Ak hoofdstuk 5 Flashcards
aanlandige wind
Wind vanaf zee.
aflandige wind
Wind vanaf land.
arbeidsmigrant
Iemand die ergens anders gaat werken vanwege gebrek aan werk en geld in zijn eigen gebied.
bondsstaat
Een land met één centrale regering met daarnaast in elke deelstaat een eigen regering.
braindrain
Het vertrek van goedopgeleide mensen naar het buitenland.
BRICS-landen
Verzamelnaam voor de vijf opkomende landen Brazilië, Rusland, India, China en Zuid-Afrika.
centrumland
Hoogontwikkeld, rijk land met veel politieke en economische macht.
deelstaat
Gebied binnen een land dat voor een deel zelfbestuur (autonomie) heeft. Er is een hoofdstad, er zijn ministeries en er zijn eigen wetten en regels.
demografische druk
De verhouding tussen de productieve en de niet-productie leeftijdsgroep.
dienstensector
Alle bedrijven die diensten verlenen. Heet ook tertiaire sector
duale economie
Een land met een modern, ontwikkeld deel en een traditioneel, achtergebleven deel.
federatie
Een land met één centrale regering met daarnaast in elke deelstaat een eigen regering. Heet ook bondsstaat.
gated community
Zwaarbewaakte woonwijk met hoge muren of een hek eromheen.
geboortecijfer
Het gemiddelde aantal levendgeborenen per duizend inwoners.
globalisering
Het doorgaande proces van internationale uitwisseling van mensen, goederen, geld en informatie (kennis en cultuur).
groene druk
De verhouding tussen de groep van 0- tot 20-jarigen en het aantal 20- tot 65-jarigen.
hindoeïsme
Godsdienst waarbij men gelooft in meerdere goden en een leven na de dood.
hogedrukgebied
Gebied met een teveel aan lucht waar lucht wegstroomt over het aardoppervlak en wordt aangevuld met dalende lucht van boven: blauwe luchten en zon.
hoogvlakte
Vlak of zachtgolvend gebied dat meer dan 500m hoog ligt.
human development index (hdi)/ index menselijke ontwikkeling (imo)
Cijfer dat aangeeft hoe hoog een land scoort op het bnp per inwoner, de levensverwachting en het analfabetisme.
informele sector
Ongeschoold, slechtbetaald werk in de dienstensector dat niet officieel wordt geregistreerd.
intertropische convergentiezone (ITCZ)
Het lagedrukgebied rond de evenaar waar zowel winden uit het zuiden als uit het noorden bij elkaar komen. De ITCZ verplaatst zich gedurende het jaar onder invloed van de zonnestand.
kastenstelsel
Indeling van de Indiase samenleving in verschillende sociale groepen (kasten).
kolonie
Gebied in een ander werelddeel dat in het bezit is van (meestal) een Europees land.
lagedrukgebied
Gebied met een tekort aan lucht waar lucht toestroomt over het aardoppervlak en gaat stijgen: wolken en neerslag.
lagelonenland
Land met lage arbeidskosten.
lijzijde
de kant van de berg die uit de wind ligt; er valt weinig neerslag.
lingua franca
Taal die op grote schaal als voertaal wordt gebruikt door mensen met verschillende moedertalen.
loefzijde
De windkant van een gebergte met veel neerslag.
moederland
Staat die gezag uitoefent over een kolonie.
moesson
Halfjaarlijks van richting wisselende wind.
ontwikkelingskenmerk
Kenmerk waarmee je de armoede of rijkdom in een gebied kunt meten.
opkomend land
Land dat nog niet echt ontwikkeld is, maar dat wel een snelle economische groei doormaakt. Heet ook groeiland.
outsourcing
Het uitbesteden van werk aan een ander bedrijf (in het buitenland).
passaat
Oostelijke wind die (vanaf het subtropische maximum) richting het lagedrukgebied bij de evenaar waait.
periferie
De arme landen in de wereld, die gekenmerkt worden door afhankelijkheid, nadelige handelsrelaties, gebrekkige technologie en een lage productie.
primaire sector
Werk waarbij producten rechtstreeks uit de natuur worden gehaald.
regenschaduw
De lijzijde van een berg, waar de dalende en warme lucht weinig of geen neerslag brengt.
regionale ongelijkheid
Verschillen in welvaart tussen het ene en het andere gebied.
savanne
Landschap in de tropen met lange grassen, afgewisseld met groepjes bomen en struiken.
sociale ongelijkheid
Verschillen in welvaart en ontwikkelingskansen tussen groepen mensen in een gebied.
speciale economische zone (sez)
Gebied waar buitenlandse bedrijven zich vrij mogen vestigen en weinig belasting betalen.
steppe
Droog gebied waar net genoeg regen valt voor de groei van grassen en lage struikjes.
stijgingsregen
Regen bij de evenaar die ontstaat door opwarming van de lucht, waardoor die lucht gaat stijgen en afkoelen.
stuwingregen
Neerslag die ontstaat door stijgende lucht tegen een gebergte.
vruchtbaarheidscijfer
Het gemiddelde aantal kinderen dat een vrouw krijgt.