actes de parole trajet 4 Flashcards

exemples

1
Q

À ta place, je lirais/regarderais …

A

Als ik jou was, zou ik lezen/kijken …

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Si j’étais toi, je choisirais la version originale.

A

Als ik jou was, zou ik voor de originele versie gaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Tu devrais éviter de regarder la version doublée.

A

Je moet niet naar de ondertitelde versie kijken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Tu pourrais activer le sous-titrage sur Netflix.

A

Je zou ondertiteling kunnen activeren op Netflix.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Il faut vraiment lire/regarder …

A

Je moet echt lezen/kijken …

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Als ik jou was, zou ik lezen/kijken …

A

À ta place, je lirais/regarderais …

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Als ik jou was, zou ik voor de originele versie gaan.

A

Si j’étais toi, je choisirais la version originale.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Je moet niet naar de ondertitelde versie kijken.

A

Tu devrais éviter de regarder la version doublée.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Je zou ondertiteling kunnen activeren op Netflix.

A

Tu pourrais activer le sous-titrage sur Netflix.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Je moet echt lezen/kijken …

A

Il faut vraiment lire/regarder …

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly