Ak Begrippen 3.1, 3.2, 3.3 Flashcards

1
Q

Tropisch regenwoudklimaat

A

Een klimaat waarbij de temperatuur altijd hoger is dan 18 graden en het hele jaar door veel regen valt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Savanneklimaat

A

Een klimaat waarbij de temperatuur altijd hoger is dan 18 graden en er een droge en een natte tijd is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Steppeklimaat

A

Klimaat met hoge temperaturen en weinig neerslag, waardoor de begroeiing beperkt blijft tot gras

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Woestijnklimaat

A

Klimaat met meestal hoge temperaturen en vrijwel geen neerslag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Landklimaat

A

Klimaat met een groot verschil tussen de zomer- en wintertemperatuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hooggebergteklimaat

A

Klimaat in gebieden hoger dan 1500 meter met vrijwel altijd temperaturen omder nul en sneeuw of ijsbedekking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Poolklimaat

A

Klimaat met vrijwel altijd temperaturen onder nul en sneeuw of ijsbedekking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Gematigd zeeklimaat

A

Klimaat waarin het verschil tussen zomer- en wintertemperatuur gematigd is en de neerslag het hele jaar door kan vallen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Atmosfeer

A

De luchtlaag rond de aarde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Weer

A

Toestand van de atmosfeer op een bepaald moment op een bepaalde plaats

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Klimaat

A

Het gemiddelde weer, gemeten over een periode van dertig jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Maximumtemperatuur

A

De hoogste temperatuur die overdag wordt gemeten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Minimumtemperatuur

A

De laagtste temperatuur die in de nacht wordt gemeten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Evenaar

A

De breedtecirkel van 0 graden die de aarde verdeelt in een noordelijk en zuidelijk halfrond

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Invalshoek van de zon

A

De hoek waarin de zonnestralen het aardoppervlak raken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Aardas

A

Denkbeeldige lijn die dwars door de aarde van de Noordpool naar de Zuidpool loopt, de aarde draait in 24 uur om zijn as

17
Q

Pooldag

A

Periode in het jaar waarin de zon voor een langere periode niet ondergaat

18
Q

Poolnacht

A

Periode in het jaar waarin de zon voor een langere periode niet opkomt