AFP 1 Zenuwstelsel Flashcards
1
Q
Effectoren
A
Motorische output
2
Q
Cerabrum
A
Hersenen
3
Q
Diencephalon
A
Tussenhersenen
4
Q
Cerebellum
A
Kleine hersenen
5
Q
Hoeveel paar nervi cranialis?
A
12 paar
6
Q
Hoeveel paar nervi spinalis?
A
31 paar
7
Q
3 fysiologische indelingen van het zenuwstelsel
A
Hierarchie
Integratie
Richting van het signaal
8
Q
Sensorische vezels van het perifere zenuwstelsel naar het centrale zenuwstelsel
A
Afferente vezels
9
Q
Impuls van centrale zenuwstelsel naar perifeer
A
Efferente vezels
10
Q
Sensorische vezels gaan via het ruggenmerg omhoog
A
Ascenderende banen
11
Q
Impulsen gaan via het ruggenmerg omlaag
A
Descenderende banen
12
Q
Welke 2 termen horen bij de visceromotoriek?
A
Sympaticus/ parasympaticus
13
Q
Nervus
A
Zenuw
14
Q
Tractus
A
Baan
15
Q
Tot aan waar strekt het medulla spinalis zich?
A
Tot aan L1/L2