AK 1.5 - 1.6 Flashcards
Keileem
Een mix van klei, leem, zand en grind die is meegevoerd onder een gletsjer.
Löss
Fijnkorrelig zand waarbij de meeste deeltje kleiner zijn dan 0,063 mm.
Stroomgebied
Het gebied dat afwatert op een rivier en haar zijrivieren.
Stuwwal
Heuvels die ontstaan door de werking van gletsjers op land.
Zwerfsteen
Groot en zwaar rotsblok dat met het ijs is meegenomen.
Buitendijkse kant.
Gebied buiten de dijk dat niet beschermd wordt tegen water.
Droogmakerij
Polder in een drooggemalen meer.
Gemaal
Pomp waarmee polders worden droog gepompt.
Kwelder
Stuk land dat bij vloed in de Waddenzee niet meer overstroomt.
Terp
Door de mens opgeworpen heuvel als bescherming tegen overstromingen.
Veen
Grondsoort die ontstaat door de opeenhoping van dode plantenresten.
Wadden
Onbegroeide delen van de Waddenzee die twee keer per dag droog vallen.
Polder
Stuk land, omgeven door dijken, waar de waterstand geregeld kan worden.