A1 - Risicofactoren Flashcards

1
Q

Wat zijn beïnvloedbare risicofactoren voor hart- en vaatziekten? (7)

A

Hypertensie
Overgewicht
Roken
Hypercholesterolemie
Chronische nierschade
Bewegingsarmoede
Diabetes mellitus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn niet-beïnvloedbare risicofactoren voor hart- en vaatziekten? (3)

A

Geslacht
Leeftijd
Erfelijkheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Bij welke bloeddruk (gemeten in de spreekkamer) wordt er gesproken van hypertensie?

A

> 140/90 mmHG

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Noem twee gevolgen van de versnelde mechanische beschadiging van het hart- en vaatstelsel ten gevolge van hypertensie

A

Coronaire sclerose
Chronische overbelasting linkerventrikel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de oorzaak van primaire hypertensie?

A

Onbekend (multifactoriële aandoening)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is het mechanisme van primaire hypertensie?

A

Verstoring in regulatie van vloeistofbalans, hartminuutvolume en vaatwandtonus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de oorzaak van secundaire hypertensie?

A

Bekende oorzaak: renale oorzaken, endocriene oorzaken, overige oorzaken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is het mechanisme van secundaire hypertensie?

A

Relatief/absoluut onvermogen van de nieren om water en natrium uit te scheiden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waar bestaat RAAS uit (waar geproduceerd)?

A

Angiotensinogeen (lever)
Renine (nier)
Angiotensine I
ACE (long)
Angiotensine II
Aldosteron (bijnier)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Via welke organen (2) is er sprake van tubuloglomerulaire feedback voor de werking van RAAS?

A

Macula densa
Juxtaglomerulaire apparaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat voor effect heeft angiotensine II?

A

Vasoconstricitie (verhoging bloeddruk)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat voor effect heeft aldosteron?

A

Terugresorptie natrium en water in de nier (groter ECV dus verhoging bloeddruk)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wanneer wordt RAAS actief?

A

Bij een verminderd effectief circulerend volume

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wanneer gaat een signaal naar de nier voor renineproductie?

A

Bij een verminderde natriumconcentratie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is het syndroom van Conn?

A

Een primair hyperaldosteronisme; een volumeafhankelijke vorm van hypertensie door een relatief of absoluut onvermogen van de nieren om water en natrium uit te scheiden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn de meest voorkomende oorzaken van hypertensie? (7)

A

Coarctatio aortae
Nierziekten
Drophypertensie
Nierarteriestenose
Bijnierafwijkingen
OSAS (obstructief slaapapneu syndroom)
Schildklierafwijkingen

16
Q

Coarctatio aortae is een congenitale vernauwing van de aorta. Waar kan deze vernauwing zich bevinden? (2)

A

Gelokaliseerde stenose ter hoogte van de ductus Botalli
Langwerpige segmentale vernauwing van de thoracale aorta

NB: in de bovenste helft van het lichaam ontstaat hypertensie en in de onderste helft blijft de bloeddruk normaal of is deze zelfs verlaagd

17
Q

Wat is renovasculaire hypertensie?

A

Achter een vernauwing in de nierarterie daalt de bloeddruk waardoor RAAS wordt geactiveerd wat leidt tot verhoging van de bloeddruk

18
Q

Wat veroorzaakt vaak hypertensie bij vrouwen? (5)

A

Zwangerschap
Nierarteriestenose (FMD; renovasculaire hypertensie)
Pilgebruik
Drophypertensie
Menopauze

19
Q
A