7.3, de democratische revoluties Flashcards

1
Q

amerikaanse revolutie

A

democratische revolutie waarbij de VS van Amerika ontstonden (1765-1787)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

bataafse revolutie

A

democratische revolutie in NL (1795-1805)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

congres

A

wetgevende vergadering in de VS

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

democratische revolutie

A

ingrijpende politieke verandering waarbij een democratische grondwet wordt ingevoerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

eenheidsstaat

A

staat waarin gemeente- en provinciebesturen ondergeschikt zijn aan het landbestuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

franse revolutie

A

democratische revolutie in Frankrijk (1789-1799)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

grondrechten

A

belangrijkste rechten van burgers die in de grondwet zijn vastgelegd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

grondwet

A

(constitutie) wet waarin staat hoe een staat geregeerd wordt en wat de rechten en plichten van burgers zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

hooggrechtshof

A

hoogste rechtbank in de VS

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

moederland

A

land met koloniën

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

patriot

A

voorstander van democratie in NL

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

radicaal

A

voor grondige veranderingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

referendum

A

volksstemming

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

scheiding van kerk en staat

A

als godsdienstige organisaties en overheid zich niet met elkaar bemoeien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

staatsburger

A

iemand met burgerrechten van een staat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

staatsgreep

A

plotselinge en gewelddadige overname van de staatsmacht

17
Q

terreur

A

bangmakerij met geweld, schrikbewind -> bestuur dat zijn onderdanen met geweld bang maakt

18
Q

kenmerkend aspect, 7d

A

de democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap