ak hoofdstuk 1 2 3 Flashcards
1
Q
zomer
A
dagen langer nachter korter
2
Q
equinox
A
dagen en nachten even lang
3
Q
winter
A
dagne kortel nachten langer
4
Q
zonnenstelsel
A
een ster en alle subjecten die er omheen cirkelen
5
Q
sterrenstelsel
A
een verzameling van gas stof en meerdere zonnenstelsels
6
Q
universum
A
alles wat bestaat heeft bestaaan en zal bestaan in de ruimte
7
Q
planeten
A
draait om een ster en heeft een bolvorm opgeruimde omgeving
8
Q
astreroiden
A
klein object geen bolvorm altijd terrestrisch
9
Q
kometen
A
klein object altijd joviaans heeft een staart
10
Q
A
11
Q
A
12
Q
A
13
Q
A
14
Q
A
15
Q
A