ak flashcards p4
1
Q
territoriale wateren
A
De eerste twaalf zeemijl (20 km) vanaf de kust waar de wetten van de kuststaat gelden.
2
Q
exclusieve economische zone (EEZ)
A
Een strook van 200 zeemijl die wordt beheerd door de kuststaat en waar deze staat ook de visserijrechten heeft en het recht om grondstoffen te winnen.
3
Q
grondstoffen
A
Materiaal (zoals ijzererts of cacaobonen) dat bewerkt moet worden om er een product van te maken.
4
Q
continentaal plat.
A
Het deel van de zeebodem dat aan een land grenst. Het punt waarop de zeebodem opeens steiler naar beneden gaat, is de grens van het continentaal plat.
5
Q
delfstoffen
A
Grond- en brandstof die je uit de aarde haalt.