A2/4-1 T/M 4-5 Flashcards
1
Q
Beschrijft (beschrijven)
A
توصیف کردن
2
Q
Sta …op(opstaan)
A
از تخت بیرون آمدن(در اینجا)
از جا برخواستن
3
Q
Wakker
A
بیدار
4
Q
Trek….aan(aantrekken)
A
پوشیدن(در اینجا)
5
Q
Zoek….uit(uitzoeken)
A
انتخاب کردن
6
Q
Beantwoord (beantwoorden)
A
پاسخ دادن
7
Q
Nergens
A
هیچ کجا
8
Q
Wijs…aan (aanwijzen)
A
اشاره کردن
9
Q
Vergadering
A
نشست،جلسه
10
Q
Lossen…op(oplossen)
A
بر طرف کردن
11
Q
Het beroep
A
حرفه
12
Q
De stem
A
صدا
13
Q
Zeker
A
قطعا
14
Q
Opleiding
A
تحصیلات
15
Q
Veiligheid
A
امنیت
16
Q
Schrijver
A
نویسنده
17
Q
Het systeem
A
سیستم
18
Q
Niks
A
هیچ چیز
19
Q
Verkeerd
A
نادرست
20
Q
Het niveau
A
سطح
21
Q
De studie
A
تحصیل
22
Q
Zal(zullen)
A
این فعل به تنهایی معنی ندارد
23
Q
Direct
A
بلافاصله
24
Q
Geweldig
A
عالی
25
Q
De moeite
A
تلاش،زحمت
