Aardrijkskunde H3 Flashcards
3.1
Gematigd zeeklimaat
Klimaat waarin het verschil tussen de zomer- en winter niet zo groot is en er het hele jaar door neerslag kan vallen
Hoge breedte
De afstand ten opzichte van de evenaar uitgedrukt in graden, waarbij de afstand boven de 60e graden ligt
Hooggebergteklimaat
Temperatuur komt nooit boven de nul graden; dit klimaat ligt hoog in de bergen
Klimaat
Het gemiddelde weer, gemeten over een periode van dertig jaar
Lage breedte
De afstand ten opzichte van de evenaar uitgedrukt in graden, waarbij de afstand onder de 30e graden ligt
Landklimaat
Klimaat met een groot verschil tussen de zomer- en winter temperatuur
Weer
Toestand van de atmosfeer op een bepaald moment en een bepaalde plaats
Poolklimaat
Temperatuur komt nooit boven de nul graden