A watching Flashcards
1
Q
Middag
A
afternoon
2
Q
Pauze
A
break
3
Q
Druk
A
busy
4
Q
Toneel
A
drama
5
Q
Samen tijd doorbrengen
A
hang out
6
Q
Belangrijk
A
important
7
Q
Maaltijd
A
meal
8
Q
Waarschijnlijk
A
probably
9
Q
Studeren, leren
A
study for
10
Q
Ergst, slechtst
A
worst
11
Q
Klusje, karweitje:
A
Chore
12
Q
Leerstof, leerplan
A
curriculum
13
Q
Voedingsleer, kookles
A
food tech
14
Q
Persoonlijke ontwikkeling
A
personal development
15
Q
Maatschappij
A
society