Acties Uitvoeren Flashcards

1
Q

Wat is het degrees of freedom problem?

A

Er zijn waarschijnlijk een oneindig aantal aan “motor solutions” om met een object om te gaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn motor programs?

A

Opgeslagen routines voor bepaalde bewegingen zodat niet alles telkens helemaal berekenend hoeft te worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is somsatosensation?

A

Een aantal perceptuele processen, gelinkt aan huid en lichaam, bv pijn, temperatuur, positie van ledematen en aanraking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is proprioception?

A

Het bewust zijn van ledematen in de ruimte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is sensorimotor transformation?

A

Het koppelen van zichtbare objecten aan lichaamsbewust zijn om zo juist te handelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is het homunculus probleem?

A

Het is lastig uit te leggen dat vrijwillige bewegingen of acties bestaan, als we eigenlijk zeggen dat cognitieve processen nooit vrijwillig zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Primary motor cortex

A

Ligt achter frontale kwab en is verantwoordelijk voor de vrijwillige bewegingen van het lichaam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is hemiplegia?

A

Beschadiging aan linker hersenhelft zorgt voor bewegingsproblemen aan de rechterkant en andersom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de population vector?

A

De som van de favoriete richting van de neuron x het aantal keer dat deze vuurt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Pre motor cortex

A

Ligt voor de primary motor cortex en linkt acties aan objecten in de ruimte.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Supplementary motor area

A

SMA: gebruikt aangeleerde acties, vooral als dit niet veel info van de omgeving nodig heeft. Ligt mediaal in premotor cortex

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is perseveration?

A

Het herhalen van een actie die niet meer relevant is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is utilization behavior?

A

Impulsief reageren op niet relevante objecten in de ruimte en deze “verkeerd” gebruiken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is een schema?

A

Een georganiseerde set informatie die is opgeslagen, bv routines of acties die we vaak doen raken automatisch, dus in schema

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is contention scheduling

A

Het mechanisme die 1 specifiek schema kiest dat uitgevoerd moet worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is sense of agency?

A

Het subjectieve gevoel dat vrijwillige acties van de persoon zijn die het uitvoert (acteur)

17
Q

Wat zijn forward models?

A

Een motor command wordt gebruikt om de sensorische gevolgen te voorspellen. Je kan jezelf nooit kietelen

18
Q

Wat is intentional binding?

A

Vrijwillige acties en hun sensorische gevolgen liggen qua tijd dicht(er) bij elkaar (dan men dacht)

19
Q

Wat is imitation?

A

Het gedrag met het zelfde doel en intentie van een ander na doen door observatie

20
Q

Wat is een mirror neuron?

A

Neuroon dat reageert op doel gedreven acties bij zichzelf of een ander.

21
Q

Wat is optic ataxia?

A

Visie niet accuraat in kunnen zetten, zonder dat er een probleem is met de ogen of met vrijwillige bewegingen. Zoals het niet kunnen pakken van dingen

22
Q

Wat is de Parietal reach region?

A

PRR: een deel van de occipitoparietal cortex die specifiek actief is voor reik bewegingen

23
Q

Wat is de Anterior intraparietal area?

A

AIP: deel van interparietal sulcus, wat specifiek reageert open de vorm van 3D voorwerpen te bepalen, door zowel zien als voelen

24
Q

Wat is de ventral intraparietal area?

A

Het deel van de intraparietal sulcus die registreert hoe dicht bij objecten t.o.v. Het lichaam zijn en is bezig met body centered coordination

25
Wat houd affordances in?
Dit zijn de fysieke eigenschappen van een object die implyen hoe het voorwerp gebruikt moet worden
26
Wat is ideomotor apraxia?
Men kan geen passende hand gebaren geven als dit gevraagd wordt, bv een schaar/knippen
27
Wat is Parkinsons disease?
Ziekte door problemen in basal ganglia, waardoor men ongecontroleerde bewegingen maakt, bv trillen
28
Wat is huntigtons disease?
Genetisch fout die effect heeft op de basal ganglia, waardoor overdreven veel beweegt