A1 - Risicofactoren Flashcards
Wat zijn beïnvloedbare risicofactoren voor hart- en vaatziekten? (7)
Hypertensie
Overgewicht
Roken
Hypercholesterolemie
Chronische nierschade
Bewegingsarmoede
Diabetes mellitus
Wat zijn niet-beïnvloedbare risicofactoren voor hart- en vaatziekten? (3)
Geslacht
Leeftijd
Erfelijkheid
Bij welke bloeddruk (gemeten in de spreekkamer) wordt er gesproken van hypertensie?
> 140/90 mmHG
Noem twee gevolgen van de versnelde mechanische beschadiging van het hart- en vaatstelsel ten gevolge van hypertensie
Coronaire sclerose
Chronische overbelasting linkerventrikel
Wat is de oorzaak van primaire hypertensie?
Onbekend (multifactoriële aandoening)
Wat is het mechanisme van primaire hypertensie?
Verstoring in regulatie van vloeistofbalans, hartminuutvolume en vaatwandtonus
Wat is de oorzaak van secundaire hypertensie?
Bekende oorzaak: renale oorzaken, endocriene oorzaken, overige oorzaken
Wat is het mechanisme van secundaire hypertensie?
Relatief/absoluut onvermogen van de nieren om water en natrium uit te scheiden
Waar bestaat RAAS uit (waar geproduceerd)?
Angiotensinogeen (lever)
Renine (nier)
Angiotensine I
ACE (long)
Angiotensine II
Aldosteron (bijnier)
Via welke organen (2) is er sprake van tubuloglomerulaire feedback voor de werking van RAAS?
Macula densa
Juxtaglomerulaire apparaat
Wat voor effect heeft angiotensine II?
Vasoconstricitie (verhoging bloeddruk)
Wat voor effect heeft aldosteron?
Terugresorptie natrium en water in de nier (groter ECV dus verhoging bloeddruk)
Wanneer wordt RAAS actief?
Bij een verminderd effectief circulerend volume
Wanneer gaat een signaal naar de nier voor renineproductie?
Bij een verminderde natriumconcentratie
Wat is het syndroom van Conn?
Een primair hyperaldosteronisme; een volumeafhankelijke vorm van hypertensie door een relatief of absoluut onvermogen van de nieren om water en natrium uit te scheiden