a. Met klinkerverandering: twee verschillende klinkers Flashcards
to allege
aantijgen
to understand
begrijpen
to profess
belijgen
to give
bezwijken
to bite
bijten
to prove
blijken
to remain
blijven
to float
drijven
to glide
glijden
to grab
grijpen
to hoist
hijsen
to see
kijken
to quarrel
kijven
to pinch
knijpen
to get
krijgen
to discharge
kwijten
to suffer
lijden
to be like
lijken
to avoid
mijden
get angry
nijgen
to die
overlijden
to commend
prijzen
to drive
rijden
to thread
rijgen
to rip
rijten
to rise
rijzen
to shine
schijnen
to stalk
schrijden
to write
schrijven
to sharpen
slijpen
to wear(out)
slijten
to throw
smijten
to cut
snijden
to regret
spijten
to split
splijten
to fight
strijden
to brush
strijken
to dissappear
verdwijnen
to compare
vergelijken
to give in
wijken
to blame
wijten
to point
wijzen
to rub
wrijven
to silence
zwijgen
to knit
breien
to stop
uitscheiden
to piss
zeiken
to cheat
bedriegen
to offer
bieden
to have fun
genieten
to pour
gieten
to choose
kiezen
to lie
liegen