Ak 4 Flashcards
laagvlakte
Gebied zonder hoogteverschillen dat lager ligt dan 500 m.
landklimaat
Klimaat met in de koudste maand een gemiddelde dagtemperatuur die lager is dan –3 °C en in de warmste maand hoger dan +10 °C.
leefbaarheid
Mate waarin een gebied geschikt is om er te leven.
lichte industrie
Bedrijven die veel halffabricaten gebruiken.
lijzijde
De kant van de berg die uit de wind ligt; er valt weinig neerslag.
loefzijde
De windkant van een gebergte met veel neerslag.
luchtsoort
soort lucht
maatschappelijke segregatie
Als mensen uit verschillende bevolkingsgroepen weinig contact met elkaar hebben.
middelgebergte
Gebied waar de meeste bergtoppen tussen de 500 en 1.500 m hoog zijn.
middellandse zeeklimaat
Zeeklimaat met hete, droge zomers en vochtige, zachte winters.