ak china Flashcards

1
Q

gesloten economie

A

een economie met weinig tot geen handel met het buitenland

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

grootgrondbezit

A

vorm van landbezit waarbij een persoon een zeer groot stuk land in handen heeft en dat vaak laat bewerken door pachtboeren die ieder jaar geld of goederen aan de grootgrondbezitter moet afdragen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

collectieven

A

groepen samenwerkende mensen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

productiefactoren

A

de middelen die nodig zijn in het productieprocess : natuurlijke hulpbronnen, arbeid, kapitaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

kapitalisme

A

economisch systeem waarbij de productiefactoren eigendom zijn van particulieren en waarbij ieder bedrijf zelfstandig mag komen tot winst en zelf mag bepalen wat het met die winst doet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

vrijhandel

A

niet door in- of uitvoerrechten belemmerd handelsverkeer van goederen en diensten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

productieketen

A

alle productiestappen die achtereenvolgens een rol spelen bij de productie van goederen. bijv winning grondstoffen -> maken halffabricaten -> maken eindproducten -> groothandel -> consumentenhandel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

regionale ongelijkheid

A

ongewenste verschillen in welvaart en ontwikkeling tussen regio’s binnen landen of gebieden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

urbanisatiegraad

A

het percentage van de bevolking dat in de stad woont. het word ook wel de verstedelijkingsgraad genoemd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

hukousysteem

A

een geboorteregistratiesysteem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

zware industrie

A

bijv. de mijnbouw, staalindustrie, machine industrie en de chemische industrie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

nuttige neerslag

A

neerslag min de (mogelijke) verdamping. word ook effectieve neerslag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

irrigatie

A

kunstmatige bevloeiing van landbouwgewassen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

stijgingsneerslag

A

neerslag die ontstaat door sterke verwarming van het oppervlak. de warme lucht is licht en stijgt op. de lucht koelt af, dit zorgt voor condensatie, wolkenvorming en vervolgens neerslag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

stuwingsneerslag

A

neerslag die ontstaat doordat lucht tegen een berg moet stijgen. de afkoeling zorgt dan voor condensatie, wolkenvormige en neerslag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

neerslagregiem

A

de verdeling van de hoeveelheid neerslag over een bepaalde periode bijv een jaar

17
Q

hydro-elektriciteit

A

de elektriciteit die opgewekt kan worden uit waterkracht (door stromend of vallend water langs een waterrad/turbine te laten lopen, word dit rad/ de turbine in beweging gebracht en drijft een dynamo aan waarmee elektriciteit word opgewekt).

18
Q

arbeidsproductiviteit

A

de arbeidsproductiviteit is het aantal eenheden product (goederen of diensten) dat per werknemer per tijdseenheid word gemaakt

19
Q

infrastructuur

A

het geheel van voorzieningen dat nodig is om een land of organisatie goed te laten functioneren, infrastructuur is een algemeen begrip, vaak word er specifiek soort infrastructuur bedoeld, bijv verkeersinfrastructuur

20
Q

land-locked

A

is een land die volledig door andere landen wordt omgeven. het heeft daardoor geen directe toegang tot de zee en is daarvoor afhankelijk van andere landen

21
Q

significatie beleid

A

chinees beleid waarbij gestreefd wordt naar 1 cultuur voor heel china. de cultuur van chinese minderheden moet plaats maken voor de han-chinese cultuur. (soms onder dwang)

22
Q

assimilatie

A

het proces waarbij een minderheidsgroep zich geleidelijk aanpast aan de gebruiken van een heersende cultuur