Anatomie Flashcards
Sagittaal
Parallel aan de mediaanlijn
Rostraal
Meest craniale punt
Proximaal
Dicht tegen de wervelkolom
Distaal
Weg van de wervelkolom
Aanpassingen dunne darm
Duodenum: spijsverteringsenzymen
Jejunum: opname bouwstenen
Ileum: lymfesysteem
Soorten papillen in de tong
Papillae filiformes: onderhouden vacht kat
Papillae conicae: ruwe tong bij rund voor verhoogde grip
Papillae foliatae: niet aanwezig bij hond, bladpapillen
Rundertong
Torus lingualis is bobbel op het corpus, fossa lingualis is een craniale put en tevens ontstekingsgrond
Gehemelte
Palatina durum: hard gehemelte
Palatina molle: zacht gehemelte
Palatina molle loopt verder en vormt een ostium interpharyngea (gat), omringd door 2 plica palato pharyngea (plooien)
Brachysephaal
Korte neus, zacht gehemelte hangt los, waardoor je een snurkend geluid krijgt. Hebben vaak een blauwe tong door te weinig zuurstof in het lichaam
Speekselklieren
Glandula parotis: langs het oor, afvoer via ductus parotideus
Glandula mandibularis: thv mandibula (onderkaak)
Glandula sublingualis: onder de tong, 2 soorten
- monostematica: 1 afvoer, niet bij het paard
- polystematica: meerdere afvoeren
Glandula buccalis: in de wand van de wang
Droes
Ontsteking aangezichtszenuw door ontsteking glandula parotis die hierboven ligt. Aangezicht zal afhangen.
Regio’s van de maag
Incisura angularis: scheiding tussen corpus en pylorus
Fundus: koepel die uitsteekt
Pars cardia: deel waar de slokdarm toekomt
Pylorus: bevat 2 delen
- antrum: breed deel, zak
- Canalis: smal deel, kanaal
Boven de canalis pyloricus zit een sfincter, hierna kom je in het duodenum terecht.
Het lichte deel van de maag is nonglandulair, het donkere deel is glandulair.
Contraheren maag
- Betonmolen
- Relaxatie
- Propulsie: voedsel gaat door naar sfincter
Kan een paard boeren/braken
Nee, door de stevige cardiasfincter. Bij veel gasvorming krijg je dus direct problemen, ook bij overvulling.
Wie heeft een voormaag
Oorspronkelijk hadden paard, rund en varken een voormaag, maar die is enkel bij het rund blijven bestaan. Het paard heeft een grote Saccus caecus overgehouden en het varken heeft een ventriculair diverticulum in de maag.
Een vogel heeft ook een voormaag; de spiermaag voor de kliermaag
Plicae gastricae
Wanneer de maag leeg is, zijn deze zichtbaar. Ze zorgen voor oppervlaktevergroting en verdwijnen zo gauw de maag vult.
Pylorusstenose
Aangeboren afwijking waarbij het pyloruskanaal vernauwd is. Lijkt een soort kurk waardoor het voedsel niet kan passeren, een hond zal van jongs af aan al gaan braken.
Welke weg legt voedsel af
- Maag
1a. Ampulla duodeni - Duodenum
- Pars descendens
- Pars transversum
- Pars ascendens - Jejunum (hangt vast met mesenterium)
- Ileum
- Blinde darm (caecum)
- Colon (ascendens-transversum-descendens)
- Rectum
Darmconformatie
Termen voor richting uit humane geneeskunde, dus dier rechtop inbeelden
- Maag
- Pars cranialis
- Flexura cranialis
- Pars descendens (rechterzijde dier)
- Flexura caudalis met pars transversum
- Pars ascendens (linkerzijde dier)
Verschillende segmenten onderscheiden:
- Duodenum Pars descendens: mesoduodenum aan wervelkolom
- Duodenum Pars ascendens: plica duodenocolica aan colon
- Jejunum: einde plica duodenocolica en hangt vast met mesenterium
- Ileum: plica ileocaecalis aan het caecum
- Jejunum bevat geen lymfefollikels, ileum wel
Miltruptuur
Wanneer een hond gegeten heeft komen maag en milt buiten de borstkas te liggen. Aangezien de milt heel goed doorbloed is kan het dier in shock gaan bij een ruptuur.
Omentum majus
“Visnet”, bedekt alle organen caudaal van de maag behalve de urineblaas en de volledige rechterzijde van het lichaam, behalve het duodenum Pars descendens.
Je spreekt van 2 bladen:
- Lamina pariëtalis: tegen de wand
- Lamina visceralis: tegen het darmpakket
Lever
Vena portae voert alle voedingsstoffen van de darm af naar de lever.
Ligamentum falciforme: embryonale vene van de navelstreng, loopt als een sikkel over een deel van de buik tot aan de navel
Foramen epiploïcum
Toegang tot de bursa omentalis, deze bevindt zich rechts.
- Craniaal: processus caudatus van de lobus caudatus van de lever
- Caudaal: pars cranialis van het duodenum
- Dorsaal: vena cava caudalis
- Ventraal: vena portae
Galblaas
Stapelorgaan voor galzouten, bij alle dieren behalve bij het paard.
Pancreas
Oorspronkelijk dorsaal en ventraal deel; in embryonale ontwikkeling is het dorsale deel omgeklapt.
Ventraal deel heeft ductus pancreaticus, dorsaal deel heeft ductus pancreaticus accessorius die uitmondt in de papilla duodeni minor.
Rund en varken enkel papilla duodeni minor, paard en hond wel 2 afvoerwegen.
Slederijdende hond met stinkende afscheiding
Bij de hond kunnen de sinus paranales (anaalzakjes) ontsteken omdat hier de glandulae sinus paranales inzitten. Hier kunnen uitwerpselen in komen waardoor je een ontstekingsreactie krijgt. De hond zak uit jeuk gaan slederijden, waardoor de stinkende brij naar buiten komt. Je zal lokaal antibiotica moeten aanbrengen, omdat het bacterieel is.
Verschillen met basispatroon paard
- lange borstkas: 18 paar ribben tov 13, dus meeste ingewanden beschermd door een harnas
- ligamentum lieno-renale: verbinding tussen milt en linkernier, ook wel milt-nierband
- rechterflank volledig ingenomen door caecum, zit van boven vast met banden en plicae, tip zit volledig los en zit tegen het xyfoïd
- heel sterke cardiasfincter
- grens tussen glandulair en nonglandulair in de maag is de Margo plicatus
- 2 hoefijzers van het colon: colon ascendens dextrum ventralis en colon ascendens sinistrum dorsalis, aan elkaar met plica intercolica
- ruim mesocolondescendens, dus gemakkelijk rectaal onderzoek
- colon crassum: colon ascendens en colon transversum samen, “dik gedeelte”, colon ascendens heeft taeniae
- ampulla recti: spierwervels van rectum naar caudale staartwervels, helpen rectum te legen
- geen galblaas, geen processus papillaris en lobus Dexter is 1 geheel
Omentum majus zit vast aan de curvatura major van de maag
- maag aan milt: l. Gastrolienale
- maag aan duodenum: l. Gastroduodenicum
- linkernier aan milt: l. Lienorenale
- rechternier aan lever: l. Hepatorenale
Contraheren caecum
4 spierstroken (taeniae) werken samen met zakjes (haustrae) als een soort accordeon. Dit is een variabel systeem van samentrekken en relaxeren.
Door haustrae krijg je inwendig opstaande wanden, dit zijn plicae semilunares. Ook krijg je 2 openingen:
- Ostium ileocaecale: voedsel van ileum naar caecum
- Ostium caecocolicum: voedsel van caecum naar colon
Koliek
- Obstipatiekoliek: Flexura pelvina is een tegennatuurlijke bocht waar droge mest kan komen vast te zitten
- Zandkoliek: zand blijft in de tip van het caecum zitten en geraakt er niet meer uit, zorgt voor irritatie, ontstekingen en pijn
- Darmslingeringen achter milt nierband, waardoor je afsnoering kan krijgen.
- Gaskoliek: ophoping van gas in de darmen
Verschillen met basispatroon Varken
- maag heeft ventriculair diverticulum
- omnivoor, dus caecum tussen carnivoor en herbivoor in
- bij alle dieren behalve varken ligt caecum rechts
- colonkegel: colon ascendens bevat verschillende windingen, centripetaal naar centrum toe, centrifugaal van centrum af, overgang thv Flexura centralis
- enkel ductus pancreaticus accessorius
Traumatische reticulo-pericarditis
Reticulum ligt tegen diafragma, wat een dunne spier is. Runderen zijn onzorgvuldig met opname van voedsel en zullen met de tong als een zeis van alles innemen. Soms komen scherpe voorwerpen mee; deze gaan door de slokdarm omdat dit een dikke spier is en komen vervolgens in het reticulum, welke een dunnere wand heeft. Het voorwerp zal de wand van het reticulum doorboren om vervolgens door het diafragma en pericard te dringen. Het rund zal suf zijn en de melkproductie zal afnemen.
Magen rund
De netmaag is van de pens gescheiden door een groeve; sulcus ruminoreticularis. Vervolgens kom je in het pensatrium, deze is van de rest van de pens afgescheiden door de sulcus cranialis. Deze zet zich horizontaal voort in een sulcus longitudinalis sinister en dexter. De dorsale en ventrale zak zijn achteraan ingesnoerd door een sulcus caudalis. Loodrecht op het eind van deze sulcus loopt de sulcus coronarius. Je krijgt 2 blindzakken; saccus caecus caudodorsalis en saccus caecus caudoventralis.
Ructus
Wanneer een rund eet en drinkt zullen de zwaardere voedselpartikels naar beneden zakken in de pens. Doordat de pens zorgt voor afbraak van cellulose krijg je gasvorming. Dit gas drijft binnen de maag naar boven. Het rund kan gaan boeren, dit is ructus. Het rund gaat de saccus caecus caudodorsalis samentrekken, waardoor je een luchtverplaatsing naar craniaal krijgt.
Reticulum/netmaag
Binnenkant ziet eruit als een honingraat. Op de cellulae zitten witte puntjes, dit zijn papillen. Deze zorgen voor oppervlaktevergroting en filtratie.
Slokdarmsleuf
Volwassen runderen en kalveren hebben een slokdarmsleuf, dit is niets anders dan de sulcus reticularis samen met de sulcus omasi. Deze bevatten labiae om te kunnen openen en sluiten. Bij kalveren is het belangrijk dat de moedermelk direct naar de lebmaag gestuurd wordt, omdat het anders in de pens zou gisten en je verlies aan nutriënten krijgt. Op het moment dat melk binnenkomt worden de labiae geprikkeld en zullen ze sluiten.
Lebmaagverplaatsing
Bij hoogproductief melkvee kan door de hoge productie teveel gasvorming ontstaan waardoor de lebmaag gaat drijven. Deze klapt om naar de linkerkant en je krijgt afsnoering. Typisch bij zo’n koe is dat ze lusteloos zijn, minder eten en minder melk produceren. Als dierenarts hoor je een “ping” bij tikken op de linkerflank.
Maagtorsie
Bij grote hondenrassen die na het eten gaan spelen kan je een maagtorsie tegenkomen. De dieren zullen plots suf zijn en in shock gaan. Een typisch symptoom hiervan is dat de mucosa wit zijn en ook blijven als je erop drukt. Omdat dit vaker voorkomt dan een miltruptuur, opteren sommige eigenaren om de maag als pup preventief vast te zetten dmv gastropectie.
Omasum/boekmaag
Bij doorsnijden zie je verschillende bladen, net als een boek. Deze hebben variërende lengtes en zijn van belang voor het zeven van partikels. Ook heeft deze een pomp/zuigfunctie, want het zal voedsel vanuit de netmaag aantrekken.
Abomasum/lebmaag
Bevat aan de binnenkant verschillende plicae en kan sterk toenemen in volume. De pylorussfincter bij een rund is heel zwak, dus alles wordt rechtstreeks doorgestuurd naar de dunne darm. Wel is er een torus pyloricus (dop) aanwezig, deze kan zorgen voor een barrière.
Caecumtorsie
Komt voor bij runderen, omdat het caecum enkel vasthangt met de plica ileocaecalis.
Darmpakket rund
Colonschijf, ligt volledig vertikaal als een cirkelzaag. Dit is allemaal colon ascendens. Allereerst 1,5 winding omlaag, vervolgens flexura centralis, waarna je weer 1,5 winding omhoog krijgt. Colon descendens (colon sigmoïdeum) is heel grillig, doordat het mesocolondescendens veel langer is dan bij het paard. Omentum majus zit vast aan de sulcus longitudinalis sinister en dexter van de pens. Toegang tot de bursa omentalis is enkel bij het rund daadwerkelijk aanwezig, bij de andere dieren is het virtueel. De darmen liggen dorsaal van de bursa omentalis in de recessus supraomentalis.
Aspergillose
Schimmel die vaak voorkomt bij langsnuitige hondenrassen, zal uiteindelijk de neusschelpen doen verteren. Omdat er in de neus een neusseptum zit, zal je de behandeling in beide neusgaten moeten toepassen.
Cartillago allaris
Vleugelkraakbeen bij het paard. Bij zware inspanning kan de laterale neusvleugel opengezet worden. Ook kan er een zogeheten neustrompet voorkomen; een hengst gaat feromonen opnemen bij het zien van een hengstige merrie.
Sinus in de maxilla
Belangrijk bij tandproblemen bij het paard. Je kan de kiezen niet trekken, maar via de sinus kan je ze eruit slaan. Je slaat met hamer en beitel naar de mondholte toe.
Sinusitis
Omwille van een ontsteking ontstaat vocht in de sinus frontalis. Omdat hier normaal gesproken lucht in zit, krijgt het dier een zwaar hoofd. Vaak gebeurt dit bij runderen, omdat zij een uitloper van de sinus frontalis hebben in hun hoorn. Wanneer onthoornen niet zorgvuldig gebeurt, komt deze open te liggen.
Diverticulum tubae auditivae
Het paard bevat naast de sinussen ook een luchtzak, namelijk een divertikel van de tuba auditiva. Deze is enkel te zien bij een levend paard, want na overlijden collabeert deze.
Cornage
Verlamde stemband bij het paard. Doordat de stemband slap hangt, hoor je een snurkend geluid. Voor een recreatiepaard is dit niet erg, maar bij zware inspanning kan het zorgen voor een verminderd uithoudingsvermogen. Sommige dierenartsen spannen de stemband opnieuw op, maar dit leidt tot fraude. Het is namelijk een genetisch probleem wat na doorfokken ook in de nakomelingen terecht komt.
Stembanden
Ligamentum vocalis wordt geflankeerd door de musculus vocalis, dit vormt samen de plica vocalis (echte stemband). Het ligamentum ventriculare wordt geflankeerd door de musculus ventricularis, deze vormen samen de plica vestibularis (valse stemband). De valse stemband ligt rostraal en meer naar lateraal van de echte stemband.
Tussen de valse- en echte stemband zit het zakje van Morgagni, dit is een ventrikel aan de laterale kant van de larynx, oftewel de ventriculus lateralis larynchealis. Bij de Williams operatie wordt een stukje van het zakje weggehaald en wordt de stemband weer opgespannen.
Hoe produceer je geluid
Het ligamentum vocale hangt vast aan de processus vocalis, de musculus ventricularis hangt vast aan de processus muscularis. Doordat het arytenoïdkraakbeen gaat draaien, zal het ligament aangespannen worden en kan je geluid produceren.
Larynx
- Epiglottis; strottenklep, sluit de larynx af
- Thyroïd; schildkraakbeen, is U vormig en een goot
- lamina sinistra en dextra met een corpus ertussen
- aan de binnenkant 2 arytenoïdkraakbeenderen
- bij het paard processus rostralis en processus caudalis - Cricoïd; zegelring, zit caudaal en hierop volgen tracheaalringen
- Arytenoïd; dubbel aangelegd
Waarom kan je bij een paard direct een incisie maken naar de laryncheale holte
Bij het paard is het corpus thyroïdea heel klein en is er een grote incisura thyroïdea caudalis aanwezig. Bij een rund is het corpus juist heel groot en de incisura heel klein.
Cricothyrotomy
Soms gaan honden happen naar bijen en deze doorslikken, waardoor ze thv de keel een zwelling een ontstekingsreactie krijgen. Hierdoor kan er geen lucht meer door en zal je een incisie moeten maken door het ligamentum cricothyroïdea (van zegelring naar thyroïd). Dit is een cricothyrotomy. Het ligament is wel goed verstopt, dus je moet zoeken naar de eerste tracheaalring en iets meer naar craniaal gaan .
Tracheaalringen
- Mens: volledig open
- Paard: overlap en klein spatium retromucosum
- Varken: kleine overlap en klein spatium retromucosum
- Hond: tracheaalring heeft een U vorm en musculus trachealis ligt erbuiten
- Rund: 2 omhoogstaande lippen, mucosa aan dorsale zijde beschermd door musculus trachealis en tussen musculus en buitenkant zit spatium retromucosum.
Spatium retromucosum
Van belang in het slachthuis voor het opmerken van rundertuberculose. Dit gebied is lymfoïd weefsel en rundertuberculose gaat zich manifesteren in de lymfeknopen. Je zal de trachea dus moeten controleren op tuberculosebacillen.
Diersoortverschillen longen
Paard
- incisura cardiaca voor het hart
- facies diafragmatica; uitholling voor het diafragma, buitenkant is facies costalis
- impressio oesophagea; indeuking voor slokdarm aan mediale zijde
- impressio aortae; indeuking voor aorta aan dorsale zijde
Rund
- meeste opdeling van de longen, dit maakt waarom er een tracheaalbronche is, mondt uit in lobus cranialis dexter
Varken
- gelijkaardig aan rund, maar minder onderverdeling
Hond
- gelijkaardig aan varken, maar geen tracheaalbronche
Mediastinum
Geheel van dorsaal mesenterium en ventraal mesenterium; bindweefselschot waarin leidingen lopen.
- Precardiaal: begin van de borstkas, bevat slokdarm, trachea en grote bloedvaten
- Cardiaal: thv hart, geen trachea meer te zien, wel hoofdbronche
- Postcardiaal: bijna tegen diafragma, tot ongeveer halve hoogte wand omhoog die vastzit aan de vena cava caudalis. Links is recessus mediastinum, waar lobus accessorius in past. Plica vena cava caudalis zit vast aan de onderkant van de vena cava.
Cardiomyopathie
Rechterventrikel dikker dan het linkerventrikel terwijl het omgedraaid hoort te zijn
Trabekels in het hart
Vleesvormige trabekels/trabeculae carnea van binnen in de wand. Spieren van ventrikelwand naar interventriculair septum, dit zijn trabeculae septomarginalis. 2 atria zijn van elkaar gescheiden door interatriaal septum. In de atria zitten musculi pectinati.
Verschil linker- en rechterhart
Omdat het hart 90 graden tegen de klok in is gedraaid, kan je niet van een linker- en rechterhart spreken. Aan de linkerkant van het dier zitten de hartoortjes, daarom is dit de facies auricularis. De hartoortjes dienen voor oppervlaktevergroting van de atria. Aan de rechterkant van het dier zit de facies atrialis.
Terminale arteriën
De belangrijkste organen worden bevloeid door terminale arteriën, dit zijn enkele arteriën die een speciaal gebied bevloeien. Wanneer 1 van deze arteriën dichtslibt, wordt heel het gebied niet meer van bloed voorzien. Dit is wat er gebeurt bij een hartinfarct.
Bloedstroom en anatomie van het hart
Op de grens tussen 2 ventrikels zit centraal het interventriculair septum. Van buiten kan je de sulcus interventricularis sinister en dexter zien. In de sulcus interventricularis loopt de arteria coronaria sinistra, die via de ramus interventricularis paraconalis naar boven loopt.
De ramus circumflexus (bocht onder het hartoortje) van de arteria coronaria sinistra loopt in de sulcus coronarius naar de auriculaire zijde. Vervolgens loopt deze naar beneden en komt terecht in de sulcus interventricularis sinistra. Vanaf daar heet de verderzetting de ramus interventricularis paraconalis. Deze loopt langs de conus arteriosus. Zuurstofarm bloed wordt afgevoerd via de vena cordis magna, deze volgt volledig hetzelfde verloop als de arteria coronaria sinistra, maar mondt uit in de vena cava thv de sinus venarum cavarum.
Aan de atriale zijde heb je de arteria coronaria dextra, die in de sinus coronarius dexter loopt. Deze hoeft geen grote omslag te maken. De arterie loopt verder als een ramus interventricularis subsinuosus. Hier wordt zuurstofarm bloed gecollecteerd door de vena cordis media.
Tussen de basis van de truncus pulmonalis en de rechterventrikel zit een kam, dit is de crista supraventricularis. Achter de 2 grote bloedvaten (aorta en truncus pulmonalis) zit een holte, dit is de sinus transversus pericardi.
Hartkleppen
Tussen het linkeratrium en linkerventrikel bevinden zich 2 atrioventriculaire kleppen, dit is de mitralisklep. Tussen het rechteratrium en rechterventrikel zijn het er 3 en spreek je van een tricuspidalisklep.
Crista terminalis
De kam die naar binnen loopt onder de vena cava cranialis en boven het rechteratrium is de crista terminalis. Dit is een voortzetting van de sulcus terminalis.
Dankzij de crista terminalis gaat de vena cava cranialis in een ongeboren individu rechtstreeks door naar het linkerhart. Op het moment van de geboorte komt er zuurstofrijk bloed in het linkeratrium en in het rechteratrium zat al bloed, dus de 2 septa interatriales komen tegen elkaar en het foramen ovalis zal sluiten. In een volwassen individu is deze terug te vinden als fossa ovalis.
Hartcontractie
Hiervoor is een autonoom systeem nodig. alles wordt geleid vanuit de sinoatriale knoop, welke zich in de crista terminalis bevindt. Deze leidt tot contractie van de atria. Op de overgang van de atria en ventrikels ligt de atrioventriculaire knoop die 2 bundels afgeeft in het interventriculair septum. Deze bundels lopen uit door de trabeculae septomarginalis naar de wand, dit zijn de Purkinjevezels die zorgen voor contractie van de ventrikels.