Aandoeningen van het bewegingsstelsel bij het volwassen paard Flashcards

1
Q

Hoefabces

oorzaken

A
  • Pododermatitis

- Trauma + secundaire infectie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoefabces

A

Ontstaat meestal thv witte lijn

  • zoolabces
  • wandabces -> fistel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoefabces

symptomen

A
  • Kreupelheid, kan acuut ontstaat
  • Visistatie hoeftang = pijnlijk
  • Pulsatie
    Evt
  • warme hoef
  • oedeem
  • lichte stijging LT
    Als wandebaces
  • Drainage thv kroonrand
  • Fistel
  • Keratoma-achtig letsel door extra hoornvorming
  • Horizontale onderbreking in de hoefwand
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoefabces

behandeling zoolabces

A
  • Open maken en draineren

- Afwijkend hoornweefsel wegnemen (stoppen als puntbloedingen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoefabces

behandeling wandabces

A
  • Open maken, draineren prox en dist, doorspoelen!
  • Als blein spontaan uitgebroken: draineren en doorspoelen
  • Excisie als chronische fistel (keratoma)
  • Afwijkend hoornweefsel wegnemen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoefabces

nabehandeling

A
  • Verband, voetgips
  • Tetanusprofylaxie
  • Beslag aanpassen
  • NSAID (eenmalig IV)
  • (AB)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Nageltred

A
  • steekwonde thv zool of straal
  • ernst vd verwonding is afh van
    locatie steekwonde
    richting steekkanaal
    diepte steekkanaal
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Nageltred

diagnose

A
  • Urgentie!
  • Graad v kreupelheid is niet gelijk aan ernst vh letsel (pas als opsluiting infectie zeer mank)
  • Opp exploratie (regionale anesthesie)
  • RX
    verloop steekgang -> synoviocentesis
    aspiratie synoviaalvocht (OZ op infectie)
    injectie fys opl / contrastmiddel
    visualisatie botletsels
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoefbevangenheid

A
  1. Loslaten vd lamellen = symptoomloos
  2. Laminitis = pijn
    Tractie op DB -> belasting -> collaps
    - kanteling hoefbeen en/of sinking
    - acuut founder = laminitis, pijn, kanteling, zakking
    - chronic founder = gekantelde/verzakte hoef komt op die manier vast te zitten (pony’s)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoefbevangenheid

pathogenese

A
  • Matrixmetalloproteïnasen: katalytische enzymen worden niet meer geïnhibeerd -> loslating
  • Circulatiestoornissen
    VC/VD?
    V/A?
    shunting/stase?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoefbevangenheid

etiologie

A
  • Voeding: overmaat aan KHD (fructanen!)
    afbraakproducten?
    florawijziging? S. bovis exotoxine
  • Ziekte
    enteritis, koliek -> endotoxines?
    endometritis -> endotoxines?
  • Cortico’s: endogeen (Cushing) vs exogeen (iatrogeen)
    vnl. dexamethasone en triamcinolone
  • Contralaterale hoefbevangenheid door overbelasting
    vasocompressie + ischemie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoefbevangenheid

symptomen en letsels

A
  • Pijn
  • Pulsatie (~ laminitis)
  • Depressie thv kroonrand + gebombeerde tot geperforeerde zool (founder) + dehiscentie thv kroonrand + verbrede witte lijn (chronisch)
  • Secundaire infecties!
  • Remodellering hoefbeen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoefbevangenheid

diagnose

A
- KOZ 
   symptomen (pulsatie? pijn hoeftang? indeuking/dehiscentie thv kroonrand?) 
   milde vormen: moeilijk 
- RX 
  dikte hoefwand 
   parallelliteit hoefwand - kroonrand
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoefbevangenheid

behandeling: preventie

A
  • Ret sec vermijden
  • Cushing behandelen
  • Cortico’s: beperken / D verlagen
  • Efficiënte analgesie (voorkomt contralaterale hoefbevangenheid)
  • Preventief hoeven koelen? douchen
  • Rust
  • Dikke bedding
  • Straalsteun
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoefbevangenheid

behandeling chronic founder

A
  • Draineren
  • Necrotisch weefsel wegnemen
  • Wondbehandeling
    Eens paard comfortabel -> phalangeal realignment
    -> druk van hoef op zool wegnemen door distaal CL door te snijden, bij erge kanteling evt doorsnijden DB
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoefbevangenheid

prognose

A

Afhankelijk van

  • gewicht dier
  • herstel vd dermo-epidermale verbinding
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Podotrochleïtis

A

= ontsteking van de regio podotrochlearis

  • Vaak voorkomend
  • Warmbloeden
  • 6-9j
  • Vaak bilateraal, soms quadrupedaal
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Podotrochleïtis

etiologie

A
  • Herhaald microtrauma icm predisposities (genetisch en conformatie vd voeten)
  • Acuut trauma (zelden)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Podotrochleïtis

symptomen

A
Pijn! 
- slecht presteren 
- ontlasting voet in rust 
- stram draven 
- kreupelheid 
   e frigore 
   vaak intermitterend
   verschillende gradaties 
   progressief erger
20
Q

Podotrochleïtis

letsels

A
  1. Straalbeenpathologie!
    - cysteuze verwijding voedingskanalen
    - sclerose spongiosa
    - enthesiofytose
    - subchondrale cyste
    - flexor cortex erosie
  2. Tendinitis/enthesiopathie DB
  3. Bursitis
  4. Desmitis/enthesiopathie
    - ligamentum impar
    - collateraalligamenten
    - zoolband
  5. Synovitis / artritis hoefgewricht
21
Q

Podotrochleïtis

diagnose

A
  1. Anamnese
  2. Inspectie en palpatie
    - distaal aspect kootholte -> DB
    - vullingsgraad hoefgewricht
    - pijnbeenarterie soms verzwaard
  3. Bewegingsonderzoek
    - volte! incl harde bodem
    - diagnostische anesthesie ivm localisatie
    lage anesthesie
    anesthesie bursa podotrochlearis
  4. RX (D55°/65°Pr Pl/PaDi)
    - typische letsels
22
Q

Podotrochleïtis

behandeling acuut stadium

A
  1. Ontstekingsremmers
    - NSAID/cortico’s
    - Phytotherapeutica?
  2. Hoefbeslag aanpassen
    - Spanning thv DB en straalbeelligamenten afnemen
    tijdens rust / landen voet / overbreken voet
    balkijzer + verhogen hiel
  3. Revalidatie
    - 4w stap
    - 2w stap + draf
    - 2w licht werk
    - verdere arbeid: regelmatig
23
Q

Podotrochleïtis

behandeling chronisch stadium

A
  • Lokale injectie bursa/hoefgewricht
  • Paard reformeren
  • Neurectomie
    onvolledig resultaat mogelijk (acc zenuwtakjes)
    tijdelijk (reïnnervatie)
    complicaties mogelijk (pijnlijk neuroma, ruptuur DB, fractuur sraalbeen, luxatie hoefgewricht)
24
Q

Tendinitis/desmitis

A
  • OB (VB)
  • DB (VB)
  • DCL (VB)
  • MIM + schenkels (AB, thv insertie)
25
Q

Tendinitis/desmitis

diagnose

A

Echografie!

  • Exacte lokalisatie
  • Ernst letsel
  • Evaluatie heling
26
Q

Tendinitis/desmitis

behandeling

A
  • Rust!
  • Anti-inflammatoir
  • Regenerative medicine
    van rust naar opdrijving in +/- 6m tijd
  • Fysiotherapie
27
Q

Tenosynovitis sesamschede

A
  • Ontsteking vd peesschede
  • Hydrops (vochtophoping)
  • 3 “soorten”
    1. Pure synovitis (ontsteking zonder letsel)
    2. Synovitis geassocieerd met peesletsel
  • longitudinale scheur DB (meestal VB)
  • manica flexoria scheur (meestal AB)
    3. Constrictie lig anulare
28
Q

Tenosynovitis sesamschede

diagnose

A
  • Inspectie en palpatie
  • Beweginsonderzoek + flexieproef
  • Intrasynoviale anesthesie
  • Echo
  • RX (contrastradiografie)
  • Tenoscopie
29
Q

Tenosynovitis sesamschede

behandeling

A
  1. Conservatief
    - rust
    - lokale injectie met cortico’s of hyaluron
  2. Chirurgisch
    - tenoscopische debridement
30
Q

Proximale insertiedesmopathie van de MIM

A
  • Vnl achterbeen
  • Enthesiopathie
  • 2 vormen
    enthesiopathie
    enthesiopathie + aantasting prox deel MIM
  • Evt + desmitis + neuropathie
31
Q

Proximale insertiedesmopathie van de MIM

diagnose

A
  1. Onderzoek in stand
    - steile sprong en hyperextensie kogel!
    - pijnlijke palpatie, lokale zwelling, warmte
  2. Onderzoek in beweging
    - kreupelheid in draf: rechte lijn, zachte bodem buitenbeen, harde bodem binnenbeen
    - verkorte anterieure fase
    - voet minder hoog opgeheven
    - flexieproeven positief
    - lokale anesthesie
  3. Echografie
    - moeilijk -> bilateraal
  4. RX
    - PlD -> bilateraal / evt LM
    - beoordeling lateraal aspect
32
Q

Proximale insertiedesmopathie van de MIM

behandeling acute stadium

A
  • Rust (90% succes VB, slechts 15% AB)
  • Lokale injectie cortico
  • Aanpassen beslag
33
Q

Proximale insertiedesmopathie van de MIM

behandeling chronisch stadium

A
  • Neurectomie + fasciotomie
34
Q

Spat

A

= niet infectieuze osteoartritis vd kleine tarsaalgewrichten

  • distaal intertarsaalgewricht
  • tarsometatarsaal gewricht
35
Q

Spat

letsels

A

Agressieve (lytisch -> geen ankylose) vs rustige spat (graduele verdwijning KB -> ankylose)

  • Vernauwing gewrichtsinterlinie
  • Subchondrale lyse / sclerose
  • Peri-articulaire nieuwbeenvorming (dorsomediaal)
  • Ankylose (-> stop mankheid)
36
Q

Spat

symptomen

A
  • Kreupelheid
  • Positieve flexie
  • Spatknobbel (dorsomediale nieuwbeenvorming)
37
Q

Spat

diagnose

A
  • Inspectie en palpatie
  • Bewegingsonderzoek
    + flexie + anesthesie
  • RX (typische letsels)
38
Q

Spat

behandeling

A
  1. Medicamenteus
    - lokale injectie cortico’s
  2. Artrodese
    - chemisch
    - chirurgisch
39
Q

Fracturen

A

Kootbeen!

  • vaak onvolledig (barst)
  • door acute overbelasting
  • evt pathologische fractuur
40
Q

Fracturen

aandachtspunten

A
  • Diagnose
  • Correct advies geven aan eigenaar
  • Degelijke eerste hulp
41
Q

Proximale patellafixatie

A

= de patella zit vast boven de mediale trochleakam (= normaal in rust via het spanzaagmechanisme, uithalen dmv contractie quadriceps) en geraakt er niet meer uit

  • Permanent vs intermitterend
  • Totaal vs partieel
  • Uni- of bilateraal
42
Q

Proximale patellafixatie

etiologie

A
  1. Onvoldoende spiermassa / atrofie quadriceps
    - slechte alg conditie
    - jonge paarden
    - lange stalstand
  2. Hoefconformatie / stand
    - lange teen
    - lage buitenkant (bodemnauwe stand)
  3. Hormonaal? Genetisch?
43
Q

Proximale patellafixatie

symptomen

A

Met één been gestrekt naar achteren
staan met een gebogen kogelgewricht als vast bij losschieten: eerste stap hanentred (hyperflexie knie)
- vooral a frigore
- secundair aan Wobbler? -> neurologisch OZ

44
Q

Proximale patellafixatie

behandeling

A

CONSERVATIEF

  1. Patella losmaken bij permanente fixatie: manuele reductie, laten achteruitstappen,…
  2. Quadriceps aansterken
    - voeding
    - training
    - vit E
  3. Hoefconformatie / stand aanpassen
    - teen inkorten
    - binnenkant hoef inkorten
  4. Lokale injectie joodpreparaat?

CHIRUGISCH

  1. Desmotomie mediale patellaband
  2. Splitting mediale patellaband
45
Q

Proximale patellafixatie

nabhenadeling

A
  • Desmotomie: 3m boxrust

- Splitting: gecontroleerde beweging vroeg post-op