Aardrijkskunde paragraaf 2.1 & 2.2 Flashcards

1
Q

Huishoudverdunning

A

Afname van het gemiddelde aantal mensen dat samen in een huis woont.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Re-urbanisatie

A

Bevolkingsgroei in een stad na een periode van suburbanisatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Dagelijkse voorziening

A

Voorziening waarvan je (bijna) dagelijks gebruikmaakt, zoals een supermarkt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Gespecialiseerde voorzieningen

A

Voorzieningen waar je maar (heel) weinig gebruik van maakt, zoals een musicaltheater.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Verdichting

A

Binnen de bestaande steden bijbouwen in lege of in gebruik geraakte gebieden om zo de ruimte in de stad efficiënter te benutten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Herinrichting

A

Een gebied opnieuw inrichten, vaak met verandering van het ruimtegebruik.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Compactestadbeleid

A

Beleid om meer woningen te bouwen in en dicht tegen de stad aan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Smart city

A

Stad waarin de overheid slimme, digitale technologieën inzet om de dienstverlening aan de burgers te verbeteren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Duurzame steden

A

Toekomstbestendige stad waar zo min mogelijk vervuilen en zo veel mogelijk recyclen en gebruikmaken van duurzame energie centraal staan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Circulaire

A

Een gesloten kringloop waarin zo veel mogelijk wordt hergebruikt en zo min mogelijk afval is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Vergroening

A

Meer groen aanbrengen in de woonomgeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Leefbaarheid

A

Mate waarin een gebied (zoals een woonwijk) geschikt en prettig is om in te leven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hittestress

A

Lichamelijke klachten die worden veroorzaakt door extreme hitte.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Sociale huurwoningen

A

Goedkope huurwoning voor mensen met een laag inkomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Intensieve landbouw

A

Landbouw met inzet van veel kapitaal en kennis per hectare of dier om een hoge opbrengst te halen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Platteland

A

Zie landelijk gebied (gebied met weinig bebouwing en veel open ruimte.)

17
Q

Bevolkingskrimp

A

Afname van de bevolking.

18
Q

Spreidingsbeleid

A

Beleid om woningen (en werkplekken en voorzieningen) gelijkmatiger over Nederland te verdelen.

19
Q

Grondgebonden

A

Agrarische productie die plaatsvindt op het land in de directe omgeving van het boerenbedrijf, zoals akkerbouw.

20
Q

Niet-grondgebonden

A

Agrarische productie die onafhankelijk van het land uitgevoerd kan worden, zoals de bio-industrie

21
Q

Vertical farms

A

Het op verschillende verdiepingen telen van gewassen of het houden van dieren