Alles Flashcards

1
Q

Business Dynamics

A

Business Dynamics verwijst naar het begrip van hoe bedrijfsprocessen, ecosystemen en systemen evolueren en interageren over de tijd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Systeemdenken

A

Systeemdenken is het vermogen om te begrijpen hoe de onderdelen van een systeem met elkaar interageren om het gedrag van het geheel te produceren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke business modellen zijn er?

A

Lineaire, duurzame, circulaire en regeneratieve

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Lineaire businessmodellen

A

volgen een traditionele aanpak waarbij producten worden gemaakt, gebruikt en weggegooid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Duurzame businessmodellen

A

richten zich op het verminderen van negatieve milieueffecten en het bevorderen van langetermijnvoordelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Circulaire businessmodellen

A

streven naar hergebruik en recycling van producten en materialen om verspilling te minimaliseren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Regeneratieve businessmodellen

A

proberen actief natuurlijke hulpbronnen te herstellen en te vernieuwen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Bedrijfsecosystemen

A

Bedrijfsecosystemen zijn verzamelingen van actoren die bijdragen aan een gezamenlijk resultaat, zoals producenten, leveranciers, dienstverleners, enz.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke bedrijfsecosystemen zijn er?

A

• Innovatie-ecosysteem

• Service-ecosystemen

• Platformecosystemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

• Innovatie-ecosysteem

A

beschrijft hoe wettelijk onafhankelijke actoren gezamenlijk waarde kunnen creëren. De focus van dit perspectief ligt op technologie of nieuwe waarde proposities die de gezamenlijke inspanningen van meerdere actoren vereisen voor een succesvolle implementatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

• Service-ecosystemen

A

zijn gebaseerd op de service-dominante logica, waarin service wordt beschouwd als de basis van alle sociale en economische uitwisseling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

• Platformecosystemen

A

beschrijven hoe actoren zich organiseren rond gemeenschappelijke technologische en marktgerichte platforms

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Ecosystem Pie Model

A

Het Ecosystem Pie Model (EPM) omvat elementen zoals hulpbronnen, activiteiten, toegevoegde waarde, waardecaptatie, risico en afhankelijkheid om de dynamiek van ecosystemen te begrijpen.

Het is een model dat gebruikt wordt om de belangrijke elementen van een bedrijfsecosysteem te begrijpen en analyseren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Elementen van het ecosystem pie

A
  • actoren
  • hulpbronnen
  • activiteiten
  • toegevoegde waarde
  • waarde vastleggen
  • risico
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

PIE - Hulpbronnen

A

Dit zijn middelen die beschikbaar zijn voor de ‘actor’ om waarde te creëren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

PIE. Activiteiten

A

Dit zijn de processen en activiteiten die worden uitgevoerd om de beschikbare hulpbronnen om te zetten in waarde

17
Q

PIE - Toegevoegde waarde

A

Dit verwijst naar de unieke waarde die door de ‘actor’ wordt gecreëerd en aan het ecosysteem wordt toegevoegd.

18
Q

PIE - Waarde vastleggen

A

Dit heeft betrekking op de vorm en omvang van de gecreëerde waarde die door de ‘actor’ wordt vastgelegd.

19
Q

PIE - Risico

A

Dit wordt aangeduid met de kleuren rood, geel en groen en geeft de mate van risico aan dat de ‘actor’ loopt in het ecosysteem

20
Q

PIE - Afhankelijkheid van het succes van het ecosysteem

A

Dit wordt aangeduid met laag (L), gemiddeld (M) of hoog (H) en geeft aan in welke mate de ‘actor’ afhankelijk is van het succes van het gehele ecosysteem.

21
Q

PIE - Actoren

A

actoren - producenten, leveranciers, dienstverleners, eindgebruikers, toezichthouders, maatschappelijke organisaties, en organisaties - die bijdragen aan een gezamenlijk resultaat.

22
Q

Transformative Participatory Action Research

A

Participatory action research (PAR) is een benadering waarbij deelnemers actieve bijdragers zijn aan onderzoek en betrokken zijn bij alle fasen van het onderzoeksproces.

Het is een onderzoeksmethode waarbij deelnemers actief betrokken zijn bij het onderzoeksproces om praktische kennis te genereren.

23
Q

Abstract Tamar

A

Dit abstract beschrijft een strategietool genaamd het Ecosystem Pie Model (EPM) om innovatie-ecosystemen te begrijpen en te ontwerpen.

24
Q

Abstract GEISSFORFFER

A

Dit abstract bespreekt het concept van de circulaire economie en de rol van circulaire bedrijfsmodellen en supply chains in duurzame ontwikkeling

25
Q

Abstract Konietska

A

Dit abstract behandelt de te ontwikkelen en de overgang naar een circulaire economie en de noodzaak van experimentatie voor multinationals om nieuwe businessmodellen bijbehorende institutionele, strategische en operationele acties.

26
Q

Multi-Level Perspective

A

Dit perspectief omvat niche-experimenten, sociaal-technologische regimes en het landschap, die gezamenlijk de evolutie van innovatie en verandering beïnvloeden.

27
Q

Wicked Problems

A

Wicked Problems zijn complexe problemen die moeilijk op te lossen zijn vanwege hun complexiteit en de verschillende perspectieven van belanghebbenden.

Bv. Stikstof

28
Q

Supply Chain & Operations Management

A
  • narrowing loops
  • lean
  • closing loops
  • slowing loops
29
Q

“narrowing loops,”

A
  • Het optimaliseren van bestaande processen
30
Q

“Lean”

A
  • Herontwerpen van processen om meer te bereiken met minder
31
Q

“Closing loops”

A
  • Het ontwerpen van nieuwe processen en supply chains voor hergebruik
32
Q

“Slowing loop”

A
  • Het verlengen van het gebruik van producten