Afkortingen Flashcards

1
Q

ACT

A

afdeling continuïteit en toegang van agentschap jongerenwelzijn/opgroeien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

ADL

A

activiteiten dagelijks leven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

A-documenten

A

aanmelddocument bij intersectorale toegangspoort

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

AWW

A

Algemeen welzijnswerk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

BKO

A

Buitengewoon kleuteronderwijs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

BLO

A

buitengewoon kleuter- en lager onderwijs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

BO

A

Buitengewoon onderwijs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

BUSO

A

buitengewoon secundair onderwijs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

BZW

A

begeleid zelfstandig wonen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

CAP

A

Centraal informatie- en aanmeldpunt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

CAH

A

crisishulp aan huis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

CAW

A

centrum algemeen welzijnswerk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

CBAW

A

contextbegeleiding autonoom wonen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

CIG

A

centrum voor integrale gezinszorg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

CGG

A

Centrum voor geestelijke gezondsheidszorg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

CKG

A

Centrum voor kinderzorg en gezinsondersteuning

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

CLB

A

centrum voor leerlingen en begeleiding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

COS

A

centrum voor ontwikkelingsstoornissen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

CVK

A

Centrum voor kortverblijf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

D4A

A

Design for all

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

EBP

A

Evidence based practice

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

FID

A

Frequentie intensiteit duur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

FPC

A

Forensisch psychiatrisch centrum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

GIO

A

Globale individuele ondersteuning

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

GON

A

Geïntegreerd onderwijs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

GRIP vzw

A

gelijke rechten voor iedere persoon met een handicap vzw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

HCA

A

herstelgerichte en constructieve afhandeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

HP

A

handelingsplan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

IBW

A

initiatief beschut wonen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

IJH

A

integrale jeugdhulp

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

IMB

A

individuele materiele bijstand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

ION

A

inclusief onderwijs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

IRPC

A

intersectorale regionale prioriteiten commissie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
34
Q

ISV

A

Indicatiestellingsverslag

35
Q

ITP

A

Intersectorale toegangspoort

36
Q

JAC

A

Jongeren advies centrum

37
Q

JHR

A

jeugdhulpregie

38
Q

JRB

A

Jeugdrechtbank

39
Q

K&G

A

Kind en gezin

40
Q

KOC

A

Kenniscentrum hulpmiddelen

41
Q

KWE

A

kleinschalige wooneenheden in functie van autonoom wonen

42
Q

M-document

A

motivatiedocument voor aanmelding bij een gemandateerde voorziening

43
Q

MaNo

A

maatschappelijke noodzaak

44
Q

MDT

A

Multidisciplinair team

45
Q

MFC

A

multifunctioneel centrum

46
Q

NBM

A

Niet begeleide minderjarige

47
Q

NRTH

A

niet-rechtstreeks toegankelijke hulpverlening

48
Q

NRTJ

A

niet-rechtstreeks toegankelijke jeugdzorg

49
Q

OBC

A

observatie en behandelingscentrum

50
Q

OCJ

A

ondersteuning centrum jeugdzorg

51
Q

OCMW

A

openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn

52
Q

OOOC

A

onthaal, observatie en oriëntatiecentrum

53
Q

OPZ

A

openbaar psychiatrisch zorgcentrum

54
Q

OV

A

opleidingsvorm

55
Q

OVBJ

A

organisatie voor bijzondere jeugdzorg

56
Q

PAB

A

persoonlijk assistentie budget

57
Q

PB

A

professionele bachelor

58
Q

PBE

A

practice based evidence

59
Q

PGB

A

persoonsgebonden budget

60
Q

PLS

A

problematische leefsituatie

61
Q

POP

A

persoonlijk ondersteuningsplan

62
Q

POS

A

problematische opvoedingssituatie

63
Q

PTP

A

persoonlijke toekomstplanning

64
Q

PVF

A

persoonsvolgende financiering

65
Q

PVT

A

psychiatrisch verzorgingstehuizen

66
Q

PZ

A

psychiatrisch ziekenhuis

67
Q

RBE

A

research based evidence

68
Q

RTH

A

rechtstreeks toegankelijke hulpverlening

69
Q

RTJ

A

rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp

70
Q

RVT

A

rust- en verzorgingstehuis

71
Q

SDJ

A

sociale dienst gerechtelijke jeugdbijstand

72
Q

UDL

A

universal design for learning

73
Q

VAPH

A

Vlaamse agentschap personen met een handicap

74
Q

VDAB

A

Vlaamse dienst voor arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding

75
Q

VIST

A

Versnelde indicatiestelling en toewijzing

76
Q

VK

A

Vertrouwcentrum kindermishandeling

77
Q

VZA

A

Vergunde zorgaanbieder

78
Q

VZW

A

Vereniging zonder winstoogmerk

79
Q

VOS

A

verontrustende opvoedingssituatie

80
Q

WVG

A

Welzijn, volksgezondheid en gezin

81
Q

WZC

A

woon- en zorgcentrum

82
Q

YAR

A

Youth at risk

83
Q

PVB

A

persoonsvolgendbudget