A: Inleiding: Een KLeine Opfrissing Flashcards
0
Q
Stroomculturen=
A
Oude nabije oosten
1
Q
Waarom het verleden van de mens bestuderen? (3)
A
- interesse voor het verleden, nieuwsgierigheid
- om het heden beter te begrijpen
- om kritisch te leren zijn
2
Q
Klassieke oudheid=
A
Grieken & romeinen
3
Q
Ancién régime
A
Middeleeuwen & nieuwe tijd
4
Q
476
A
Start middeleeuwen, val west-romeinse rijk
5
Q
1453
A
Start NT,val byzantijnse rijk
6
Q
1492
A
NT, Colombus ontdekt Amerika
7
Q
1517
A
NT, Luther, start protestantisme
8
Q
1750
A
Start NsteT, Verlichting, indust revolutie
9
Q
1789
A
NsteT Fr revolutie
10
Q
1945
A
Start ET, einde WO 2
11
Q
Waarom zijn breukdata relatief? (2)
A
- grote gebeurtenissen hebben een aanloop
- niet alle domeinen veranderen gelijktijdig (denk aan golven)
–> indeling is een hulpmiddel om over het verleden te praten
12
Q
Hoe komt het dat de perioden korter worden?
A
Veranderingen komen sneller
13
Q
DOMEINEN:
Politiek
A
- politiek-territoriaal (ivm grondgebied van een land) BUITENLAND
- politiek-bestuurlijk (wie heeft de macht, hoe wordt het bestuurd?)1LAND
14
Q
D: socio-economisch
A
- economisch: hoe mensen hun levensonderhoud voorzien en welke economische activiteiten ze ontwikkelen:
- primaire sector: landbouw, bosbouw, mijnbouw
- secundaire sector: nijverheid of industrie
- tertiaire sector: handel & diensten
- sociaal: groepen i d samenleving op gebied van rijkdom, macht & aanzien