Anatomie Les 1 Plaatsbepalende uitdrukkingen

Question 1

Hoe noem je de voorzijde van het lichaam?

Answer 1

Ventraal

Question 2

Hoe noem je de achterzijde van het lichaam?

Answer 2

Dorsaal

Question 3

Hoe noem je alles (lichaamsdelen) wat aan de binnenkant van het lichaam ligt?

Answer 3

Mediaal

Question 4

Hoe noem je alles (lichaamsdelen) wat verder van het lichaam af is?

Answer 4

Lateraal

Question 5

Rechts (Latijn)

Answer 5

Dextro

Question 6

Links (Latijn)

Answer 6

Sinistro

Question 7

Waaruit bestaat een Inversie?

Answer 7

Plantairflexie
Supinatie
Adductie

Question 8

Waaruit bestaat een Eversie?

Answer 8

Dorsaalflexie
Pronatie
Abductie

Question 9

Welke bewegingen kan je maken in het:
Frontaal vlak/sagittale as?

Answer 9

Adductie
Abductie
Lateraalflexie

Question 10

Welke bewegingen kan je maken in het:
Sagittale vlak/Transversale as?

Answer 10

Flexie
Extensie
Anteflexie
Retroflexie
Ventraalflexie
Dorsaalflexie

Question 11

Welke bewegingen kan je maken in het:
Transversale as/longitudinale vlak?

Answer 11

Endorotatie
Exorotatie
Rotatie
Torsie
Pronatie
Supinatie

Question 12

Wat gebeurt er bij een Statische contractie?

Answer 12

De spier houdt een vaste positie aan, dit zorgt voor meer spieruithoudingsvermogen.

Question 13

Welke soorten dynamische contracties zijn er?

Answer 13

*Concentrisch
*Excentrisch
*Isokinetisch
*Isotoon

Question 14

Wat gebeurt er bij een concentrische contractie?

Answer 14

De spier verkort waardoor hij meer kracht kan leveren (bijvoorbeeld bij het wegdrukken Bankdrukken)

Question 15

Wat gebeurt er bij een Excentrische contractie?

Answer 15

De spier verlengt maar levert ook kracht op. (Bijvoorbeeld laten zakken van gewicht Squaten)

Question 16

Wat gebeurt er bij een Isokinetische contractie?

Answer 16

Contractie van de spier met constante snelheid, enkel met apparatuur mogelijk (*niet met losse gewichten)

Question 17

Wat gebeurt er bij een Isotone contractie?

Answer 17

Contractie van de spier met constante spierspanning.