actividades Flashcards
fin de semana
het weekend
durante la semana
doordeweeks
por la manana
’s ochtends
por la tarde
’s middags
por la noche
’s avonds
quedar con amigos
afspreken met vrienden
contar chistes
grappen vertellen
tocar un instrumento
een intsturment bespelen
escuchar música
muziek luisteren
poner música
muziek opzetten
ver una película
een film kijken
estudiar
studeren
hacer deberes
huiswerk maken
cantar
zingen
bailar
dansen
jugar
spelen
paesar, caminar
wandelen
sacar el perro
de hond uitlaten
leer
lezen
hacer deporte
sporten
chatear
chatten
hacer videojuegos
gamen
hacer un taller
een workshop doen
salir de noche
uitgaan
jugar al fútbol
voetballen
jugar a las cartas
kaarten
ir de compras
winkelen, booschappen doen
ir de excursión
op excursie gaan
ir al cine
naar de bioscoop gaan
ir al gimnasio
naar de sportschool gaan
ir a un festival
naar een festival gaan
ir a un concierto
naar een concert gaan
ir a la bolera
bowlen
ir ar dormir a casa de…
slapen in het huis van…
ayudar en casa
helpen in huis
lavar la ropa
wassen
planchar la ropa
strijken
doblar la ropa
kleding opvouwen
pasar la aspiradora
stofzuigen
sacar la basura
het vuilnis buitenzetten