Aardrijkunde Flashcards
leren
plooiingsgebergte
gebergte waarbij het gesteente in plooieng is geduwd
magma
Vloeibaar gesteente onder de grond
stollingsgesteente
gesteente dat onstaat wanneer magma stolt
graniet
stollingsgesteente met vlekjes als kenmerk
hooggebergten
Gebied met een hoogte van 1500 meter of meer boven zeeniveau
jongegebergten
een gebergte met veel r”elief en hoge toppen
oudegebergten
een gebergte met weinig r”elief en lage toppen
middelgebergte
Gebied met een hoogteligging tussen de 500 en 1500 meter
heavelland
Gebied met een hoogteligging tussen de 200 en 500 meter
verwering
het verbrokkelen van gesteente
r”elief
hoogteverschillen in het landschap
mechanische verwering
verwering waarbij gesteente verbrokkelt zonder dat de samenstelling verandert
vorstverwering
Vorm van mechanische verwering waarbij water in de spleten van het gesteente telkens bevriest en weer ontdooit
biologische verwering
verwering van gesteente door de werking van de wortels van planten en bomen
chemische verwering
verwering van gesteente door de werking van zuurstof en vocht
kalksteen
Sedimentegesteente uit samengeperste schelpen
karstgebied
gebied ta gekenmerkt wordt door het oplssen vab grote volumes aan kalk
massabeweging
Het langs een helling naar beneden bewegen van gesteente onder invloed van zwaartekracht.
puinhelling
Helling die bestaat uit verbrokkeld gesteente.
bovenloop
Het begin van de rivier, oftewel het bovenste deel dat meestal in de bergen stroomt.1
erosie
De uitschurende werking van stromend water, wind of ijs.
grind
Door rivierwater afgeronde stenen.
gletjers
IJsmassa’s die langzaam naar beneden bewegen.
firnbekken
Komvormig gebied in de bergen waar zich sneeuw ophoopt en in ijs wordt omgezet.