ABS II Flashcards
m. obliquus externus abdominis
spiervezelrichting is caudoventraal
o:
- ribbendeel –> gezaagd (afgewisseld met m. serratus ventralis pars thoracis) van het middenste deel van de laatste 4 a 5 ribben.
- lendendeel –> laatste rib en fascia thoracolumbalis
i: er wordt een aponeurose gevormd die splitst in twee delen:
- mediale schenkel (buigpees) loopt lateraal van m. rectus abdominis en fusioneert met de mediale schenkel van de andere m. obliquus externus abdominis ter hoogte van de linea alba
- laterale schenkel (bekkenpees) grijpt aan op tendo prepubicus, fascia iliaca en tuber coxae. De verdikte achterrand van deze bekkenpees is vrij en wordt aangeduid als Ligamentum inguinale (loopt dus van eminentia iliopubica naar tuber coxae)
Uitwendige liesring (anulus inguinalis superficialis) ligt op plaats waar buik- en bekkenpees uit elkaar wijken (uitsparing)
- deze opening loopt van craniolateraal naar caudomediaal
- vanuit de laterale rand vertrekt er een bindweefselplaat, lamina femoralis, naar de mediale vlakte van het bovenbeen
innervatie: lendenzenuwen (L1-L6)
bloedvoorziening:
- aa. intercostales / lumbales
- a. iliolumbalis
- a. circumflexa ileum profunda
m. obliquus internus abdominis
ligt onder de m. obliquues externus abdominis, spiervezelrichting is caudodorsaal
o:
- tuber coxae (bij eq ook nog op fascia thoracolumbalis en fascia iliaca)
- ligamentum inguinale, maar er wordt een gedeelte van dit ligament niet benut –> inwendige liesring (anulus inguinalis profundus).
i: er wordt een aponeurose gevromd die splitst in twee delen
- mediale schenkel: loopt mediaal van m. rectus abdominis
- fusioneert met de eindpees van m. transversus abdominis en vormt zo de mediale schenkel van de rectusschede omheen de m. rectus abdominis
- loopt uit in de linea alba
- laterale schenkel: loopt lateraal van de m. rectus abdominis
- fusioneert met de mediale schenkel van de eindpees van de m. obliquus externus abdominis en vormt zo de laterale schenkel van de rectusschede omheen de m. rectus abdominis
- loopt uit in de linea alba
innervatie: lendenzenuwen (L1-L6)
bloedvoorziening:
- aa. intercostales / lumbales
a. iliolumbalis
a. circumflexa ileum profunda
linea alba
loopt van processus xiphoïdeus naar het os pubis. Ter hoogte van het os pubis eindigt de linea alba met een krachtige verzameling collageenvezels. Dit gedeelte wordt ook aangeduid als het tendo prepubicus. Aan dit gedeelte ontspringt de m. rectus abdominis.
Linea alba is weinig doorbloed en geïnnerveerd en kan dus gebruikt worden om een mediane laparotomie uit te voeren
m. transversus abdominis
gelegen onder m. obliquus internus abdominis, de spiervezelsrichting is verticaal
o:
- ribbengedeelte aan binnenste gedeelte van de laatste ribben
- lendengedeelte aan transversaaluitsteeksels lumbaalwervels en soms ook fascia thoracolumbalis
- -> door het al dan niet ‘stijl’ staan van de darmbeenzuil blijft er caudaal al dan niet een ruimte vrij: fossa paralumbalis
i: er wordt een aponeurose gevormd die fusioneert met de mediale schenkel van de m. obliquus internus abdominis
- op deze manier draagt de aponeurose van de m. transversus abdominis bij tot de vorming van het binnenste blad van de rectusschede
- op die manier loopt de aponeurose van deze spier ook uit in de linea alba
de caudale rand van de aponeurosa wordt aangeduid als de linea arcuata
innervatie : lendenwervels (L1-L6)
bloedvoorziening:
aa. intercostales / lumbales
a. iliolumbalis
a. circumflexa ileum profunda
m. rectus abdominis
ligt het meest oppervlakkig, flankeert de linea alba en ligt het meest ventraal. Horizontaal vezelverloop en ligt in de rectusschede.
o: middenste ribben (T4-T8) ter hoogte van het ribkraakbeen
i: tendo prepubicum
innervatie: lendenzenuwen (L1-L6)
bloedvoorziening:
aa. intercostales / lumbales
a. iliolumbales
a. circumflexa ileum profunda
rectusschede
lamina interna
- gevormd door eindpees van m. transversus abdominis en de mediale schenkel van de aponeurose van de m. obliquus internus abdominis
lamina externa
- gevormd door buikpees van m. obliquus externus abdominis en laterale schenkel van de aponeurose van de m. obliquus internus abdominis
m. psoas minor
o: wervellichaam laatste ruggenwervels, wervellichaam eerste lendenwervels
i: tuberositas m. psoas minor (aan de binnenzijde van os ileum voor het acetabulum)
functie:
krommen van de wervelkolom (mictio, defecatie, coïtus, partus etc)
kantelen van het bekken
innervatie: lendenzenuwen (L1-L6)
bloedvoorziening:
aa. intercostales / lumbales
a. iliolumbalis
a. circumflexa ileum profunda
m. quadratus lumborum
iliocostaal deel:
- ligt het meest lateraal
- heeft een longitudinaal verloop
- loopt van laatste rib naar het os ileum
iliotransversaal deel:
- ligt meer mediaal
- heeft een craniomediaal verloop
- splitsten af van de ventromediale zijde van het iliocostale deel en lopen naar craniaal gelegen wervellichamen (er worden 3 tot 4 wervels overbrugd)
functie:
krommen wervelkolom
kantelen bekken
ribben naar caudaal brengen –> hulp bij geforceerde ademhaling
innervatie: lendenzenuwen (L1-L6)
bloedvoorziening:
aa. intercostales / lumbales
a. iliolumbalis
m. psoas major
o: wervellichaam laatste ruggenwervels, wervellichaam eerste lendenwervels
i: loopt doorheen lacuna musculorum en eindigt op trochanter minor (mediale zijde van de femur)
bij GHD heeft ook een beginpunt op de achtervlakte va nde achterste ribben (geforceerde ademhaling mogelijk), versmelting met de m. iliacus is minder uitgesproken
functie: krommen wervelkolom (bij vast achterbeen) buigen heupgewricht GHD: hulp bij geforceerde ademhaling supinatie
innervatie: lendenzenuwen (L1-L6)
bloedvoorziening:
aa. intercostales / lumbales
a. iliolumbalis
a. circumflexa ileum profunda
m. iliacus
versmelt met m. psoas major tot m. iliopsoas
eindpees van m. psoas major loopt over de ventrale zijde van de m. iliacus en deelt deze spier schijnbaar op in twee delen:
mediaal deel
- begint op darmbeenzuil en eindigt tezamen met de m. psoas major en het laterale deel op trochanter minor (loopt dus doorheen lacuna musculorum
lateraal deel
- begint in de omgeving van tuber coxae en eindigt tezamen met m. psoas major en het mediale deel op trochanter minor (loopt dus doorheen lacuna musculorum
functie: krommen wervelkolom (bij vast achterbeen) (wegens versmelting met m. psoas major) buigen heupgewricht (wegens versmelting met m. psoas major)
innervatie: lendenzenuwen (L1-L6)
bloedvoorziening:
aa. lumbales
a. iliolumbalis
a. circumflexa ileum profunda
m. gluteus superficialis
o: tuber coxae, os sacrum
i: trochanter major, trochanter tertius
bedekt slechts deel van m. gluteus medius
craniale zijde gaat gedeeltelijk versmelten met de m. tensor fasciae latae
caudale zijde loopt in richting van os sacrum
tussen deze twee delen is de spier gereduceerd tot een aponeurose
diersoortverschillen zie cursus
functie = strekker van het heupgewricht
m. gluteus medius
o: os ileum: crista iliaca, ala ossis ilii
bij GHD nog een tongvormige uitloper die aangrijpt op de fascia thoracolumbalis
i: trochanter major (onder de eindpees kan zich, zeker bij GHD, een slijmbeurs bevinden)
Bij GHD nog een uitloper die eindigt voorbij de caudale rand van de trochanter major
functie: strekker van het heupgewricht, abductie, bij GHD steigeren en propulsie (dankzij uitloper op de fascia thoracolumbalis)
m. gluteus accessorius
bij carn versmolten met m. gluteus medius
o: ala ossis ilii
i: trochanter major
functie: strekker van het heupgewricht, abductie
m. gluteus profundus
o: darmbeenzuil, spina ischiadica
i: binnenzijde trochanter major
functie: zwakke strekker van het heupgewricht, abductie
m. piriformis
alleen bij carn
o: achterrand m. gluteus medius en ventraal van het os scarum en staartwervels
i: achterrand trochanter major
functie: helpt bij het strekken van het heupgewricht en het abduceren
m. abductor cruris caudalis
alleen aanwezig bij carn, ligt tussen m. biceps femoris en m. semitendinosus
o: lig. sacrotuberale bij de hond, staartbasis bij de kat
i: fascia cruris
functie: zwakke strekker van het heupgewricht en een zwakke abductor
m. biceps femoris
o: onderzijde os ischium, tuber ischiadicum
i: fascia lata
- patella
- patellabanden
- crista tibiae
- fascia cruris
- tendo accessorius dat gaat versmelten met de eindpees van m. gastrocnemius tot het tendo calcaneus communis en vervolgens gaat eindigen op tuber calcanei
diersoortbespreking zie cursus
functie:
- strekken van het heupgewricht
- bij vast achterbeen –> strekken van het kniegewricht
- bij los achterbeen –> hulp bij het buigen van de knie
- strekken van de tarsus (via tendo accessorius)
- abductie