Abdomen Flashcards

1
Q

Gewrichten wervelkolom

A

kraakbeen (symfyses), synoviale gewrichten, fibreuze gewrichten (3)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Laminectomie

A

Wordt processus spinosus doorgenomen.

Bij stenose van het wervelkanaal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Bamboo spine

A

ossificatie van buitenste vezels van de anuls fibrosus disci intervertebralis, bij ziekte van Bechterew

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

VACTERL associatie

A

Aandoening waarbij meerdere aangeboren afwijkingen zijn gecombineerd

V= vertebra (vaak blokwervels)
A = anusatresie (ontbreken anus)
C = cardiaal
TE = tracjep-oesofagaal
R = renaal 
L = limb
(H) = hydrocefalus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Lumbaalpunctie

A

Naald gaat door: lig. supraspinosus, lig. interspinosusu en lig. flavum.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Origo

A

bevind zich proximaal tov de spier/aanhechting van de skeletspier. Bij contractie van de spier beweegt de origo niet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Insertie

A

Dorsale aanhechting van skeletspier, beweegt bij spiercontractie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

m. rectus abdominalis insertie en origo

A

Orgo: crista/symfysis, insertie: ribben (5-7e costae).

Verzorgt flexie van de romp.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Ligamentum inguinale

A

ligament van poupart, inferior van de aponeurose van de m. obliquus externus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

aponeurosus

A

Peesbladen die in het verlengde van de schuine buikspieren liggen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

M. obliquus internus bewegingen

A

behoud abdominale tonus, verhoging intra-abdominale druk en lateroflexie tegen weerstand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Anterolaterale abdominale spieren

A

dragen weinig bij aan de beweging van de romp.

m. obliquus externus -> internus -> m. transversus abdominis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

m. pyramidalis aanhechting

A

linea alba, os pubis, symfysis pubica

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Camper’s fascia

A

Vet. Oppervlakkige fascia bestaat uit twee lagen: de vette deklaag, zogenaamde fascia Camper’s, en meer membraneuze binnenlaag genoemd Scarpa fascia. Deze delen van de oppervlakkige fascia meest prominent in het onderste aspect van de buikwand onder het niveau van de navel. Van buiten -> binnen, camper’s fascia -> Scarpa’s facia.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Scarpa’s fascia

A

Bindweefsel. diepe vliezige laag (stratum membranosum) , van de oppervlakkige fascia van de buik. Het is een laag van de voorste buikwand.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Rectus schede

A

Bestaat uit m. obliquus interne/externe, m/ transversus abdominis en m. rectus abdominis. Verschil is structuren boven en onder de umbilicus.

Boven de navel:
Ventraal van de m. rectus abdominis (2): m. obliquus externus en m. obliquus internus lamina anterior

Dorsaal van de m. rectus abdominis (2): m. transversus abdominis, m. obliquus internus lamina posterior.

Onder de navel:
ventraal van m. rectus abdominis (4):
m. obliquus internus lamina anterior/posterior, m. transversus abdominis en m. obliquus externus.