A2 Level - Contact 1 Flashcards

1
Q

Mischien

A

Maybe, perhaps

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Uitnodigen

A

Invite

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Zich ergeren

A

Ενοχλουμαι

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Schaar

A

Ψαλίδι

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Ik heb last van mijn buik

A

Έχω ενοχλήσεις στην κοιλιά

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Duizelig

A

Dizzy

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

De afspraak afgezegd

A

Ακυρώνω το ραντεβού

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Verzetten

A

Reschedule

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Gecondoleerd

A

Συλλυπητήρια

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Beweging

A

Κίνηση

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Zich aankleden

Ik kleed mij aan

A

Ντύνομαι

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Vertrekken

De bus is vertrokken

A

Leave

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Het meer

A

Lake

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Overgeven

A

Throw up

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Klagen > de klacht

A

Παραπονιέμαι

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Kijken …. de niews

A

Naar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Luisteren music … de auto … de radio

A

In de auto

Op de radio

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Overlijden

A

Pass away

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Sterven

A

Πεθαίνω

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Een baan

A

Job

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Ernstig

A

Serious

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Overhouden

A

Talk about

Keep/ conserve

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Doorslapen

A

Sleep through

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Aankomen

A

Allow

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Oplossen
Resolve
26
Overslaan
Skip
27
Omgaan met
Handle
28
Toekomen
Bring forward
29
Aankunnen
Cope with
30
Ophouden
Stop, quit, hold up Ophouden met roken Je plas moeilijk kunnen ophouden
31
Doorgeven
``` To pass a message Pass down (Wil je de suiker even doorgeven?) Inform of the changes (ik wil u een adreswijziging doorgeven) ```
32
Ontvangen
Receive
33
Belangrijk
Σημαντικό
34
Eigenlijk
Actually
35
Vies --> opposite
1. Lekker | 2. Schoon
36
Onthouden
Remember | Opp. --> vergeten
37
Zorgen maken over
To worrry about
38
Het verschil
Difference
39
Lukken | + opp
Succeed | Mislukken
40
Voldoende | +opp
Genoeg | -->onvoldoedende = te weinig
41
Merken
Notice
42
We hebben heel plezier gehad
We had a good time
43
De bedenig
The staff
44
Bestaat uit
Consists of
45
Ongerept
Pure, untouched
46
Nooit
Never
47
Het verschil
The difference
48
Bijzonder
Special
49
Bekend
Known
50
Beroemd
Famous
51
Het dorpje
Village
52
Soliciteer
Apply for a job
53
Uitleggen
Explain
54
Krijgen
Get
55
Medewerker
Employee
56
Hoeven niet +...
+ te Ik hoef niet te koken Ik hoef geen ...
57
Ik heb zin...
+ in chocolade + om een film te zien
58
Beroep
Profession
59
Geschikt voor
Suitable
60
Vast | +opp
Permanent ``` Vast contract # Tijdelijk ```
61
Dienst
Βάρδια
62
Opleiding
Education
63
Verpleger(m)/verpleegster(f)
Nurse
64
Overdragen
Hand over | >de overdracht
65
Reiskostenvergoeding
Travel compensation
66
Overeenkomst
Agreement
67
Beschikbaar
Available (Ben je op korte termijn beschikbaar? Extra bedden zijn niet beschikbaar)
68
Vaardigheden
Skills, skill set
69
Functie-eisen
Job requirements
70
Loos
=zonder | Werkloos = unemployed
71
Slakkengang
Snail's pace
72
Sukkelen voor
Struggling for
73
Blijven erachter
Stay behind
74
Inhalen
Catch up
75
Smalle
Narrow
76
Verstanding
Wise
77
Stroken
Outstretched
78
Maken zich druk
Make themselves worry
79
Genieten volop
Enjoy fully
80
Golven
Waves
81
Bergen
Mountain
82
Reiken
Stretch | Reach
83
Hemel
Sky
84
Schitterende
Beautiful
85
Gesteente
Rock
86
Gereunde > geuren
Scented > smell