80-100 Flashcards
Question 81
Gaan alle kinderen vanaf 12 jaar naar hetzelfde soort onderwijs, of zijn er 2 richtingen?
A- Er is één soort.
B- Er zijn 2 richtingen.
Go all children from 12 years to the same kind education, or are there 2 directions?
Good answer- B There are 2 directions.
Question 82
Tot welke leeftijd moeten kinderen in Nederland naar school?
A- Tot 16 jaar
B- Tot 18 jaar
Untill which age must children in Netherlands to school?
Good answer- B Tot 18 jaar
Question 83
Vanaf welke leeftijd mogen jongeren hun eigen keuzes maken?
A- Vanaf 16 jaar
B- Vanaf 18 jaar?
From which age may youth their own choices make?
Good answer- B Vanaf 18 jaar.
Question 84
Is het verplicht om uzelf te verzekeren tegen ziektekosten?
A- Ja.
B- Nee.
Is it mandatory for yourself to insure against medical expences?
Good answer: A Ja.
Question 85
Wie betaald in Nederland u verzekering tegen ziektekosten?
A- De gemeente.
B- Mijn partner.
Who pays in Holland your insurance against medical expences?
Good answer- B Mijn partner.
Question 86
Als u ziek word, waar kunt u in Nederland dan het beste eerst naartoe gaan?
A- Naar de huisarts.
B- Naar het ziekenhuis.
If you sick become, where can you in Holland than the best first go to?
Good answer- A Naar de huisarts.
Question 87
Waar haalt men in Nederland medicijnen op recept?
A- Bij de apotheek.
B- Bij de drogist.
Where get they in Holland medicine by prescription?
Good answer- A Bij de apotheek.
Question 88
Waar gaat u in Nederland in een noodgeval naartoe?
A- Naar de drogist.
B- Naar het ziekenhuis.
Where go you in an emergency to?
Good answer- B Naar het ziekenhuis.
Question 89
Waar werken de meeste specialisten?
A- Bij de huisartsenpost.
B- Bij het ziekenhuis.
Where work the most specialists?
Good answer- Bij het ziekenhuis.
Question 90
Voor wie is het consultatiebureau?
A- Voor grote kinderen.
B- Voor kleine kinderen.
For who is the consultation office?
Good answer- B Voor kleine kinderen.
Question 91
Wie werken er in Nederland?
A- Alleen mannen.
B- Mannen en vrouwen.
Who work there in Holland?
Good answer- B Mannen en vrouwen.
Question 92
Wanneer moet u werk gaan zoeken, zo snel mogelijk of later?
A-Zo snel mogelijk.
B- Later
When must you work go seek, as quickly possible or later?
Good answer- A Zo snel mogelijk.
Question 93
Waar is in Nederland steeds minder werk te vinden?
A- In de industrie.
B- In de zorg.
Where is in Holland always less work in to find?
Good answer- A In de industrie.
Question 94
Waar is in Nederland veel werk te vinden?
A- In de landbouw.
B- In de zorg
Where is in Holland much work to find?
Good answer- B In de zorg.
Question 95
Waar is het in Nederland gemakkelijker om werk te vinden?
A- In de beveiliging.
B- In de landbouw.
Where is it in Holland easyer for work to find?
Good answer- A- In de beveiliging.
Question 96
Hoe vind u in Nederland gemakkelijker werk, via de krant of via familie?
A- Via de krant.
B- Via familie
How find you in Holland easyer work, through the paper or through family?
Good answer- B Via familie.
Question 97
Waar kunt u zich in Nederland inschrijven als u werk zoekt?
A- Bij een school
B- Bij een uitzendbureau
Where can you yourself in Holland register when you work seek?
Good answer- B Bij een uitzendbureau.
Question 98
Geeft men elkaar in Nederland bij een sollicitatiegesprek eerst een hand of gaat men direct zitten?
A- Men gaat direct zitten.
B- Men geeft elkaar eerst een hand.
Give they each other in Holland at a job interview first a hand or go they directly sit?
Good answer- B Men geeft elkaar eerst een hand.
Question 99
Krijgt u in Nederland een uitkering of moet u partner voor u zorgen?
A- Ik krijg een uitkering.
B- Mijn partner moet voor mij zorgen.
Get you in Holland a benefit or must your partner for you care?
Good answer- B Mijn partner moet voor mij zorgen.
Question 100
Is het leven in Nederland duur of goedkoop?
A- Duur.
B- goedkoop.
Is the live in Holland expensive or cheap?
Good answer- A Duur.