Afkortingen Flashcards
1
Q
Hypo
A
Te kort, weinig - Hypotensie
2
Q
Intra
A
Binnen - Intracellulair
3
Q
Extra
A
Buiten - Extracellulair
4
Q
Inter
A
Er tussen in - Intercellulair
5
Q
Pre
A
Vooraf - Pre operatief
6
Q
Per
A
Tijdens - Per operatief
7
Q
Post
A
Erna - Post nataal
8
Q
Para
A
Naast - Paramedicus
9
Q
Ante
A
Tegen - Anteversie
10
Q
Re-
A
Opnieuw - Reponering
11
Q
Hyper
A
Teveel - Hypercholesterolomie
12
Q
Poly
A
Veel - Polyneuropathie (spierziekte)
13
Q
Dys
A
Afwijkend - Dysmatuur
14
Q
A-
A
Niet - Atonie (spieren verslapt)
15
Q
-ectomie
A
Weghalen - Splenectomie (milt)