ak 2 Flashcards
Afstromen
Water stroomt over het land naar rivieren.
Aquifer
Ondergrondse laag met veel grondwater.
Grondwater
Water tussen zand- en kleideeltjes in de grond.
Grondwaterpeil
De bovenkant van het grondwater.
Brak water
Mengsel van zoet en zout water.
Zoetwaterzak
Reservevoorraad zoet grondwater in duinen.
Oase
Plek in de woestijn waar water is.
Bronoase
Waar grondwater aan de oppervlakte komt.
Rivieroase
Ontstaat door een rivier die water aanvoert uit een natter gebied.
Bovenloop
Eerste stuk van een rivier, vaak in de bergen.
Middenloop
Middelste deel van een rivier.
Benedenloop
Laatste deel van een rivier, dicht bij zee.
Riviermonding
De plek waar een rivier in zee stroomt.
Delta
Vertakte riviermonding.
Regiem
Schommelingen in de waterafvoer van een rivier.
Debiet
Hoeveelheid water die per seconde door een rivier stroomt.
Stroomgebied
Het gebied dat afwatert op een bepaalde rivier.
Waterscheiding
De grens tussen twee stroomgebieden.
Internationale rivier
Een rivier die door meerdere landen stroomt.
Regenrivier
Rivier die alleen regenwater afvoert (bijv. de Maas).
Gletsjerrivier
Rivier die alleen smeltwater van gletsjers afvoert.
Gemengde rivier
Voert zowel regenwater als smeltwater af (bijv. de Rijn).
Wadi
Een rivier die maar een deel van het jaar water bevat.
Waterschap
Regionale overheid die zorgt voor waterbeheer.