Accountmanagement 1A Flashcards

Deel 1 van de voorbereiding toets 1 Accountmanagement KE8 (kennisexamen)

1
Q

Wat is de micro omgeving?

A

hiermee wordt het bedrijf zelf bedoeld. In de micoromgeving heeft een bedrijf (dus) maximale invloed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is de meso omgeving?

A

dit is de omgeving op branche/bedrijfstak niveau. Op de meso omgeving heeft een bedrijf indirect invloed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat is de macro omgeving?

A

dit zijn de algemene trends en ontwikkelingen. Op de macro omgeving heeft een bedrijf geen invloed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe noem je bij analyse van de omgeving, de omgeving van het bedrijf zelf?

A

micro omgeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe noem je bij analyse van de omgeving de omgeving van de branche/bedrijfstak?

A

meso omgeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe noem je bij analyse van de externe omgeving de algemene trends en ontwikkelingen?

A

macro omgeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is een de analyse tool om de macro omgeving in kaart te brengen?

A

DESTEP

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is DESTEP?

A

de tool waarmee je de macro omgeving gestructureerd in kaart kunt brengen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waarvoor staat de afkorting DESTEP?

A

Demografisch, Economisch, Sociaal/cultureel, Technologisch, Ecologisch, Politiek/Juridisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke onderdelen uit de SWOT analyse breng je in kaart met de interne analyse?

A

sterke (strengths) en zwakke punten (weaknesses)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke onderdelen uit de SWOT analyse breng je in kaart met de externe analyse?

A

kansen (Opportunities) en bedreigingen (Threats)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke (4) analyse tools ken je voor analyse van de meso omgeving?

A

Afnemers analyse van Ferrel, 5 krachten model van Porter, Strategische groepenkaart, Benchmarking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Op welk omgevingsniveau gebruik je de afnemers analyse van Ferrel, het 5 krachten model van Porter, de Strategische groepenkaart en Benchmarking?

A

meso omgeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat onderzoek je met de analyse van Ferrel?

A

afnemers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe werkt de afnemers analyse van Ferrel?

A

Door met de 6 W’s in kaart te brengen:

  • Wie koopt,
  • Wat kopen ze,
  • Waar kopen ze,
  • Wanneer kopen ze,
  • Waarom kopen ze wel en
  • Waarom kopen ze niet?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Je wilt de afnemers van een bedrijf goed onderzoeken, welke tool gebruik je hiervoor?

A

Afnemersanalyse van Ferrel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Welke 5 krachten kent het gelijknamige model van Porter?

A

kracht van:

  • directe concurrenten,
  • nieuwe toetreders,
  • substituut producten,
  • leveranciers en
  • afnemers
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Waar geeft het 5 krachten model voornamelijk inzicht in?

A

lange termijn winstgevendheid van een branche

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat is een strategische groepenkaart?

A

Een grafiek met 2 assen waar je variabelen van meerdere concurrenten (als cirkel) kunt opnemen (bv prijs en kwaliteit). Met kleur en grootte van de cirkels kun je nog extra elementen weergeven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

wat is benchmarking?

A

als je de resultaten van een bedrijf vergelijkt met het gemiddelde van de branche of juist met de beste bedrijven uit een branche

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

wat doe je als je de resultaten van een bedrijf vergelijkt met het gemiddelde van de branche of juist met de beste bedrijven uit een branche?

A

dan ben je aan het Benchmarken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Welke analysetool gebruik je in de micro omgeving?

A

het waardeketen model van Porter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat is het waardeketen model van Porter en waarvoor pas je het toe?

A

Het is een schematische weergave van de onderdelen van een bedrijf. Het helpt je de sterke en zwakke punten te vinden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Welke 4 methoden om (bijvoorbeeld) omzet te voorspellen ken je?

A
  • Gemiddelde,
  • Voortschrijdend gemiddelde,
  • Extrapoleren,
  • Exponential smoothing
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Welke omzet voorspellingsmethode pas je toe als de resultaten redelijk stabiel zijn?

A

gemiddelde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

wat is extrapoleren?

A

de resultaten voorspellen door de lijn in de grafiek in de toekomst door te trekken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

wanneer pas je voortschrijdend gemiddelde of exponential smooting toe?

A

als je resultaten een erg grillige lijn vertonen, deze methoden dempen de uischieters, maken de grafiek dus vlakker

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Wat is een causaal model?

A

Dat is een ander woord voor oorzaak-gevolg redeneren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Hoe heet een model wat is gebaseerd op oorzaak-gevolg redeneren?

A

Causaal model

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Wat voor soort data krijg je bij kwalitatief onderzoek?

A

kwalitatief onderzoek gaat vooral over meningen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

Als je vooral naar meningen onderzoek doet, welk type onderzoek doe je dan?

A

kwalitatief onderzoek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

Wat voor soort data krijg je bij kwantitatief onderzoek?

A

kwantitatief onderzoek gaat vooral over aantallen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

Als je vooral naar aantallen onderzoek doet, welk type onderzoek doe je dan?

A

kwantitatief onderzoek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
34
Q

Wat is panelonderzoek?

A

als een vaste groep gebruikers een nieuw product test

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
35
Q

Wat is het nadeel van een groepsdiscussie?

A

dat er groepsdruk is, mensen passen hun mening aan aan wat anderen vinden

36
Q

Wat is de Delphimethode?

A

Een groepsdiscussie waar de deelnemers elkaar niet kunnen zien/horen. Meningen worden anoniem gedeeld.

37
Q

Wat is een scenario-analyse?

A

Een analyse waarbij je meerdere mogelijke scenario’s (wat er zou kunnen gebeuren) in kaart brengt

38
Q

Wat is crowdsourcing?

A

Als je van de massa (de crowd)/het publiek gebruikt maakt om onderzoek te doen.

39
Q

Wat zijn belangrijke kenmerken van een Enquête als onderzoeksmethode?

A

structuur, een vaste vragenlijst meestal gebruikt voor overwegend kwantitatief onderzoek (als je wilt weten hoeveel…)

40
Q

Wat zijn belangrijke kenmerken van een Interview als onderzoeksmethode?

A

ongestructureerd, slecht een aantal vragen die ruimte laten voor aanvullende vragen. Vaak gebruikt bij kwalitatief onderzoek (als je meningen wilt weten)

41
Q

Wat is (bij onderzoek) een experiment?

A

Een onderzoek waarbij je daadwerkelijk iets uitprobeert (bijvoorbeeld verschillende prijzen in verschillende vestigingen)

42
Q

Wat is (bij onderzoek) observatie?

A

Dat je bewust observeert (kijkt) wat er gebeurt, bijvoorbeeld bij een bepaalde winkelopstelling hoe klanten reageren

43
Q

Wat is koopintentie onderzoek?

A

Onderzoek waarbij je probeert te achterhalen of mensen ook echt een aankoop zullen doen

44
Q

Wat is opinieonderzoek?

A

Onderzoek naar de mening van een grote groep over een specifiek onderwerp. Bijvoorbeeld bij verkiezingen

45
Q

Wat is de concurrentiestrategie van Porter?

A

Een model met 4 posities: Kostenleiderschap, Productdifferentiatie, Focusstrategie en Stuck in the middle

46
Q

Wanneer heeft een bedrijf in de concurrentiestrategie van Porter de positie “stuck in the middle”?

A

Als het bedrijf niet een van de 3 concurrentiestrategien heeft gekozen, maar van alles een beetje doet

47
Q

Bij welke concurrentiestrategie van Porter richt je je op een deel van de markt?

A

Focusstrategie

48
Q

Bij welke concurrentiestrategie van Porter richt je je op bieden van lage prijzen?

A

Kostenleiderschap

49
Q

Bij welke concurrentiestrategie van Porter richt je je op het bieden van een uniek product?

A

Productdifferentiatie

50
Q

Wat is productdifferentiatie?

A

Als je je bij de concurrentiestrategie van Porter richt op het bieden van een uniek product

51
Q

Wat is kostenleiderschap?

A

Als je je bij de concurrentiestrategie van Porter richt op het bieden van lage prijzen?

52
Q

Wat is focusstrategie?

A

Als je je bij de concurrentiestrategie van Porter richt op een deel van de markt, dus een specifieke doelgroep/regio

53
Q

Hoe heet het in het model van Porter als een bedrijf geen bewuste keuze maakt voor een concurrentiestrategie?

A

Stuck in the middle

54
Q

Wat is het waardepropositiemodel van Treacey en Wiersema?

A

Een strategiemodel waarbij een bedrijf kiest om uit te blinken als Productleader, in Customer Intimacy of Operational Excellence

55
Q

Wat zijn kenmerken van Productleadership in het model van Treacy en Wiersema?

A

Technologische innovatie, superieur merkimago, korte time-to-market

56
Q

Wat zijn kenmerken van Customer Intimacy in het model van Treacy en Wiersema?

A

Hoge klanttevredenheid, optimale dienstverlening, integrale klantsystemen

57
Q

Wat zijn kenmerken van Operational excellence in het model van Treacy en Wiersema?

A

Hoge betrouwbaarheid, beperkt assortiment, lage kosten

58
Q

Ansoff heeft een model gemaakt voor mogelijke groeirichtingen. Welke twee variabelen gebruikt Ansoff?

A

Producten (bestaand/nieuw)

Markten (bestaand/nieuw)

59
Q

Hoe heet de groeistrategie in het model van Ansoff waarbij men wil groeien met bestaande producten in bestaande markten?

A

Penetratie strategie

60
Q

Hoe heet de groeistrategie in het model van Ansoff waarbij men wil groeien met nieuwe producten in bestaande markten?

A

Productontwikkeling of productvernieuwing

61
Q

Hoe heet de groeistrategie in het model van Ansoff waarbij men wil groeien met bestaande producten in nieuwe markten?

A

Marktontwikkeling of marktvernieuwing

62
Q

Hoe heet de groeistrategie in het model van Ansoff waarbij men wil groeien met nieuwe producten in nieuwe markten?

A

Diversificatie (Divers….ifi….catie)

63
Q

Wat is het Pareto principe?

A

dat is de 80/20 regel, 80 % van de resultaten is meestal het gevolg van 20% van de inspanning.

64
Q

Wat is een andere naam voor de 80-20 regel?

A

het Pareto principe

65
Q

Wat is de klantenpiramide van Curry?

A

Een indeling van klanten waarbij de 80-20 regel wordt gebruikt: 80% van de omzet bij 20% van de klanten.

66
Q

Wat is portfolioanalyse?

A

Analyse van de producten van een bedrijf en de positie in de markt

67
Q

Welke twee tools ken je voor het uitvoeren van een portfolioanalyse?

A

BCG matrix, Maba analyse

68
Q

Wat is de BCG Matrix?

A

een tool voor het uitvoeren van een portfolioanalyse. Er wordt gekeken naar relatief marktaandeel en naar marktgroei

69
Q

Wat is relatief marktaandeel?

A

het marktaandeel ten opzichte van je grootste concurrent

70
Q

Hoe heet, in de BCG matrix, de positie van een product waarbij de marktgroei hoog is en je relatieve marktaandeel ook hoog is?

A

Stars (ster)

71
Q

Hoe heet, in de BCG matrix, de positie van een product waarbij de marktgroei hoog is en je relatieve marktaandeel laag is?

A

Question mark (?)

72
Q

Hoe heet, in de BCG matrix, de positie van een product waarbij de marktgroei laag is en je relatieve marktaandeel hoog is?

A

Cash cow (Melkkoe)

73
Q

Hoe heet, in de BCG matrix, de positie van een product waarbij de marktgroei laag is en je relatieve marktaandeel ook laag is?

A

Dog

74
Q

Wat is de MABA analyse?

A

Een tool voor het uitvoeren van de portfolioanalyse. Het staat voor:

  • Market Attractiveness (aantrekkelijkheid van de markt) en
  • Business Position Assessment (concurrentiepositie).
75
Q

Welke twee variabelen worden in de MABA analyse gebruikt?

A
  • Marktaantrekkelijkheid en
  • Concurrentiepositie(kracht)
76
Q

Welk portfolio analyse model gebruikt Marktaantrekkelijkheid en concurrentiepositie?

A

MABA analyse

77
Q

Welk portfolio analyse model gebruikt het relatieve marktaandeel en de groei van de markt?

A

BCG matrix

78
Q

Hoe omschrijf je de business definition?

A

Met het model van Abell: Wat (product), voor wie (doelgroep) en hoe (technologie)

79
Q

Abell heeft een model gemaakt waarbij je het wat, voor wie en hoe beschrijft. Wat beschrijf je met dit model?

A

de Business definition

80
Q

Uit welke onderdelen bestaat het Mission Statement?

A

Visie, missie en strategie

81
Q

Wat beschrijf je met de Visie, missie en strategie?

A

Het Mission Statement

82
Q

Wat wordt bedoeld met de kerncompetenties van een bedrijf?

A

dat zijn de aspecten waar een bedrijf erg goed in is

83
Q

Wat wordt bedoeld met de core business?

A

Kernactiviteiten

84
Q

Wat zijn USP’s?

A

Unique selling points

85
Q

Wat is een SBU?

A

Strategic Business Unit