Ak 2.3 Flashcards

1
Q

Wat is het epicentrum?

A

Het epicentrum is de plaats aan het oppervlak loodrecht boven het hypocentrum.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is het hypocentrum?

A

De plek waar de aardbeving ontstaat. (Dus waar de platen elkaar hebben geraakt tijdens de aardbeving.)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Met welke schaal meten we aardbevingen?

A

Met de schaal van Richter.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn preventieve maatregelen?

A

Maatregelen die de overheid neemt voor een natuurramp, indien deze al voorspeld is. (Zoals evacuatie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe ontstaat een Tsunami?

A

Door een hevige aardbeving in de zee.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Op wat voor plaatgrenzen kan een tsunami (alleen) ontstaan?

A

Plaatgrenzen die naar elkaar / uit elkaar gaan. (Niet langs elkaar.)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat onstaat er in het water bij de plaat die zich omhoog beweegt?

A

Eerst een golftop. (En daarna een golfdal.)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat ontstaat er bij de plaat die zich omlaag beweegt?

A

Eerst een golfdal. (Zee trekt zich terug.)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waarom kan een tsunamigolf niet omklappen?

A

Omdat hij zo lang is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is subductie?

A

Een stuk oceanische aardkorst die schuift onder een stuk continentale plaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly