Ak 73 Flashcards

1
Q

Metropolitaan gebied

A

Het gehele verstedelijkte gebied van een megastad en de daaraan vastgegroeide omliggende gemeenten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Migratiemotief

A

Reden waarom iemand migreert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Milieu

A

De omgeving waarin we leven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Mobiliteit

A

Alle verplaatsingen van mensen en goederen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Natuurlijke bevolkingsgroei

A

Groei van een bevolking als er meer geboorten zijn dan sterfgevallen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Onderhoud

A

Tijdig opruimen en herstellen van openbare ruimte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Ontgroening

A

Afname van het aantal jonge mensen in de bevolking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Reikwijdte

A

De afstand die klanten willen afleggen voor een bepaalde dienst of goed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Remigratie

A

Migranten verhuizen terug naar het land waar ze vandaan komen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Ruimtegebruik

A

De manier waarop een gebied gebruikt wordt, bijvoorbeeld voor het bouwen van winkels of landbouwgrond

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Ruimtelijke kwaliteit

A

De kwaliteit van de woonomgeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Ruimtelijke ordening

A

Het regelen van het ruimtegebruik door de overheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Sector -groeimodel

A

Groeimodel van de stad waar de stad in bepaalde richtingen groeit en in andere juist niet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Seizoensmigratie

A

Migratie waarbij een arbeider een gedeelte van het jaar komt werken en daarna weer naar huis gaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Segregatie

A

Als verschillende bevolkingsgroepen ieder in hun eigen buurt wonen en er weinig contact is met andere bevolkingsgroepen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Sociale bevolkingsgroei

A

Toename van de bevolking doordat mensen van buiten het gebied zich er vestigen

17
Q

Sociale contacten

A

Contacten tussen bewoners

18
Q

Sociale controle

A

Mensen uit de buurt of wijk letten op elkaar

19
Q

Sociale ongelijkheid

A

Grote verschillen in inkomens tussen groepen mensen

20
Q

Sociale verhoudingen

A

De relaties tussen mensen in de wijk

21
Q

Stedelijke zone

A

Een groot stedelijk gebied, waar verschillende stedelijke gebieden aan elkaar zijn gegroeid

22
Q

Sterftecijfer

A

Het gemiddelde aantal overledenen in een gebied in een jaar per duizend inwoners

23
Q

Sterfteoverschot

A

Het aantal sterftegevallen is groter dan het aantal geboorten in een jaar in een gebied

24
Q

Stratenpatroon

A

Het patroon dat gevormd wordt door straten en pleinen

25
Q

Suburbanisatie

A

Proces waarbij mensen en bedrijven van stad naar het omringende platteland trekken

26
Q

Transitiemodel

A

Model dat laat zien hoe geboortecijfers en sterfcijfers veranderen in de loop van de tijd

27
Q

Urbanisatie

A

De trek van het platteland naar de stad

28
Q

Veiligheid

A

Afwezigheid van gevaar

29
Q

Vergrijzing

A

Toename van het aandeel ouderen in de bevolking

30
Q

Verhuismotief

A

Reden om te verhuizen

31
Q

Vertrekoverschot

A

Als er meer mensen uit een gebied vertrekken dan er komen wonen

32
Q

Verzorgingsgebied

A

Het gebied waardoor de stad allerlei voorzieningen aanbiedt

33
Q

Vestigingsoverschot

A

Als er meer mensen in het gebied komen dan er vertrekken

34
Q

Voorzieningen

A

Dingen die mensen regelmatig nodig hebben, zoals winkels, scholen, gezondheidscentra enzovoort