ACE 5 UNIT 3 Flashcards
hoogbouw
a high-rise
een haven
a harbour
wolkenkrabber
a skyscraper
bezienswaardigheid, herkenningspunt
a place of interest, a landmark
openbare ruimte
a public space
wijk, buurt, stadseel
a borough, a nieghbourhood, a district
woongebied
a residential area
voorstad, buitenwijk
a suburb
stadsrand
the outskirts
opstopping, overbelasting
congestiond
e capaciteit
a capacity
levendig, vrolijk
lively
bruisend
bustling
typisch voor wereldstad
cosmopolitan
toegang hebben tot
to have acces to
vastgoed
real estate
een inwoner, een bewoner
a resident
huur betalen
to pay rent
beweegreden
a motive
vluchten
to flee
vervolging
persecution
onderdrukking
oppression
ballingschap
exile
hongersnood
famine
verhongering
starvation
zich vestigen
to settle
een kolonist
a settler
een nederzetting
a settlement
geloof belijden
to practise a religion
bevolking
a population
midnerheid
a minority
meerderheid
a majority
volkstelling
a census
smeltkroes
a melting-pot
asiel aanvragen
to seek asylum/refuge
asiel verlenen
to grant asylum/refuge
samenleven
to co-exist
herkomst, afkomst
ethnicity
etnische minderheid
an ethnic minority
spanning
tension
verdraagzaamheid
tolerance
onverdraagzaamheid, bekropmenheid
bigotry
terughoudenheid
reluctance
afkeer, afgunst
resentment
gastvrijheid
hospitality
vijandigheid
hostility
vreemdelingenangst, vreemdelingenhaat
xenophobia