Afkortings Flashcards
1
Q
bg.
A
bogenoemde
2
Q
hfst.
A
hoofstuk
3
Q
Mrt.
A
Maart
4
Q
mnr.
A
meneer
5
Q
n.a.v.
A
na aanleiding van
6
Q
nm.
A
namiddag
7
Q
t.s.v.
A
ten spyte van