ak begrippen 5vwo p1/2 Flashcards

1
Q

groeikern

A

aangewezen gemeente die op kleine afstand van stad ligt om suburbanisatie op te vangen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

welke soorten wijken heb je?

A
  • historisch binnenstad en stadscentrum
  • 19e eeuws arbeiders- en industriewijken
  • vooroorlogsewijken
  • naoorlogsewijken
  • jaren 60 en 70
  • vinex
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat zijn de kenmerken van een buurtprofiel?

A
  • woningkenmerken
  • bewonerskenmerken
  • woonomgeving
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

sociale cohesie

A

de samenhang van de samenleving/wijkbevolking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

subjectieve veiligheid

A

hoe veilig je je voelt in een wijk, gevoel (niet meetbaar)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

objectieve veiligheid

A

geregistreerde veiligheid (wel meetbaar)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

stadsvernieuwing

A

proces van renovatie en saling van buurten/stadswijken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

herstructerering

A

opknappen van (vooral naoorlogse), sloop en nieuwbouw waarbij stratenpatroon, functie wijk en woningbestand gewijzigd worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

kennis economie

A

samenleving waarbij groot/belangrijk deel van economische groei voortkomt uit kennis, innovatie en creativiteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

science park

A

bedrijventerrein bij hogescholen/universiteiten met wetenschappelijk of technisch inslag/onderzoek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

zakelijke dienstverlening

A

diensten die bedrijven aan elkaar lenen (marketing, schoonmaak enz.)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

duale arbeidsmarkt

A

moderne steden bieden minder kansen sociaal zwakkeren en laagopgeleiden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

sustainable city

A

stad met zo een klein mogelijke ecologische voetafdruk zo klein mogelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

smart city

A

ICT neemt toe in steden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

publiek-private samenwerking

A

intensieve samenwerking tussen burgers, bedrijven, overheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

groene hart

A

het verstedelijkt platteland

17
Q

Noordvleugel

A

vanaf Utrecht t/m Alkmaar/Haarlem, meest dynamisch

18
Q

Zuidvleugel

A

Rotterdam, Den Haag, Dordrecht, heeft ander karakter

19
Q

mainport

A

hoofdknooppunt in een mondiaal vervoernetwerk, waar intercontinentaal vervoer aansluit op continentale, nationale en regionale vervoersystemen

20
Q

grootstedelijke functie

A

functie die je alleen in grote steden kunt vinden

21
Q

stedelijk netwerk

A

samenwerkende groep steden die door gezamelijke ruimtelijke visie elkaar (economisch) versterken