ABCDE

Question 1

Beoordeling airway

Answer 1

• verdenking CWK letsel
• slachtoffer helder en georienteerd?
• letsel, obstructie of zwelling aangezicht
• bijgeluiden
• voelen naar uitgeademde lucht als slachtoffer niet praat

Question 2

Wanneer verdenking CWK letsel

Answer 2

• val van > 1 m of > 5 traptreden
• axiaal trauma
• ongeval motorvoertuig met hoge snelheid
• uit voertuig geslingerd
• relevante aanrijding tweewielers
• direct na trauma bij nekpijn
• direct na ongeval gevoelsstoornissen, krachtverlies of tintelingen
• situational awareness

Question 3

luchtweg vrijmaken bewusteloos slachtoffer

Answer 3

head tilt chin lift, jaw thrust, stabiele zijligging

Question 4

beoordeling breathing

Answer 4

• kleur van de huid (cyanose)
• externe verwondingen thorax
• ademarbeid, is slachtoffer benauwd?
• ademhalingsfrequentie
• symmetrie thoraxexcursies
• diepte thoraxexcursies
• piepen bij ademhaling

Cyanose > gebruik hulpademhalingsspieren > thoraxverwondingen > diepte, frequentie en symmetrie van
de thoraxexcursies beoordelen middels kijken en voelen en tegelijk luisteren naar piepen.

Question 5

als slachtoffer niet ademt

Answer 5

reanimeren en hulpdiensten inschakelen

Question 6

circulation

Answer 6

herkennen van shock en stoppen ernstige bloedingen

Question 7

beoordelen circulation

Answer 7

• grote externe wonden
• kleur huid: conform etniciteit, bleek, gemarmerd? Bij gekleurde huid kijken naar nagelbed, in alle gevallen bleek
• capillaire refill: op sternum drukken en loslaten (normaal binnen 2 seconden weer doorbloed)
• pols voelen (radialis of carotis): frequentie en regelmaat
• temperatuur meten

Question 8

5 C’s circulation

Answer 8

catastrophic haemorrhage, cardiac rhythm, colour, celsius, capillary refill

Question 9

shcok

Answer 9

toestand van hypoxie en hypoperfusie weefsels

Question 10

hypovolemische shock

Answer 10

tekort circulerend bloedvolume door bijv bloedverlies of vocht/elektrolyten verlies

Question 11

cardiogene shock

Answer 11

pompfalen hart

Question 12

distributieve shock

Answer 12

dilatatie van vaten door verminderde vaattonus en verminderde vaatweerstand (anafylactische reactie, dwarslaesie, sepsis)

Question 13

obstructieve shock

Answer 13

obstructie cardiovasculair systeem, bijv door spanningspneumothorax, harttamponade of longembolie

Question 14

dissociatieve shock

Answer 14

perfusieprobleem (koolstofmonoxide vergifting, cyanide vergiftiging, diepe anemie)

Question 15

symptomen shock

Answer 15

tachypneu, tachycardie, verlengde capillaire refill, bleek en klamme huid, lage BD/zwakke pols, verward, verstoord bewustzijn

Question 16

SAFE

Answer 16

shout for help
approach with care
free from danger
evaluate

Question 17

bloeding ABC

Answer 17

alarmeren, bloedingsplaats vinden, compressie

Question 18

bloeding armen en benen

Answer 18

belangrijkste oorzaak van te voorkomen sterfte, stop bloeding door directe druk of tourniquet

Question 19

bloeding overgangsgebieden naar romp

Answer 19

hals, schouder en lies hebben grote bloedvaten, stop bloeding met directe druk en stop de wond op

Question 20

bloeding borstkas en buik

Answer 20

meestal inwendig bloedverlies, kan niet terplekke worden behandeld

Question 21

Hoe geef je directe druk

Answer 21

handen of textiel, altijd blijven drukken en niet checken of het minder is geworden (onnodig bloedverlies)

Question 22

tourniquet

Answer 22

5-8 cm boven bloeding, niet improviseren (kan schade opleveren), 2e tourniquet als bloeding niet stopt, kan 2 uur blijven zitten

Question 23

Gebruik tourniquet

Answer 23

ledemaat erdoorheen halen > klitteband strak trekken > band om ledemaat trekken > spil 2/3 keer rondraaien, als dat niet werkt moet klitteband opnieuw > haak spil achter klip en druk de rest van klitteband aan > zeker spil en klitteband > noteer tijdstip van aanbrengen

Question 24

opstoppen wond

Answer 24

open kleding en verwijder opgestopt bloed > zoek naar plek met meest actieve bloeding > stop wond op met gaas of textiel > blijf directe druk geven

Question 25

disabilities beoordelen

Answer 25

AVPU, neurologische uitval en glucose

Question 26

AVPU

Answer 26

Alert > reageert slachtoffer adequaat, mag licht verward zijn Verbal > reageert alleen op aanspreken Pain > reageert alleen op pijn Unresponsive > reageert niet

Question 27

pijnprikkel toedienen

Answer 27

op nagelbed drukken, met duim op oogkassen, wrijven op sternum met vuist, NIET BIJ CWK letsel

Question 28

Denk aan een beroerte bij

Answer 28

* Acute hevige hoofdpijn * Gevoelloosheid of zwakte van arm, been of gezicht * Slecht zien, slecht lopen of stoornissen in het evenwicht * Een afhangende mondhoek * Verlamming van de armen of benen * Moeite met spreken * Verwardheid

Question 29

FAST

Answer 29

Face: vraag om glimlachen Arms: wegzakken arm + proneren hand Speech: onduidelijk Time: tijdstip van klachten noteren Bel 112, controleer ABCDE, laat slachtoffer niet eten/drinken, probeer gegevens te achterhalen met AMPLE

Question 30

hypoglycaemie

Answer 30

inname snelle koolhydraten, bij bewustzijnsverlies 112

Question 31

hyperglycaemie

Answer 31

assisteer bij controleren bloedsuiker, bij bewustzijnsverlies 112, spuit nooit insuline in!

Question 32

flauwte

Answer 32

* Vermoeidheid * Weinig eten * Ziekte * Inspanning/opwinding Benen omhoog, slachtoffer moet 10 min blijven liggen

Question 33

Wat doe je bij epilepsie

Answer 33

112 bellen, situatie veilig maken, iets zachts onder hoofd leggen en incontinentie bedekken Tijdens aanval: ABCDE, bij minder schokken op zij liggen

Question 34

exposure beoordelen

Answer 34

top tot teen inspectie, bijv bloedende wonden, rare stand ledematen, temperatuur voelen

Question 35

interventies environment

Answer 35

toedekken, vooral op vloer en hoofd!

Question 36

triad of death

Answer 36

Als de lichaamstemperatuur afneemt tot < 34 ̊C, zullen er stollingsstoornissen optreden > geen stolsel > meer bloedverlies - kan ook leiden tot stolsels in bloedvaten > anaeroob - afname pompfunctie > meer afkoeling

Question 37

AMPLE

Answer 37

na ABCDE Allergie, Medicatie, Past (voorgeschiedenis/ziektes), Laatste maaltijd, Event (wat is er gebeurd)

Question 38

SBAR

Answer 38

Situation: jezelf, locatie, patient, probleem Background: relevante voorgeschiedenis en recente behandelingen, medicatiegebruik, andere info Assessment: oordeel ABCDE Recommendation: Welke behandelingen zijn gegeven en hoe heeft de patiënt hierop gereageerd? Geef aan welke acties je verwacht van degene aan wie je overdraagt.