Aardrijkskunde Flashcards

1
Q

Gebergte

A

bergen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Plateau

A

een steile vlakte plots

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Vlakte

A

een vlak gebied

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Heuvelland

A

een gebied met lichte heuvels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Is de bodem dunner of dikker dan de ondergrond

A

dunner

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

In Vlaanderen kommen we vooral ……… bodems aan

A

losse

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

de snelheid waarmee het water door een gesteente dringt

A

Doorlaatbaarheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

In Wallonië komen we vooral …… bodems voor

A

Stenige

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Los gesteente en keien zichtbaar

A

Grind

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Los gesteente en korrels voelbaar

A

zand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

los gesteente en kneedbaar

A

leem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Vast gesteente en keien zichtbaar

A

conglomeraat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Vast gesteente en korrels voelbaar

A

zandsteen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Vast gesteente bruist niet met zuur

A

leisteen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Vast gesteente bruist met zuur en is krasbaar met vingernagel

A

Krijt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Bruist met zuur maar niet krasbaar met vingernagel

17
Q

Bebouwing

A

steden , dorpen

18
Q

Landbouw

A

land voor planten dieren

19
Q

Ontginning

A

Materiaal uit de aardkorst halen

20
Q

Infrastructuur

A

openbare dingen

21
Q

Industrie

22
Q

Recreatie

A

activiteiten in vrije tijd

23
Q

reliëf

A

Bergen heuvels

24
Q

bodem

A

bovenste laag

25
Q

Water

A

Meren rivier zeeen

26
Q

Ondergrond

A

een laag onder de grond

27
Q

kreeftskeerkring en …….

A

bokskeerkring

28
Q

Vegetatie

A

bomen struiken

29
Q

goed bezig

A

je kan het