Afkortingen Deel 2 Flashcards
Gutta (gtt)
Druppel
Intramusculair (i.m)
In de spier
Injectio (inj)
Injectie
Iteratio, itera (iter/it)
Herhaling
Intravenosus (I.v)
In de ader
Linimentum (Lin)
Smeersel
Lotio (lot)
Lotion
Mane (m.)
‘S morgens
Mane et vespere (m. et v.)
‘S morgens en ‘s avonds
Misce fac lege artis (m.f.l.a)
Meng, maak volgens de regels
Mixtura (mixt)
Mengsel
Mucilago (muc)
Slijm
Ne iteretur (n.i)
Niet herhalen
Numero (no)
Aantal
Oculoguttae (oculgtt)
Oogdruppels
Oculus dexter (o.d)
Rechteroog
Oculus sinister (o.s)
Linkeroog
Oculus dexter sinister (o.d.s)
Beide ogen
Omni hora (o.h)
Elk uur
Otoguttae (otogtt)
Oordruppels
Post coenam (p.c)
Na de maaltijd
Pro infantibus (p.i/pro inf)
Voor de kinderen
Potio (pot)
Drank
Pulvis (pulv)
Poeder
Quantum sufficit (q.s)
Zoveel als nodig
Recipe (R/)
Neem
Recenter paratus (r.p./ rec.par)
Vers bereid
Rhinoguttae (rh.gtt./rhinogtt)
Neusdruppels
Signa (S.)
Schrijf op etiket
Subcutanus (s.c)
Onder de huid
Sirupus (sir)
Stroop
Sublingualis (subl./sl)
Onder de tong
Si necesse (s.n)
Zonodig
Solutio (sol)
Oplossing
Sterilisatus (ster)
Gesteriliseerd
Suppositorium (supp)
Zetpil
Tabula (tabl)
Tablet
Ter de die (tdd)
Drie maal daags
Trituratio (trit)
Verwijving
Usus cognitus/ usus notus (u.c./u.n)
Gebruik bekend
Unguentum (ung)
Zalf
Vespere (v./vesp)
‘S avonds