ag Flashcards

1
Q

circulaire economie (kringloopeconomie)

A

Economie die grondstoffen voordurend hergebruikt en geen afval producteert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

draagkracht

A

het vermogen van de aarde om duurzaam aan de behoeften van de mens te voldoen, zonder dat dit ten koste gaat van het mileu

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

ecosysteem

A

een gemeenschapvan dieren en planten (organismen) in een gebied waarbij er een wisselwerking is tussen de organismen onderling en tussen de organismen en de niet levende natuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

eutrofiëring

A

situatie waarbij er te veel voedingsstoffen in de bodem of het water terechtkomen, waardoor sommige organismen sterk toenemen ten koste van andere organismen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

koolstofkringloop

A

kringloop die laat zien hoe het element koolstof circuleert tussen allerlei chemische verbindingen op aarde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

lineaire economie

A

economie waarin voor nieuwe producten steeds weer nieuwe grondstoffen nodig zijn, die voornamelijk uit de natuur worden gehaald. producten belanden na gebruik bij het afval

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

milieu

A

de omsatingheden waarin organsimen leven, zoals de water en bodemkwaliteiten de concurrentie met andere organismen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

milieubeleid

A

regels en maatregelen van de overheid die de kwaliteit van de leefomgeving verbeteren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

milieuramp

A

veel schade aan een ecosysteem doordat er grote hoeveelheden schadelijke stoffen of radioactive straling in het water, de lucht of de bodem terechtkomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

permafrost

A

altidj bevroren ondergrond in koude klimaatgebieden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

ruimtelijke ordening

A

het doelmatig inrichten van de leefomgeving door de overheid met ruimtelijk plannen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

uitputting

A

achteruitgang van de bodemkwaliteit door te intensief gebruik

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

versterkt broeikaseffect

A

door de toeneme van broeikasgassen door menslijke activiteiten wordt er meer warmte in de atmosfeer vastgehouden en stijgt wereldwijd in de temperatuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

vervuiling

A

situatie waarbij er schadelijke stoffen in het milieu terechtkomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

verzitting

A

toename van het zoutgehalte van de bodem of van zoet water

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

verzuring

A

verzurende stoffen uit de lucht slaan neer en komen in het water en de bodem terecht