aardrijkskunde hoofdstuk 4 Flashcards
hoogtezones
gebieden tussen bepaalde hoogtelijnen, die een voor die hoogte kenmerkende vegetatie hebben
tropisch laagland
laaggelegen gebieden met een tropisch klimaat, meestal warm en vochtig en met een tropisch regenwoud
andesiet
stollingsgesteente dat kan ontstaan bij vulkaanuitbarstingen door subductie en kenmerkend is voor de andes
erts
gesteente met een dusdanige hoge concentratie van een bepaalde grondstof dat op economisch rendabele wijze gewonnen kan worden
ertsvorming
de endogene en exogene processen die zorgen voor hoge concentratie van grondstoffen in bepaalde gesteente
fossiele energiebronnen
energiebronnen als steenkool, aardolie en aardgas die ontstaan zijn uit miljoenen jaren oude resten van planten en dieren
hoogvlakte/hoogland
een gebied met weinig relief dat meer dan 500 meter boven zeeniveau ligt
passieve continentrand
continentrand die zonder plaatgrens overgaat in oceanische korst, zoals de oostzijde van zuid-amerika
duale economie
een economie die bestaan uit formele sectoren naast grote informele sectoren
voorlandbekkens
sedimentbekkens rond een gebergte, bij de Andes vooral aan de oostzijde
industrialisatie
de toename van het belang van de industrie voor het bbp en de werkgelegenheid
de-agrarisatie
de afname van het belang van de landbouw voor het bbp en werkgelegenheid
tertiairisering
de toename van het belang van de dienstensector voor het bbp en de werkgelegenheid
latifundia
zeer grote landbouwbedrijven in midden- en zuid-Amerika
flexcrops
gewassen als voedsel en brandstof kunnen dienen