narcose (lagere dosering),
onderdeel van stabiele narcose.
Op welke manieren kan je injectie anesthesie toedienen?
Toediening IM en/of IV
IM= intramusculair (de spier)
IV= Intraveneuze (de ader)
Premedicatie middelen
- (Dex) medetomidine
- Xylazine
- Acepromazine
- Diazepam
- Buprenorfine
Waar is de algehele anesthesie afhankelijk van?
- Aard en noodzaak ingreep
- Gezondheidstoestand en welzijn
- Karakter en temperament
- Gevolgen van de anesthesie
- Veiligheid dierenarts of assistent