AIT H01 Inleidende begrippen

Question 1

bit

Answer 1

kleinste eenheid van informatie in de informaticawereld. Een bit kan twee waarden
aannemen : 1 of 0 of ook nog true of false.

Question 2

Byte

Answer 2

een octet van bits, t.t.z. 1 Byte = 8 bits

Question 3

NIC

Answer 3

Network Interface Card (netwerkkaart)

Question 4

MAC

Answer 4

Media Access Control

Question 5

MAC adres

Answer 5

6 Bytes lang en wordt doorgaans in HEX vorm voorgesteld.

Question 6

MAC spoofing

Answer 6

MAC adres zelf in te stellen of het bestaande MAC adres te overschrijven

Question 7

UTP

Answer 7

unshielded twisted pair (geen elektromagnetische bescherming)

Question 8

STP

Answer 8

shielded twisted pair (elektromagnetische bescherming per paar)

Question 9

FTP

Answer 9

foiled twisted pair (elektromagnetische bescherming volledige kabel)

Question 10

SFTP

Answer 10

shielded foiled twisted pair (elektromagnetische bescherming zowel per paar als voor
de volledige kabel)

Question 11

switch

Answer 11

een apparaat in de infrastructuur van
pakketgeschakelde computernetwerken dat tot doel heeft toestellen met elkaar te verbinden door het ontvangen,
verwerken en doorzenden van ontvangen frames.

Question 12

QoS

Answer 12

Quality of Service

Question 13

VLAN’s

Answer 13

virtuele LANs

Question 14

Flow control

Answer 14

Hiermee kan men bijvoorbeeld de bandbreedte beperken voor bepaalde poorten.

Question 15

Monitoring

Answer 15

Hiermee kan men statistieken van het verkeer bekijken.

Question 16

Router

Answer 16

een apparaat dat twee of meer

verschillende computernetwerken aan elkaar verbindt