aannames paradigmas Flashcards
rationele actor 1
Door rationeel te handelen ordent de samenleving want dit gedrag zorgt voor politieke en sociale bindingen en verhoudingen
rationele actor 2
om doelen te bereiken/nutsmaximalisatie wegen actoren doelgericht handelingsmogelijkheden met elkaar af door rationele afweging van kosten en/of baten
rationele actor 3
individuel en collectief rationaliteit kan verschillen waardoor individuele rationele handelingen onbedoelde gevolgen kunnen hebben voor het collectief
sociaal constructivisme 1
actoren geven samen betekenis aan de sociale werkelijkheid
sociaal constructivisme 2
de betekenisgeving van de sociale werkelijkheid heeft te maken met bijvoorbeeld regels, opvattingen, zelfbeeld, normen en waarden en niet over objectieve feiten
sociaal constructivisme 3
samenspel sociaal handelen, sociale interactie en betekenisgeving construeren samen de sociale werkelijkheid
sociaal constructivisme 4
betekenisgeven van sociale werkelijkheid doen actoren steeds in voortdurend proces
conflict 1
door machtsverschillen ontstaat ongelijkheid
conflict 2
ongelijkheden zorgen voor strijd
conflict 3
door strijd kunnen ongelijkheden verdwijnen door een herverdeling van goederen/middelen of een afschaffing van oude machtsmiddelen
conflict 4
na strijd kan er gelijkheid ontstaan maar na een tijd zal er weer nieuwe vormen van ongelijkheid ontstaan
functionalisme 1
iedere samenleving bestaat uit onderdelen die noodzakkelijk zijn voor het functioneren van de samenleving, elke samenleving heeft dan ook instituties waarin de leden van de samenleving de rollen hebben
functionalisme 2
alle onderdelen functie binnen systeem die zorgen voor stabiliteit en structuur en zijn daarom cruciaal voor de orde
functionalisme 3
als externe omstandigheden veranderen zal de samenleving zich hier op aanpassen en dus een nieuw evenwicht vinden
functionalisme 4
gemeenschappelijke normen en waarden, gemeenschappelijke overtuigingen en sociale instituties functioneren als sociale stabilisatoren