; Flashcards

1
Q

parlement

A

volksvertegenwoordiging, staatsinstelling waarin personen zetelen die door het volk verkozen zijn en die het volk vertegenwoordigen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

burgeroorlog

A

gewapend conflict tussen verschillende groepen van burgers binnen eenzelfde land

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

democratie

A

bestuursvorm waarin de macht uitgaat van het volk, de staatsmachten gescheiden zijn en waarin minderheden door de wet worden beschermd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

dictatuur

A

bestuursvorm waarin één persoon of een kleine groep mensen de macht heeft, en waarin de rechten van de bevolking onderdrukt worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

grondwet

A

document waarin de basisrechten en plichten van de burgers en de werking van de staatsinstellingen zijn opgenomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

oppositie

A

politieke partijen die niet mee regeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

personele unie

A

politieke constructie waarbij verschillende gebieden helemaal zelfstandig blijven, maar wel door dezelfde vorst bestuurd worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

republiek

A

regeringsvorm waarbij het staatshoofd gekozen wordt door het volk voor een bepaalde periode

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

soevereiniteit

A

bevoegdheid van een staat om de hoogste onafhankelijke macht zelfstandig uit te oefenen, dit wil zeggen zonder inmenging van een andere staat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

staatsgreep

A

plotselinge, onwettige en meestal gewelddadige afzetting van een staatshoofd of regering, gewoonlijk door het leger

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

vorstenstaat

A

staat die door een sterke soevereine vorst bestuurd wordt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

absolute monarchie

A

erfelijk koningschap waarbij de koning alle macht heeft en hij als vertegenwoordiger van god op aarde boven de wet staat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

grondwettelijke monarchie

A

erfelijk koningschap waarbij de koning gebonden is aan een grondwet en de uitvoerende macht heeft en waarbij het parlement de wetgevende macht heeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

grondettelijke parlementaire monarchie

A

erfelijk koningschap waarbij de koning gebonden is aan een grondwet, maar waarbij er ook scheiding van machten is. de uitvoerende macht ligt bij de regering die uit de meerderheid va het parlement wordt gevormd en die zich voor het parlement de wetgevende macht heeft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wetgevende macht

A

een van de drie staatsmachten in een rechtstaat, bevoegd voor het opstellen en stemmen van de regels van de staat, in handen van afgevaardigden van het volk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

uitvoerende macht

A

een van de drie staatsmachten in een rechtstaat, bevoegd voor het dagelijks bestuur, in handen van ministers die samen de regering vormen

17
Q

rechterlijke macht

A

een van de drie staatsmachten in een rechtstaat, bevoegd voor de rechtspraak, in handen van onafhankelijke rechtbanken en gerechtshoven

18
Q

scheiding van machten

A

scheiding van de wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht

19
Q

anglicanisme

A

protestantse stroming binnen het christendom die ontstaan is tijdens de reformatie op initiatief van de Engelse koning Hendrik VIII

20
Q

anglicaanse kerk

A

kerk van Engeland, ontstaan in 1534 uit een conflict tussen de Engelse koning Hendrik VIII en de paus, en waarvan de Engelse koning het hoofd is

21
Q

puriteinen

A

protestanten die sterk de nadruk leggen op een persoonlijke belevenis van het geloof n die zich verzetten tegen de Anglicaanse kerk onder leiding van de Engelse koning en tegen de Katholieke invloeden en de Christelijke geloofsgemeenschap

22
Q

staatskerk

A

kerk die door de staat als officiële Kerk erkend wordt, waarbij het hoofd van de Staat meestal ook het hoofd van de Kerk is, en waarbij andere godsdiensten vaak niet toegelaten zijn