ALLES Flashcards

1
Q

Mucovisidose

A
  • Meconiumileus bij geboorte (darmobstructie)
  • DIOS na 5e levensjaar (Distaal Intestinaal ObstructieSyndroom)
    • • Koliekpijnen
    • • Galbraken
    • • Opgeblazen abdomen
  • Diabetes vanaf 12j
    • • Gestoorde insulineaanmaak en insulineresistentie
  • Vermoeidheid + gewichtsverlies
  • Polydipsie + polyurie
  • Gal en lever cirrose
  • Portale hypertensie + miltvergroting
  • Steriliteit mannelijke genitalia
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Astma

A
  • Overdreven gevoeligheid of hyperreactiviteit vd LW
  • Bronchoconstrictie: spasme vd gladde spiercellen cd kleine luchtpijptakken
  • Zwelling v mucosa (oedeem & inflammatie)
  • Erfelijk
  • 2 prikkels
    – allergieën
    – aspecifieke
    -§- Verf
    -§- Luchtvervuiling
    -§- Roken (50%)
    □— Pakjaren: (aantal sig per dag X aantal jaren roken):20
  • Plotse aanvallen (tussen aanvallen geen klachten)
  • Expiratoire wheezing
  • Frequentste ontwikkelingen: Status asmaticus:
    – Aanhoudende therapieresistente aanval
    – Door uitputting, hypoventilatie en hypoxemie: mogelijks fataal
    – Ernstig als polsfrequentie meer dan 120/min
    – en als de pols zwakker is tijdens het diep inademen.
  • Technisch OZ
    – Tijdens aanval (FEV1 lager dan normaal, maar vrij constant)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

COPD

-chronische bronchitis

A
  • Overdreven gevoeligheid of hyperreactiviteit vd LW
  • Zwelling v mucosa (oedeem & inflammatie)
  • Extra slijmvorming (surinfecties)
  • Roken (80%)
  • Chronische verergerende klachten
  • Verlengde expiratie met wheezing
    • Zeer stil ademgeruis, zeer zachte harttonen
  • Tonvormige thorax met sterk verminderde thoracale adembewegingen
  • Zeer lage, bijna onbeweeglijke longgrenzen
  • Frequentste ontwikkelingen:
    • Bronchopneumonie
    • Longemfyseem
    • Pre-cancereuze metaplasie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

COPD

-longemfyseem

A
  • Overdreven gevoeligheid of hyperreactiviteit vd LW
  • Zwelling v mucosa (oedeem & inflammatie)
  • Wanden vd alveoli en longcapillairen zijn beschadigd en er ontwikkelen zich grote blazen (bullae)
  • Cor pulmonale
  • Roken
  • Chronische verergerende klachten
  • Verlengde expiratie met wheezing
      • Zeer stil ademgeruis, zeer zachte harttonen
  • Tonvormige thorax met sterk verminderde thoracale adembewegingen
  • Zeer lage, bijna onbeweeglijke longgrenzen
  • Ontstaat secundair aan chronische bronchitis
  • Frequentste ontwikkelingen:
      • Respiratoire insuff
      • Pneumothorax
      • Ribfracturen
      • Cor pulmonale
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Rhinitis

A

allergische rhinitis: JEUK, jeukende neus en ogen

Postnasale drip

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Acute bronchitis

A

Meestal virus, of bacteriele surinfectie
- RSV
Droge hoest, uitgelokt door lachen, koude lucht, inspanning

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Pneumonie

A
bacterie: Streptococcus pneumoniae
	CAP: community acquired pneumonia (buiten het ZH)
		- Streptococcus pneumoniae
	Of nosocomiale inf (ZHI)
		- Gran neg. bact: E. coli, Pseudomonas, Klebsiella,...
		- MRSA
	Of: corpus alienum
	- Koorts
	- Hoesten
	- Purulent sputum
	- Thoracale pijn bij pleuraprikkeling
- dyspnee
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Longabces

A
  • Rilt
  • Zweet
  • Etterig en bloederig sputum
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Bronchiëctasien

A
  • Chronisch hoesten
  • Veel etterig sputum
  • Soms koorts
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

TBC

A
  • Bacil v Koch
    – Trage, luie microob
    – Te lui om een actieve infectie te maken
    – Koud abces
    – Pas actief als je verzwakt
  • Primo infectie:
    – Primair complex: Verkazende perifere letsels in longen.
    – BK opgenomen door macrofagen en worden de T-cellen gesensibiliseerd.
  • Na primo inf:
    A. Het primair complex geneest spontaan met een fibreuze afkapseling (BK overleeft nog jaren).
    – Een gezonde pat heeft 10% kans om in zijn verdere leven nog TBC te krijgen
    – Een immuun gecomprimeerde persoon heet 10% kans per jaar om TBC te ontwikkelen
    B. Soms volgt primaire TBC
    – Verkazende pneumonie
    – Symptomen:
    — Griepaal
    — Koorts
    — NACHTZWETEN NAT
    — Vermoeidheid
    — Kuchhoest
    — Zelden respiratoire sympt.
    – Meestal gunstige evolutie:
    — Multiple verkalkingen
    — Inactieve hematogene uitzaaiingen
    — Latent, kan op elk moment terug komen
    – Zelden, vroegtijdige ontwikkelingen
    — Pleuritis
    — Longcaverne –> besmettingsrisico = Open TBC
    — Overlijden door pneumonie of meningitis tuberculosa
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Longcarcinoom

A

11 klachten

- Prikkelhoest (80%)
- Hemoptoë (70%)
- Dyspnee (60%)
- Retro-obstructieve pneumonie
- Heesheid (n.laryngues recurrens)
- Slikklachten
- v cava superior- syndroom
- Hoogstand vd diafragmahelft (bolvormig)
- Laattijdig intrathoracale pijn (doorgroei pleura, bronchi, mediastinum)
- Pancoast syndrome (hoog thoracale tumoren die doorgroeien in de plexus brachialis waardoor schouderpijn en atrofie vd armspieren)
- Pleuritis carcinomatosa

Extrathoracale tumorgroei

- Lymfogene metastasering
- Hematogene metastasering
- Paraneoplastische ziektebeelden

Laattijdige symptomen

- Algemene achteruitgang
- Malaise
- Anorexie
- Vermagering
- Trommelstokvingers
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

ARDS

A

Restrictieve longziekte (longen kunnen moeilijk uitzetten)

- Binnen 24u dyspnee
- Nauwelijks te corrigere hypoxemie
- Cyanose
- Koorts - Kunstmatige beademing met positieve luchtdruk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Longfibrose

A
  • Progressieve traag dyspnee
  • Droge prikkelhoest
  • Cyanose
  • Evolutie naar hypoventilatie
  • > Cor pulmonale
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Larynxpathologie

-laryngitits

A

Infecties / overmatig stemgebruik /-roken

Papilloom: goedaardige stembandepitheeltumor (zangknobbeltjes)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Larynxpathologie

-larynxcarcinoom

A
  • Dysfonie: heesheid

- Afonie: volledige uitval (bij bilateraale stembandverlamming)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hydrothorax

A

Droge prikkelhoest

Dyspnee bij grote vochtcollectie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Pleura empyeem

A

Etter in pleuraholte

- Exsudatieve fase: accumuleert vocht
- Fibrinopurulente fase: ontstaan pusophoping met fibrinogene schotten
- Organiserende fase: compressie longweefsel door verlittekening vd pleuraholte - Rillingen - Nachtzweten - Pijn - Prikkelhoest - Dyspnee - Recidiverende koortsopstoten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Fibreuze pleuritis

A

pleuritis exsudativa: Overmatig veel pleuraal ontstekingsvocht
Prikkelhoest, geen pijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Sereuze pleuritis

A
pleuritis sicca: Zonder pleuravocht
Thoracale pijn (omdat er geen vocht meer is) toenemend bij hoesten en diep inademen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Pneumothorax

A
  • Acute stekende unilaterale thoracale pijn
  • Snel progressieve dyspnee
  • Soms prikkelhoest
  • Zelden cyanose
  • Zelden tachycardie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Lokale Peritonitis

A

Op 1 plek, meestal appendicitis, onderdarmen.
- Infiltraat / plastron: darmen die samenplakken zorgen ervoor dat de infectie niet verder kan.
Kan een abces worden –> Drainage nodig
- Soms evolutie naar diffuse peritonitis
-Lokale abdominale pijn en spierweerstand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Diffuse Peritonitis

A
  • Heel de buik is ontstoken.
  • Heel veel pijn bij buikspiergebruik.
  • Spierverzet = harde buik
  • Darmparalyse: Peristaltiek valt stil: bij eten: overgeven
  • Malaise, slecht voelen
  • Koorts
  • Geen eten, maar darmen produceren wel spijsverteringssappen
  • Tachycardie: shock: bleek, lage bloeddruk, snelle pols, geen urine, verwarring, suf, dood

Zonder behandeling: MOF, multiple Organ Falen en Dood

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Mechanische ileus

A

Door darmobstructie:
Geen faeces meer, geen flatus meer, wel koliekpijn, hyperperistaltiek, clangor (gootsteengeluiden).

Hoge obstructie:
Vnl nausea en braken

Lage obstructie:
Eerst obstipatie, pas later faecaloid braken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Paralytische ileus

A

Na abdominale operaties of na peritonitis, trauma’s,…
Is een reactie vh lichaam ‘er is iets mis’-stopt met werken.
NPO, wel infuus, anders overgeven.
Herstelt vanzelf normaal gezien, na +/- 2dagen.
Vanaf stoelgang mag men weer eten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Motiliteitsstoornis vd slokdarm

-Spasmen

A
  • Spasmen in aanvallen
  • Pijn id buurt v borstbeen
  • Kan uitstralen naar schouderbladen, armen, keel
  • Benauwd, verkrampt gevoel
  • Voedsel zakt niet omdat doorgang vernauwd is
    (soms verward met hartklachten)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Motiliteitsstoornis vd slokdarm

-Achalasie

A
  • Passageklachten: eten blijft in slokdarm staan en gaat rotten (slechte adem + slikproblemen)
  • Pijn of krampen id buur v borstbeen
  • Kan uitstralen naar rug of keel
  • Slikpneumonie
  • Veranderde eetlust
  • Vermagering
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Hernia hiatus oesofagei

A
  • Niet pijnlijke zwelling
  • Bij inklemming v darm: ischemie -> necrose

stuk maag dat boven het middenrif steekt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Reflux-oesofagitis

A
  • Pyrosis = het zuur
  • Zure regurgitaties (oprisping)
  • Thoracale pijn
  • Astma klachten: als het zuur te hoog komt en naar de luchtpijp gaat
  • NKO klachten
  • Slokdarmletsel te zien op endoscopie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Oesofagitis

A
  • Caustisch: irriterende stoffen
    – Alle dingen die je niet mag drinken
    — Kleine kindjes
    — Zelfmoordmensen
  • Infectieus: schimmels: candida
    – Mensen met lage weerstand
    – Transplantatie
    – Laatste stadium HIV
    Reflux: zuur dat van de maag naar boven gaat. Zuur maakt letsels in de slokdarmwand.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Slokdarmcarcinoom

A
  • Progressieve dysfagie

- Ondervoeding met vermagering (dysfagie en tumorgroei)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

Acute Gastritis

A
Is meestal onschuldig en gaat snel weg.
Vaak met overgeven
CAVE maagbloeding
	- Epigastrische last met bovenbuikpijn
	- Anorexie (eetlustvermindering)
	- Nausea
	- Braken
	- Ructus (boeren)
- Pyrosis (brandend gevoel)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

Chronische gastritis

A
  • Overgeven

- Misselijkheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

Ulcus pepticum

A
  • Epigstrische pijn
    • Vooral enkele uren na het eten
    • Dus als de maag leeg is
  • Pyrosis
  • Speekselvloed
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
34
Q

Maagcarcinoom

A
  • Laattijdig
  • Dyspepsie
  • Pyrosis
  • Anorexie
  • Daling algemene toestand
  • Braken
  • Dysfagie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
35
Q

Ziekte v Crohn

A
  • Buikpijn
  • Krampen
  • Elke dag diarree met evt bloed of slijm
  • Gewichtsverlies
  • Chronische ontsteking vd darm
  • Vermoeidheid
  • Peri-anale letsels
  • Fistels naar anale kanaal
  • Bij kinderen
      • Groeiachterstand
  • -Koorts
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
36
Q

Ziekte van Hirschprung

A
  • Vnl jongens
  • Opgezette onderbuik
  • Obstipatie met megacolon
  • Afwezigheid meconium
  • Braken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
37
Q

Diverticulitis

A
  • Krampachtige pijn linker fossa
  • Koorts
  • Spierverzet
  • Vaak lokale peritonitis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
38
Q

Apendicitis

A
  • Heel veel pijn (loslaatpijn en drukpijn)
  • Buikpijn
      • Eerst peri-unbiliciaal
      • Daarna rechter fossa
  • Nausea
  • Braken
  • Obstipatie
  • Diarree
  • Anorexie
  • Subfrebrillitas
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
39
Q

Idiopathische colitis ulcerosa

A
  • Roodheid
  • Kleine en grote zweren
  • Bloederig slijmverlies
  • Etterige diarree
  • Koorts
  • Vermagering
  • Tenesmen
  • Peri-anale afwijkingen
  • Anemie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
40
Q

Irritable bowel syndrome

A
  • Last en ellende (hoofdpijn - vermoeidheid)
  • Krampachtige buikpijn
  • Periodes van obstipatie of diarree
  • Opgeblazen gevoel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
41
Q

Kwaadaardige darmtumoren

A
  • Veranderend defecatiepatroon
  • Tenesmen
  • Bloedverlies PA/ RBPA
  • Snelle metastasen naar lever, bot, longen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
42
Q

Fissura Ani

A
  • Hevige anale pijn vnl bij defecatie
  • Bloedverlies PA
  • Niet pijnlijke fissuur:
    • Ziekte v crohn
  • SOA’s
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
43
Q

Peri-anaal abces en fistelvorming

A
  • Zwelling
  • Roodheid
  • Warmte
  • Koorts
  • Pijn peri-anaal
  • Fistelvorming
      • Volledig met 2 openingen
  • Onvolledig, fistel loop meestal transfinctereel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
44
Q

Hemorroïden

A
  • Perioden van pijn
  • Jeuk (door het extra slijm)
  • Bloedverlies niet vermengd met stoelgang
  • Hevige acute pijn bij trombose
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
45
Q

Acute pancreatitis

A
  • Heel veel bovenbuikpijn
  • Vaak rugpijn omdat deze tegen de wervels ligt
    • Verbeterd met vooroverbuigen
  • Peritonitis
  • Paralytische ileus
  • Shock
  • Koorts
  • Nausea
  • Braken (zo veel pijn dat ze overgeven!- paralytische ileus- peristaltiek valt stil- gaan snel in shock en dan dood)
  • Soms dyspnee
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
46
Q

Chronische pancreatitis

A
  • Aanvallen bovenbuikpijn (straalt naar rug, neemt af bij vooroverbuigen, verergerd door voedselinname -> anorexie)
  • Nausea
  • Braken
  • Gestoorde voedselverterign veroorzaakt
    • Steatorrea (vetdiarree)
    • Vermagering
    • Hypoproteninemie (oedeem)
    • Ascites
  • Diabetes
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
47
Q

Pancreascarcinoom

A
  • Niet pijnlijke progressieve icterus
    • Geelverkleuring geleidelijk aan, geen andere klachten.
    • Jeuk door de bilirubine in de huid

Als tumor te groot is:

- Anorexie
- Vermagering
- Nausea - Last in bovenbuik
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
48
Q

Hepatitis A/B/C

A

Prodromaal: (voorloper vd ziekte) +/- 1week

- Griepaal syndroom met 
	- Nausea
	- Braken
	- Anorexie
	- Spierpijnen
	- Vermoeidheid
	- Arthralgien
	- Soms huiduitslag

Ziektefase: (1-3maand)

- Koorts
- Icterus
- Vermoeidheid

Herstelfase: (aantal weken)
- Aanslepende vermoeidheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
49
Q

Levercirrose

A
  • In begin subklinisch
  • Soms bij toeval ontdekt
    • Palmair erytheem: rode handpalmen: uitgezette bloedvaten in de huid (teken van cirrose)
    • Spider naevi (uitgezette bloedvaten)
    • Vergrote of verkleinde lever
    • Gynaecomastie (mannelijke borstontwikkeling)
    • Vermoeidheid
    • Collaterale circulatie vd buikwand

Later:

- Leverinsufficientie
- Portale hypertensie
- Oedemen en ascites
- Splenomegalie
- Icterus
- Flapping tremor (heel grote tremor)
- Foetor hepaticus: rare geur uit de mond door de ammoniak
- Toegenomen bloedingsneiging

Hepatische encephalopathie (door de ammoniak; verward, hallucinaties, omkering dagnacht ritme, decorumverlies (fatsoen), coma)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
50
Q

Cholecystolithiase

A

Asymptomatische galstenen:
Slechts 20% wordt symptomatisch, dus geen reden voor cholecystectomie.
Je hebt het zonder dat je het weet. Kan dus geen kwaad

Symptomatische galstenen:
Blijven symptomatisch en geven een groot risico op complicaties; dus wel een reden voor cholecystectomie.
• Heel veel pijn
• Krampen
• Kolieken (weg en terug)
Door de peristaltiek als er samengetrokken wordt. Irriteert steen de wand. = heel veel pijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
51
Q

Galkoliek of galcrisis

A
  • Koliekachtige buikpijn thv re hypochonder met bewegingsdrang en uitstraling naar interscapulair
  • Nausea
  • Braken
  • Icterus met jeuk
  • Donkere urine
  • Stopverf faeces
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
52
Q

Cholecystitis

A
  • Galkoliek met rilkoorts
  • Spierverzet
  • Aanhoudende pijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
53
Q

Liggingsafwijkingen vd vrouwelijke genitaliën

A
  • Retroflexie uteri: Zelden klachten
  • Descendus uters en prolapsus vaginae:
    • Urinaire incontinentie
    • Defecatielast
    • Enterocoele
  • Pt voelt iets uithangen
  • Lage rugklachten
  • Seksuele problemen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
54
Q

Gyneacologische infecties

A

PID: Pelvic inflammatory disease: ontsteking ih kleine bekken -> onvruchtbaarheid mogelijk
Opdruk- of slingerpijn vd baarmoeder én pijnlijk of gezwollen adnexen
- Subacuut
- Pijn in onderbuik
- Hyperthermie >38°
- Gestegen bloedbezinkingssnelheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
55
Q

Vulvaire infecties

Vulvitis

A
Primo infectie:
	Gezwollen vulva
	Blaasjes + zweren
	Mictieproblemen
	Malaise
	Koorts
Spontaan herstel na 10d
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
56
Q

Vulvaire infecties

Ontsteking Bartholinklier

A
Acuut
	Rubor / calor / dolor / tumor
Functio laesa (functieverlies bij lopen en zitten)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
57
Q

Vaginitis

A
  1. Parasiet: trichomonas vaginalis
  2. Bacteriële vaginose: Gardnerella vaginalis of menginfectie me enterobact. (slecht ruikend)
  3. Candida infectie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
58
Q

Cervicitis

A

Jeuk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
59
Q

Endometritis

A

Onregelmatig bloedverlies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
60
Q

Salpingitis / adnexitis

A
Verhoogd risico op extra-uteriene zwangerschap
Algemeen onwel
Koorts
Witverlies
Prikkeling buikvlies
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
61
Q

Mastitis

A

Rood / Warm / pijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
62
Q

HIV

A
4 stadia:
	1. Primo-infectie
	2. Asymptomatische HIV infectie
	3. Symptomatische HIV infectie
	4. AIDS
Acute infectie:
= primo infectie
Griepaal beeld
	-- Koorts
	-- Hoesten
	-- Nachtelijk zweten
	-- Slikproblemen
	-- Dyspnee
	-- Vermoeidheid
	-- Gewichtsdaling
-- Hoofdpijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
63
Q

AIDS

A
  • Hoofdpijn
      • Cryptococcen
      • Toxoplasma
      • Cerebraal lymfoom
  • Orofaryngeale pijn
      • Gingivitis
      • Herpes
      • Aften
  • Retrosternale pijn
      • Candida
      • CMV
      • Refluxoesofagitis
  • Abdominale pijn
      • Diarree (AB)
      • Diarree (MO)
      • Kaposi sarcoom
  • Perianale pijn
      • Candida
      • Herpes
    • Diarree
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
64
Q

Gyneacologische tumoren

A

Geen symptomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
65
Q

Ectopische zwangerschap

A
  • Abnormaal bloedverlies
  • Lage abdominale pijn
  • Geen subjectieve tekens zwanger te zijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
66
Q

PROM

A
Premature rupture of membranes
	- Amnionitis
		○ Infectie in baarmoeder
		○ Leukocytose
		○ Verhoogd CRP
		○ Gevoelige baarmoeder
		○ Soms versnelde foetale harttonen
Nooit vaginaal toucher!
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
67
Q

Preterme arbeid

A

Geen symptomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
68
Q

Postdatisme

A

Geen symptomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
69
Q

Placenta praevia

A

Placenta praevia totalis: helemaal voor ingang (sectio caesarea)
Placenta praevia marginalis: half voor ingang (sectio caesarea)
Placenta praevia lateralis: opzij
Pijnloos vaginaal bloedverlies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
70
Q

Abruptio placentae

A
  • Vaginaal bloedverlies met pijn
  • Enkel zichtbaar bloedverlies bij revealed bleeding
  • Anders concealed bleeding
    CAVE: DIC - pospartumbloeding - mortaliteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
71
Q

Polyhydramnios

A

Subjectieve last vh groot volume

- Dyspnee
- Vermoeidheid - Terme arbeid door overdistensie vd baarmoeder
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
72
Q

IUGR

A

Geen symptomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
73
Q

Macrosomie

A

Subjectieve last

74
Q

Pre-eclampsie en eclampsie

A

Zwangerschapsvergiftiging

- Komt voor bij 6-8% vd zwangerschappen en 5% bij primipare vrouwen.
	- Na de 20e zwangerschapsweek. Tot 8dagen na de bevalling.
	- Wanneer er restverschijnselen zijn  is er grote recidiefkans bij de volgende zwangerschap.
	- Oorzaak is onbekend.
	- Mysterieuze aandoening
	- Goede prenatale controle nodig.

Alarmtekens:

- Hoofdpijn
- Bovenbuikpijn
- Visusstoornissen
- Convulsies

Pre-eclampsie:

- Oedeem, hoge bd, proteinurie
- Hoofdpijn, nausea, braken
Eclampsie:
	- Idem pre-eclampsie + conculsies
	- Centrale en perifere oedemen (alarmteken = plotse gewichtstoename)
	- Diastolische bd verhoogd
	- Orgaanschade:
		○ Lever: bovenbuikpijn, braken, 
		○ Hersenen: hoofdpijn en scotomen (zwarte vlekken), convulsies
		○ Nieren: verminderde urineproductie
75
Q

Postpartumbloedingen

A

Geen symptomen

76
Q

Acute nierinsuff

A
  1. Oligurische fase
    • 10 dagen tot 4 weken
    • Oligurie (weinig plassen) tot anurie (niet plassen)
    • Hematurie en proteïnurie
    • Ureumstijging: ureum
        • Eetlustverlies
        • Nausea
        • Braken
        • Grauwe gelaatskleur
        • Hoofdpijn
        • Jeuk
        • Hyperkaliemie
        • Hyrdothorax
        • Hypertensie
        • Metabole acidose met kussmaul
        • Uremisch coma / uremisch pericarditis
  2. Diuretische fase
    • 1 week
    • Urineproductie normaliseert
    • Glomerullaire filtratie blijft laag
  3. Herstelfase
    • Enkele maanden
    • Nierfunctie normaliseert stilaan
      - Volledig herstel met geringe restletsels
77
Q

Chronische nierinsuff

A
  1. Gecompenseerde klachtenvrije fase
    • eventueel hoge BD
    • Vermoeidheid
    • Rare druk in hoofd
  2. Gecompenseerde fase met klachten
    • Ureumstijging: ureum
      – Eetlustverlies
      – Nausea
      – Braken
      – Grauwe gelaatskleur
      – Hoofdpijn
      – Jeuk
      – Hyperkaliemie
      – Hyrdothorax
      – Hypertensie
      – Metabole acidose met kussmaul
      – Uremisch coma / uremisch pericarditis
      – + vaak vaalbleek/gele huid
      – Polymyoneuropathie
  3. Gedecompenseerde fase / terminale fase
    • Renale osteodystrofie
    • Anemie
      Oligurie
78
Q

Pyelonefritis

A
Bacteriële interstitiële nefritis:
	(nierbekkenontsteking)
	Acute: 
		- Continue unilaterale rug- of flank pijn
		- Hoge rilkoorts
		- Algemene malaise
		- Bloederige - troebele urine
		- Pollakisurie
		- Strangurie
		- Nycturie
- Kan leiden tot septische shock -> hospitalisatie
79
Q

Nefrotisch syndroom

A
  • Pijnlijke zwelling vd onderbenen
  • Dyspnee
    Eetlustdaling
80
Q

UWI

A

Vaak - weinig plassen

81
Q

Urolithiase

A
  • Een branderig gevoel bij het plassen
  • Kleine beetjes plassen
  • Bloed bij de urine
  • Koorts
  • Een algemeen gevoel van ziek zijn
  • Misselijkheid
  • Braken
    Transpireren
82
Q

Blaastumoren

A
  • Bloed in de urine (waardoor de urine van enigszins roestkleurig tot dieprood kleurt)
  • Pijn bij het plassen
  • Vaak moeten plassen of de aandrang tot plassen voelen, maar het niet kunnen
    Pijn onder in de rug
83
Q

Urinaire incontinentie

A
  1. Stressincontinentie

2. Urge-incontinentie

84
Q

BPH

A

Meeste mannen geen klachten, anders: prostatisme:

- Irritatieve fase:
	- - nycturie
	- - pollakisurie
- Obstructieve fase
	- - Straalvermindering
	- - Nadruppelen
- Retentiefase: - - Residuvorming
85
Q

Prostaatcarcinoom

A

klachtenpatroon identiek met BPH zolang er geen uitzaaiingen zijn. (prostatisme)
Bij metastasen:
- in de wervelzuil: lumbalgie (nooit rugklachten en nu ineens wel)
- Paresthesieeën in de onderste ledematen
TURP: transurethale prostaatresectie

86
Q

Prostatitis

A

Hoge rilkoorts door bacteriemie

87
Q

Congenitale aandoeningen mannelijke genitalia

-Phimosis

A

vernauwing vd opening vd voorhuid

88
Q

Congenitale aandoeningen mannelijke genitalia

-Hypospadias

A

abnormale uitmonding vd urethra ad onderzijde vd penis - openliggend urinekanaal

89
Q

Congenitale aandoeningen mannelijke genitalia

-Cryptorchidie

A

retentio testes: uni of bilaterale ontwikkelingsstoornis. testes dalen niet af tot ih scrotum

90
Q

Ischemisch hartlijden

A

arteriosclerose VS atherosclerose

91
Q

Arteriosclerose

A

Systolische bd verhoogd

92
Q

Atherosclerose

A

Zichtbare, bleekgele uitpuiling (fatty streak) - lipidenplaque

93
Q

Atheromen / atheromateuze plaque

A

Langzame fase:

- Anastomosen / collateralen
- Chronisch stabiele angor pectoralis + hartfalen

Snelle fase:

- Plotse occlusie
- Onvolledige occlusie -> Acute instabiele angor

Volledige occlusie -> acuut myocardinfarct

94
Q

Angor / angina pectoris

A

3 criteria:

  • cardiale mediane retrosternale beklemming met uitstralingspijn
  • uitlokkend triggermoment
  • gaat weg met rust en nitraat
Typische (de 3 criteria):
-  Stabiele
	Meer dan 1 maand aanwezig
	Gaat weg door rust en medicatie (nitraten)
	Zelden AMI
  • Instabiele:
    Klachten voor het eerst
    Klachten niet onder controle te houden
    Groot risico op AMI

Atypische:
(2 criteria)

95
Q

Acuut myocardinfarct

AMI

A
Klein: vrijwel niets. Frietpan
Gemiddeld:
- acuut hevig thoracale pijn
- gaat niet weg met nitraat
- onrust, angst, beklemming
- vegetatieve sympt: zweten, nausea, braken, bleek
Groot:
- acuut shock
- overlijden
- indien overleven: chronisch hartfalen

= NECROSE v myocard door OCCLUSIE (= artertiele thrombus)
Klein/gemiddeld/groot
HEART

96
Q

Hartfalen

A

Aanvankelijk:

  • vermoeidheid
  • gedaalde inspanningstolerantie

Beginnend hartfalen:

  • bloeddrukdaling
  • waterretentie

Na maanden, jaren:

  • cardiomegalie
  • oedeem

Eindsympt:

  • declive oedemen
  • nycturie
  • dyspnee

meest frequente oorzaak: coronairlijden / art. hypertensie
probleem (medicatie)
- hartfrequentie/snelheid (B-blokkers)
- contractiliteit/kracht (Digitalis)
- preaload/volume (diuretica)
- afterload/druk (perifere vasodilatantia)
- instroombelemmering

97
Q

Hartfalen
Rechtsdecompensatie
Backward failure

A
Cor pulmonale
VCS overvulling:
- stijging centraal veneuze druk
VCI overvulling:
- hepatomegalie
- declive oedemen
- ascitesvocht
- hydrothoraxvocht
- urineretentie
Gevolg v COPD
98
Q

Hartfalen
Linksdecompensatie
Backward failure

A

Longoedeem : overvulling longvenen

  • benauwd
  • dyspnee
  • prikkelhoest
  • roos, schuimend sputum
  • cyanose
  • hydrothorax
99
Q

Hartfalen
Linksdecompensatie
Forward failure

A

Verminderde bloedflow in:
- hersenen: verwardheid, vermoeidheid, Cheyne stokes AH, bewusteloosheid
- nieren: water en zoutretentie, perifere vaatconstrictie
- huid: bleek-grijze huid, koude extremiteiten
= ondervulling aorta

100
Q

Shock

A
Arteriële hypotensie
Facies hypocratica
Hypothermie
Verwardheid, onrust, apathie
Nausea, braken
Oligurie, anurie
Tachypnee
Tachycardie
101
Q

Endocarditis

A
  • hoge koorts
  • malaise
  • vermoeidheid
  • vermagering
  • spierpijn
  • anemie
  • splenomegalie
  • hartgeruis
102
Q

Klepletsels

A

Geen symptomen

103
Q

Fibrineuze pericarditis

A
Pericardwrijven
Thoracale pijn dat verergerd bij ademhalen
Wrijfgeruis
Bij recidieven:
Pantserhart
Pericardectomie
104
Q

Sereuze pericarditis

A

Minder pijnlijk door inflammatievocht
Harttamponade
Diastolische vulling wordt belet -> hartfalen

105
Q

Aandoeningen vh geleidingsweefsel

A
Ritmestoornissen
Algemeen
Vaak asymptomatisch (geen behandeling)
Anders:
- palpaties
- duizeligheid
- polyurie
- syncope
- thoracale pijn
- dyspnee
- angst
- FROG +
- fataal
106
Q

Arteriele insuff vd onderste ledematen

A
  1. Asymptomatisch
  2. Claudicatio intermittens:
    - pijnlijke krampen in de OL, vooral kuiten
  3. Rustpijn:
    - nachtelijke pijn
  4. Weefselnecrose met wonden:
    - ulceraties, gangreen, amputaties
107
Q

Perifeer embolie

A

Occlusie in OL
- Hevige pijn
- Bleek koud been
Kan ook CVA of darmischemie geven

108
Q

Klassiek longembool

A
  • onrust
  • malaise
  • dyspnee
  • prikkelhoest
  • thoracale pijn
  • soms koorts
109
Q

Multiple recidiverende longembolen

A

Aanvankelijk symptoomloos
Nadien toenemende dyspnee
Chronisch cor pulmonale

110
Q

Massief longembool

A
  • angst
  • extreme dyspnee
  • hevige cyanose
  • bloeddrukval
  • syncope
  • acuut cor pulmonale
  • fataal
111
Q

Aneurysma

Waar

A
Voor ruptuur:
- vage rugpijn
- kloppend gevoel in buik
Na ruptuur:
- pijn in rug/buik
- hypovolemisch shock
112
Q

Aneurysma

Vals

A

Pulserend gevoel

Omgeven door bindweefsel zodat bloeding stelpt

113
Q

Aneurysma

Dissecerend

A

Aanvankelijk zeer hevige snijdende pijn thoracaal of lumbaal

Nadien symptomen in functie van afgesloten zijtakken

114
Q

Varices

A
Begin:
- zwaarte en vermoeidheid in benen
Nadien:
- varices zichtbaar
Tenslotte:
- Chronisch veneuze insufficiëntie:
- huidverkleuring
- trofische stoornissen
- slechte wondgenezing
115
Q

Oppervlakkige veneuze thrombose

A

Oppervlakkige flebitis

  • Pijn
  • Roodheid
  • Zwelling lokaal
116
Q

Diepe veneuze thrombose

A

DVT

  • spannende pijn in kuit
  • rood, warm, gezwollen, glanzend been
  • teken v Homan
  • koorts
  • tachycardie
117
Q

Ziekte v pfeiffer
Klierkoorts
Mononucleosis infectiosa
Kissing disease

A
Acute fase 2 weken:
- gezwollen halsknopen
- keelpijn
- hoest
- moe
- subfebriel
- hepatosplenomegalie
- icterus
- periorbitaal oedeem
Chronische fase 2%
- vermoeidheid
118
Q

Ziekte v hodgkin

A
  • pijnloze vergrote lymfeknopen
  • schommelende lichaamstemperatuur
  • nachtzweten
  • jeuk
  • extreme vermoeidheid
  • anorexie
  • vermagering
    A: geen extra symptomen
    B: paraneoplastische symptomen
119
Q

Ziekte v non hodgkin

A
  • pijnloze vergrote lymfeknopen
  • koortsepisoden
  • nachtzweten
  • jeuk
  • extreme vermoeidheid
  • anorexie
  • vermagering
  • klachten aangetast orgaan
    E: extranodale aantasting
    S: uitbreiding naar milt
120
Q

Anemie

A
Moe
Oorsuizingen
Visusstoornissen
Vertigo
Duizeligheid
Kou
Anorexie
Tachycardie
121
Q

Leucemie CML

A
Chronische fase:
- zwaartegevoel (splenomegalie)
- koliekpijn linkerbovenbuik (infarctjes in de vergrote milt)
Acceleratiefase:
- vermoeidheid
- anemie
- vermagering
- infecties
Philadelphiachromosoonafwijking
122
Q

Leucemie CLL

A
  • vermoeidheid
  • nachtzweten
  • jeuk
  • vermagering
  • vatbaar voor bacteriële infecties
  • hepatosplenomegalie
  • lymfadenopathien
123
Q

Ziekte v Werlhof

A
Te laag aantal bloedplaatjes
	- Snel blauwe plek
	- Snel tandvlees bloeden
	- Snel neusbloeding
	- Bloedingen maagdarmkanaal, nieren, urinewegen
Meer bloeden bij ongesteldheid
124
Q

Myocarditis

A

Sinustachycardie
Koorts
BD-daling

Zz:
Hartfalen
Sussen death

Oorzaak: virussen

125
Q

Atriumfibrillatie VKF

  • paroxysmale VKF
  • chronisch secundaire VKF
A
Niets, tenzij bij geriatrische pat.:
- vermoeidheid
- dyspnee
Paroxysmale:
- opstoten van snelle irreguliere HS
Chronisch secundaire:
- snelle irreguliere hartkloppingen
- vermoeidheid
- duizeligheid
- dyspnee
126
Q

PAT

A
Paroxysmale atriale tachycardie
Lange aanvallen van palpaties
Polyurie
Arteriële hypotensie
Duizeligheid
Syncopes
Hartfalen
127
Q

WPW

A

Wolf-Parkinson-White syndrome
Syncope
Tachycardie

128
Q

PVT

A
Paroxysmale ventrikel tachycardie
Arteriële hypotensie
Thoracale pijn
Shock
Fataal
129
Q

Ventrikelfibrillatie

A
Bewusteloosheid
Lijkbleek
Geen arteriële pulsaties
Geen BD
Fataal
130
Q

Sick sinus syndroom

A
Duizeligheid
Syncopes
Tachycardie
Bradycardie
(Afwisselend TC en BD)
131
Q

Arteriële hypotensie

A

Vasovagale syncope
Cardiale syncope
Orthostatische hypotensie
Shock

132
Q

Fenomeen v Raynaud

A

Gevoelloosheid in vingers en of tenen.
Bleekheid
Nadien hyperemie met tintelingen

133
Q

Thrombocytopenie

A
Spontane bloedingen
Ecchymosen in
- conjunctiva
- netvlies
- mondmucosa
- onderbenen
- inwendige organen
134
Q

Soorten CVA

A

Ischemisch:

  • Voorbijgaand:
  • -TIA
  • -RIND
  • Blijvende letsels
  • -Progressive stroke
  • -Completed stroke

Hemorragisch:

  • Intracerebraal
  • -Apoplexie
  • -Lobair hematoom
  • Extra cerebraal
  • -SAB, Subarachnoïdale bloeding
  • -Subduraal hematoom
135
Q

Ischemisch insult

A

Oorzaak: thrombose / embolie / stenose
meestal op de basis ve atheromateuze plaque op de grote cerebrale arterien
Bij 15% een TIA voorafgaand

-/S: Thrombose:
Uitval geleidelijk over tientallen minuten, in rust, 's morgens
Geen of zeer kort BWZverlies
Normale AH
Bleek gelaat
Snelle pols
Vaak TIA vooraf met dezelfde symptomen

-/S: Embolie:
Plotse uitval over enkele minuten, bij inspanning
Plots en snel maar meestal kort BWZverlies
Vaak TIA vooraf met andere symptomen

136
Q

TIA

Transient Ischemic Attack

A

Plotse neurologische uitval

Volledig herstel binnen 24u

137
Q

RIND

Reversible Ischemic Neurological Deficit

A

Plotse neurologische uitval

Volledig herstel na meer dan 24u en minder dan 7dagen

138
Q

Progressive stroke

A

(ischemisch)

Gelijdelijke cerebrale uitval en tenslotte encephalomalacie/hersenverweking in het achterliggend hersenweefsel

139
Q

Completed stroke

A

(ischemisch)
Blijvende uitval die na een dieptepunt meestal nog een beetje verbeterd.
Tenslotte encephalomalacie/hersenverweking in het achterliggend hersenweefsel

140
Q

Hemorragisch insult

A
Oorzaak: bloedvatruptuur
Trauma of meer specifieke oorzaken
/S:
Bij inspanning
Hoofdpijn, braakneiging
Plots en snel BWZverlies
Blazende en snurkende AH (stertoreuze AH)
Rood gelaat
Trage pols
141
Q

Intracerebrale apoplexie

beroerte / attack

A

Primaire CENTRALE bloeding middenin de hemisfeer: capsula interna : tractus corticospinalis
Oudere mensen met hypertensie
capsulolenticulaire bloedingen (knik in tractus corticospinalis)
Bloed in liquor
/S:
Plots en diep coma, meestal overlijden in de eerste 48u
Bij overleven: (letsel in dominante hemisfeer)
-Blijvende afasie
-Spastische hemibeeld (= hypoësthesie)
+ piramidaal syndroom = flexiecontractuur arm + extensieconractuur been
-Mictiestoornis (retentie of incontinentie)

142
Q

Intracerebraal lobair hematoom

A

Meer PERIFERE bloeding in de witte stof v meestal 1 hersenlob door kleine lokale vaatmisvorming
/S:
3 fasen:
- Plots ondiep coma met hemibeeld ifv plaats
- Daarna verbetering
- Na gemiddeld 1 week terug hemolyse vh hematoom met AAT (achteruitgang) door volumetoename vh RIP

143
Q

Extracerebraal subarachnoïdale bloeding

A

= meningeale bloeding / SAB
Bloeding tss de 2 bladen vd arachnoïdea
90% bij jonge mensen
Ruptuur intracraniaal aneurysma
(Bij 25% waarschuwende kleine bloeding op voorhand)
/S:
Intense (!) hoofdpijn dat uitstraalt naar de nek met nadien subacuut coma / of acuut overlijden
bij 25%: blijvend discreet hemibeeld met diplopie
+ na 6u meningeale prikkeling

144
Q

Extracerebraal subduraal hematoom

A
Bloeding tss dura mater en arachnoïdea
Heel vaak posttraumatisch (vallen)
Zeer ernstig!
/S:
typische fasen:
1. Aspecifieke klachten:
Hoofdpijn / somnolentie / psychische veranderingen(krikkel)
  1. Subacuut vrij plots hemibeeld -> BWZdaling -> evt eplilepsie aanval -> dieper coma + uitval -> hersenstamuitval

bij 10% bilateraal dus geen hemibeeld

145
Q

Ischemisch:

A. carotis interna insufficiëntie

A
  1. Amaurosis fugax: vluchtige blindheid
  2. Fatische sympt: Spraakstoornissen
  3. Onvolledig syndroom v Horner: miose, ptose, enoftalmie
  4. Proportioneel hemibeeld (BL en OL in zelfde mate aangetast)
146
Q

Purulente meningitis

A

Vnl: neisseria menigitidis (meningokok) of pneumokok of haemophilus influenza B
/S:
Meestal geen uitval, met 2 uitzonderingen:
-meningokok: Waterhouse-Fridericksen-syndroom
-pneumokok: (soms blijvende) uitval n viii, doofheid + motorische onrust + evt status epilepticus

147
Q

Waterhouse-Fridericksen syndroom

A

Toxische shock door meningokokken en kleine embolen van geïnfecteerd materiaal = meningokokkenaggregaten + WBC + bloedplaatjes
waardoor er petechieën ontstaan

148
Q

Niet-purulente meningitis

Acute vorm

A

Virale vorm

Meestal geen neurologische uitval, evolueert gunstig na 1-2 weken

149
Q

Niet-purulente meningitis

Chronische vorm

A

TBC bacterie, parasiet: toxoplasma gondii, schimmel

Wél neurologische uitval - coma - overlijden

150
Q

Algemene symptomen Meningitis

A
  1. Infectieus syndroom (koorts, alg malaise, nauseau, tachycardie, tachypnee)
  2. Meningeaal syndroom (hoofdpijn, braken, rugpijn, fotofobie, nekstijfheid)
  3. Cerebrale prikkeling (verwardheid, hallucinaties, hyperreflexie, convulsies)
    OF Cerebrale uitval (verlamming, visusverlies, afasie, BWZverlies, coma)
151
Q

Algemene symptomen Encephalitis

A

(=meningisme)
1. Infectieus syndroom (koorts, alg malaise, nausea, tachycardie, tachypnee)
2. Bewustzijnsvermindering!!!
3. Meningeaal syndroom (hoofdpijn, braken, rugpijn, fotofobie, nekstijfheid)
4. Cerebrale prikkeling (verwardheid, hallucinaties, hyperreflexie, convulsies)
OF Cerebrale uitval (verlamming, visusverlies, afasie, BWZverlies, coma)

152
Q

Hersentumoren

A

Altijd:
1. SYNDROOM V INTRACRANIALE HYPERTENSIE:
Hardnekkige (ochtend)hoofdpijn en ochtendbraken, BWZ daling, psychische veranderingen, diplopie

Meestal:
2. Laattijdig FOCAAL SYNDROOM:
Afh v localisatie v tumor
\+ cerebrale prikkeling of uitval
\+ bijna altijd epileptische aanvallen

(+ per tumor gerelateerde symptomen)

153
Q

Focale epilepsie
Jacksonaanvallen
Eenvoudige partiële aanvallen

A

Enkel motorische verschijnselen OF sensibele verschijnselen
Daarna binnen enkele minuten geleidelijke uitbreiding naar de volledige lichaamshelft waardoor
Nadien soms een tijdelijke parese OF gevoelsstoornis

154
Q

Focale epilepsie

Complexe partiële aanvallen

A

Psychische EN motorische aanvallen
Aura:
-psychische verschijnselen: plotse angst, deterioratie, dromen
-zintuiglijke sensaties: reuk, smaak, zicht, geluid
-vegetatieve verschijnselen: gevoel van onwelzijn

+daarna:
langer durende BWZdaling met mondbewegingen en routinehandelingen (wassen)

+ volledige retrograde amnesie

155
Q

Gegeneraliseerde epilepsie
Convulsieve gegeneraliseerde epileptische aanvallen
Tonisch-clonische aanval
Grand-mal

A

Bij 10% prodromale fase (prikkelbaar + kleine spierschokjes.
zz: aura (enkele minuten)
-Tonische fase: 10 - 30 sec
Peracuut BWZ verlies + tonische contractie van alle spieren (epileptische gil)
-Clonische fase: 30 - 60 sec
Afwisselende stuiptrekkingen + bijna totale verslapping met progressief langere pauzes tussenin
Rood-paars gezicht
Ogen open, pupillen lichtstijf mydriase
Babinskyreflex
Urine-incontinentie
Vegetatieve tekens
-Coma: 4 min
Spierrelaxatie, hyperventilatie, terug normale huidskleur
-Diepe slaap
-Kortdurende desoriëntatie en uitputting

156
Q

Gegeneraliseerde epilepsie
Convulsieve gegeneraliseerde epileptische aanvallen
Febriele convulsies
Hyperthermische stuipen
Gelegenheids insult altijd geinduceerd door koorts

A
  • bij 3% vd kids tss 6m en 4j
  • 1 aanval per koortsperiode, vaak ‘s avonds, max 15min
  • Geen neurologische uitval nadien
  • na 10dagen nrml EEG
  • familiale voorbeschikdheid
157
Q

Gegeneraliseerde epilepsie
Niet convulsieve gegeneraliseerde epileptische aanvallen
Absences
Petit mal

A
  • kids tss 4 - 12j + verdwijnt spontaan vanaf puberteit
  • Dagelijks verschillende kortdurende aanvallen 20-40
  • BWZdaling:
    Plotse stop activiteit
    Wazige ogen, draaien omhoog
    Myoclonie v oogleden of mond
    Plotse stop aanval en activiteit herzet
158
Q
Gegeneraliseerde epilepsie
Niet convulsieve gegeneraliseerde epileptische aanvallen
Myoclonieën
Juveniele myoclonus-epilepsie
Impulsief petit mal
A

Begint rond puberteit
Vooral 1-2u na ontwaken
Kortdurend hevig spierschokken (vooral BL)
Tonusverlies, evt val

159
Q

Multiple Sclerose

MS

A
  1. Visusstoornissen: (tijdelijk) Centraal scotoom
  2. Sensibele stoornissen: kortdurende paresthesieën +
    nadien bij 90% trage progressie gestoorde fijne tast en bewuste proprioceptie vanaf voet over heel OL
  3. Motorische verschijnselen: struikelen, niet snel stappen, snel moe bij stappen en nadien bij 90% een volledig piramidaal syndroom (spastische parese/paralyse) met vaak unilaterale beperkte aantasting ve BL (2benen/1arm)
  4. Cerebellaire verschijnselen: Coordinatiestoornissen (ataxie), intentietremor, dysarthrie, nystagmus
  5. Hersenstamstoornissen: diplopie + draaiduizeligheid
  6. Mictiestoornissen: incontinentie of retentie
160
Q

Ziekte v Parkinson
Idiopathisch parkinsonisme
HyPOkinetisch rigied syndroom

A

1e teken: Verminderd meebewegen v 1 of beide BL bij het stappen
Later rusttremor (fijn of grof) handen - kin - tong - hoofd (verdwijnt deels bij activiteit)
Tenslotte: hypokinesie en rigiditeit: micrografie, maskergelaat, kleine stapjes, propulsie, flexiecontracturen
Verder wisselende dysarthrie

161
Q

Vasculaire NCD

A

door ischemie
Stapsgewijze achteruitgang vd hersenfunctie met telkens plots en beperkt weefselverlies en hersenfunctieverlies
Aantasting grijze stof: globale cognitieve aftakeling
Aantasting witte stof: loopstoornissen, parkinsonisme, urineincontinentie, traagheid infoverwerking

162
Q

Poliomyelitis anterior acuta

A
  1. Kortdurend infectieus syndroom (GI-last, koorts)
  2. Daarna meestal subklinische infectie vh CZS bij 2% menigeaal syndroom
  3. Verlammingsfase: 10 dagen (spierpijn, fasciculaties, paralyse OL: hypotone verlamming met areflexie en spieratrofie)
  4. Regressiefase: weken tot maanden met geleidelijke verdwijning vd verlammingen na +/- 6 weken
  5. Sekwelfase: Zeer langdurige revalidatie met adaptatie ad gestoorde spierfunctie
163
Q

Herpes Zoster
Zona
Gordelroos

A

Prodromale fase: met koorts, hoofdpijn, malaise, adenopathieën
Daarna jeuk, paresthesieën op pijn in een dermatoom
na 2 dagen gegroepeerde vesikels op een erythemaeuze bodem
Na 1-4 weken uitdroging vd vesikels

+kleine huidlittekens en veranderde huidsensibiliteit

164
Q

Tetanus
Kaakklem
(2 soorten)

A

-Lokale:
Spierkramp rondom wonde

-Veralgemeende:
Pijn, spierstijfheid
Tonisch spierkrampen eerst aangezicht (trismus, risus sardonicus), later romp (opisthotonus) met normaal BWZ

165
Q

Amyotrofe LateraalSclerose

ALS

A

Motorische stoornissen (normale sensibiliteit) - degeneratie vd zenuwen
1. Begin:
Progressieve spinale spieratrofie =
Voorhoornsyndroom:
cervicale assymetrische aantasting vd bovenste lidmaten (fasciculaties, spierkrampen na inspanning) vaak in 1 hand eerst
+ Piramidaal syndroom:
Babinskyreflex + normale peesreflexen in de atrofische spieren
2. Later:
Hersenstamprobleem
Progressieve bulbaire paralyse = aantasting motorische hersenstamkernen, met slik-, spraak- en AHstoorn.
3. Na max 4j sterven aan AH problemen of slikpneumonie, tenzij kunstmatige beademing

166
Q

Traumata vh ruggenmerg

Volledige dwarslaesie

A

Bij totale RM-letsels
Volledige uitval motoriek, sensibiliteit en reflexen onder het niveau vh letsels
Eerste dagen posttraumatisch verlamde darmperistaltiek, waardoor parenterale voeding
Eerste weken PT mogelijks fatale verwikkelingen

167
Q

Traumata vh ruggenmerg

Partiële dwarslaesie

A

Ernstige maar onvolledige RM letsels waarbij PT rugpijn of nekpijn en nadien geleidelijk optredende paraparese/plegie

168
Q

Traumata vh ruggenmerg

Lage RM letsels

A

Mictie-/ defecatie stoornissen
Sensibiliteitsstoornissen in het rijbroekgebied
Evt. aantasting conus en quanda equina

169
Q

Traumata vh ruggenmerg

Hoge RM letsels

A

Tetra(quadri)parese / plegie

170
Q

Traumata vh ruggenmerg

RM letsels boven C5

A

Diafragmadysfunctie, met meestal fatale ventilatiestoornissen

171
Q

Spina bifida occulta

Open rugje

A

Met huid bedekt defect, maar huidafwijkingen zoals haar, pigmentvlek, fistel.
Door bindweefselstrengen tss huid en duramater koker.

172
Q

Spina bifida aperta

A

Geen huidbedekking:
- 10% meningocoele: zakvorming uitpuilende RM vliezen (spina bifida cystica)
- 90% meningomyelocoele: uitstulping van meningen, liquor en ruggenmerg
Hieronder volledige medullaire dwarslaesie met slappe paraplegie, gevoelsstoornissen, sfincterverlamming

173
Q

Syringomyelie

A

Begin:
Parese en atrofie BL
Segmentele en meestal bilaterale uitval v pijn- en tempzin in BL + areflexie vd BL bij 40% neuropathie BL

Daarna uitbreiding naar zijhoorn= symptaticus -> verschillende autonome stoornissen (orthostatisme, Horner)

Daarna grotere cyste, aantasting piramidebaan en achterstreng in BL en OL

Tenslotte uitbreiding nr bulbus = gedissocieerde gevoelsstoornis in gelaat, tongatrofie, nystagmus

174
Q

Discopathie

A

Lumbaal wortelsyndroom (ischias)
Cauda equina:
Sensibiliteitsstoornis
Pijn in rug, dijen, beide OL
Zadelanesthesie
Achillespeesreflex (normaal quadricepsreflex)
Motorische uitval OL, voet, blaas en anale sfincter

175
Q

Spinale stenose
Lumbale wervelkanaalstenose
Neurogene Claudicatio intermittens

A

Zandloper vernauwingen in het lumbaal wervelkanaal
Pijn bij retroflexie LWZ (relatieve compressietoename)
Antalgische anteflexiehouding
Progressieve vermoeidheid OL
Uitstralingspijn die verdwijnt bij zitten of hurken en toeneemt bij druk (hoesten, niezen, persen)
Zwakte, paresthesieën bij lopen en staan

176
Q

Mononeuropathie

N. Radialis

A
Motorische uitval:
DROPHAND
Sensibiliteitsstoornis:
RADIAAL
Trauma:
LAGE HUMERUSFRACTUUR
Compressie:
PARALYSIE DES AMOUREUX
177
Q

Mononeuropathie

N. medianus

A
Motorische uitval:
PREDIKERSHAND
Sensibiliteitsstoornis:
HANDPALM, NIET PINK
Trauma:
LAGE HUMERUSFRACTUUR
Compressie:
CARPAAL TUNNELSYNDROOM
178
Q

Mononeuropathie

N. ulnaris

A
Motorische uitval:
KLAUWHAND
Sensibiliteitsstoornis:
ULNAIRE VINGERS
Trauma:
LAGE HUMERUSFRACTUUR
Compressie:
STEUNEN OP ELLEBOOG
179
Q

Mononeuropathie

N. ischiadicus

A
Motorische uitval:
UITVAL HAMSTRINGS MET DROPVOET
Sensibiliteitsstoornis:
ONDERBEEN
Trauma:
FEMURFRACTUUR
Compressie:
VERKEERDE IM INJECTIE
180
Q

Mononeuropathie

N. peroneus communis

A
Motorische uitval:
DROPVOET
Sensibiliteitsstoornis:
VOETRUG
Trauma:
FIBULAKOPFRACTUUR
Compressie:
KLEINE ONDERBEENGIPS
181
Q

Polyneuropathie

A
  1. paresthesieën in tenen, trage uitbreiding voeten en onderbenen
  2. motorische zwakte teen en voetspieren
  3. sensibiliteitsverlies in vingers, handen, onderarmen
  4. motorische zwakte hand en onderarmspieren
  5. aantasting distale intercostale zenuwen
\+ Autonome verschijnselen:
orthostatisme
trofische stoornissen huid + nagels
oedeem extremiteiten
darmfunctiestoornissen
gestoorde zweetsecretie